Bonaire – Het Bestuurscollege heeft zo’n rammelende begroting 2026 opgesteld dat de rekenmeesters van het College financieel toezicht er geen chocola van kan maken: “Door onvolledige informatie kan het Cft echter niet beoordelen of de begroting realistisch is”, heeft gezaghebber John Soliano te horen gekregen van Cft-voorzitter Lidewijde Ongering.
Het enige positieve is dat de begroting een evenwicht laat zien, althans op papier. De begroting – de laatste die onder verantwoordelijkheid van gedeputeerde Clark Abraham is opgesteld voordat hem de portefeuille financiën werd ontnomen – lijkt net als die voor dit jaar ver af te staan van de werkelijkheid.
Niet alleen ten aanzien van de begroting tast het Cft in het duister, het kan evenmin beoordelen of het eilandbestuur “adequate beheersmaatregelen neemt ter voorkoming van onrechtmatigheden en of de beleidsinzet op de noodzakelijke versterking van het financieel beheer effectief zal zijn.”
Ook procedureel is het BC in de fout gegaan. De ontwerpbegroting is weliswaar tijdig aan de eilandsraad aangeboden, maar in strijd met de wettelijke voorschriften is verzuimd het (kritische) advies van het Cft mee te sturen en de raad een toelichting te geven op welke wijze rekening is gehouden met de aanbevelingen.
In de brief aan Soliano herhaalt het Cft zijn grote zorgen over het besluit van het BC de aan de Belastingdienst CNL uitbestede inning van lokale heffingen weer in eigen hand te nemen. “Zoals eerder aangegeven, voorziet het Cft risico’s met betrekking tot de uitvoeringskosten, de uitvoeringskracht en terugvallende belastingbaten. Het Cft adviseert Bonaire dan ook niet zelf de belastinginning en invordering uit te voeren zolang het financieel beheer en de uitvoering van het beleid nog niet op orde is.”
Voordat de begroting ter goedkeuring naar het ministerie kan worden doorgestuurd, zal deze moeten worden ‘gerepareerd’. Daarvoor moet het BC een zogeheten addendum aan de eilandsraad voorleggen. “Bij de doorgeleiding van de vastgestelde begroting 2026 naar de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal het Cft nagaan in hoeverre zijn aanbevelingen zijn verwerkt.”
