Toegegeven: het klinkt onwaarachtig, maar in Den Haag kan het dus toch nog wél over inhoud gaan. Dat bleek vrijdag tijdens een miniconferentie over 15 jaar Caribisch Nederland ‘Tussen verwachting, hoop en teleurstelling’ waarvoor Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) Rabin Baldewsingh het initiatief had genomen. Gerekend was op 30 en gehoopt op 50 deelnemers, na de 90ste aanmelding moest de inschrijving voortijdig worden gesloten. Op last van de brandweer mochten er niet meer dan 80 mensen in de zaal en dat werd ter plekke nageteld. Ja, qua handhaving kan men in het Caribische deel van het Koninkrijk nog wat leren van Nederland Regelland.
Gezien de opkomst lijkt het dus wel snor te zitten met de interesse in het moederland voor de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Maar schijn bedriegt: laat er een optimistische factor 10 op los en je komt op de maximale 900 die “iets hebben” met de eilanden. De rest van de 18,1 miljoen – onder wie ook bewindslieden en parlementariërs – kan het weinig boeien, anders dan de eilanden een aangename zonbestemmingen te vinden, omdat je er “Hollands kan praten en eten”. En dat zijn dan nog de positivo’s, want geef ze de kost die vinden dat er ”te veel belastinggeld aan dat corrupte zooitje nietsnutten” wordt verspild.
Het steeds meer genormaliseerde, uit kortzichtig egoïsme voortkomende adagium ‘Nederlanders eerst’ geldt voor maar voor een deel van het land en zolang ze maar lelieblank zijn. Ergo: gastheer van de bijeenkomst Baldewsingh hoeft voorlopig niet te vrezen zonder werk te komen; al vindt het meedogenloos rechtse kabinet Schoof hem heel erg irritant lastig. Dat mag hij als een groot compliment annex aanmoediging opvatten om, voor zo ver dat nodig zou zijn, een tandje bij te zetten.
De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme heeft het vizier nog scherper op Caribisch Nederland gericht. Hij hield er begin dit jaar een ban topa (op Bonaire) en townhallmeetings (op Statia en Saba) en luisterde naar de inwoners, ongeacht hun kleur, geloof, sekse, geaardheid, afkomst, politieke voorkeur en noem maar op wat een samenleving juist zo rijk maakt. De verhalen hebben Baldewsingh geraakt, zo kan worden afgeleid uit zijn vurige betoog – tijdens de miniconferentie – tegen de ongelijke behandeling van de ene (Caribische) Nederlander ten opzichte van de andere (Europese) Nederlander.
Het is een waarheid als een koe dat de inwoners van de bijzondere gemeenten 15 jaar na de van beide zijden vrijwillige inlijving van de drie Caribische pareltjes door Nederland – zelfs Wilders doet het tegenwoordig voorkomen ze “waardevol” te vinden – nog altijd door ministeries niet per definitie, maar dan toch zeker wel te vaak uit laksheid over het hoofd worden gezien. Of bewust uitgesloten. Het zou niet moeten mogen, vinden met de NCDR ook o.a. Nationale ombudsman Reinier van Zutphen en kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer, het College voor de Rechten van de Mens en heel veel andere professionals.
Je zou hopen, nee mogen verwachten dat bestuurders en volksvertegenwoordigers op de BES-eilanden vaker aan Haagse poorten rammelen om op te komen voor de belangen van hun burgers. Doen ze dat dan niet? denkt u wellicht: eilandsraadsleden vliegen toch om de haverklap (uiteraard businessclass) naar de residentie? Ja, maar vooral of eigenlijk uitsluitend om zichzelf te beklagen over bijvoorbeeld het College financieel toezicht of de Rijksvertegenwoordiger die aan de bel trekken als er weer eens een loopje wordt genomen met deugdelijk bestuur. Aan het verhogen van de eigen fractievergoeding en daggeld wordt (vooral op Bonaire) meer energie besteed, dan – om maar een willekeurig voorbeeld te nemen – een einde te maken aan de vergiftiging van omwonenden van de vuilstort.
Hoe het ook kan of beter gezegd moet, laat Saba’s gedeputeerde Bruce Zagers zien. Hij schreef deze week op persoonlijke titel een brief naar de commissies Koninkrijksrelaties van de Tweede en Eerste Kamer. Een lange brief, maar geen woord te veel of niet raak en zeker niet onvertogen. Hij legt goed onderbouwd de vinger op de sinds 2010 door-etterende plek: ministeries geven prioriteit aan zaken die ver afstaan van de echte noden en behoeften van de BES-burgers. Riep de Commissie Spies niet al in 2015 als eerste en zeker niet laatste op de Haagse bril af te zetten? De brief van Zagers verdient een prominente plek in het ‘inleesdossier’ dat de vanaf volgende maand bijna geheel nieuwe Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties krijgt voorgelegd.
En als we dan toch over prioriteiten hebben. Het nieuwe logo van de Scholengemeenschap Bonaire gezien? Het “markeert een nieuw hoofdstuk in de ontwikkeling van de SGB”? De nieuwe huisstijl is volgens voorzitter Dennis Volmer van het College van Bestuur “de visuele vertaling van onze visie en kernwaarden”. Gevolgd door nog een hele verzameling holle marketingprietpraat die vooral in zwang is bij ondernemers die een slecht product aan de mens proberen te brengen, of bij politici met een slecht verhaal.
Het bizarre: het oude kleurrijke logo van de SGB is een veel betere “vertaling” van de “uitstaling” die de schoolleiding (waarom niet meteen “board”) kennelijk noodzakelijk acht om de school “in de markt te zetten”. Niet dat dit echt nodig is: er is immers geen concurrentie èn wel leerplicht. Hoeveel zal de vervanging van een vrolijke voor een dodelijk saaie huisstijl kosten? En los daarvan, kun je je afvragen of dit besluit getuigt van een goed gevoel voor prioriteiten bij het College van Bestuur als je weet dat een deel van de SGB door de ondergrens van basiskwaliteit is gezakt?
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.
