Bonaire – Vertegenwoordigers van de eilandbesturen en woningstichtingen in Caribisch Nederland zijn bijgepraat over de in de maak zijnde Woningwet BES. Die moet tot een groter aanbod van betaalbare (sociale) huurwoningen leiden.
De wet maakt het voor lokale woningstichtingen een zogeheten ‘toegelaten instelling’ te worden waarmee ze toegang krijgen tot financiering, maar ook in staat worden gesteld zich verder te professionaliseren. De basis hiervoor is de Woningwet die al geldt in Europees Nederland, maar zal worden afgestemd op de situatie op de eilanden.
De BES-versie zal binnenkort in consultatie worden gegeven. De inwerkingtreding is beoogd voor 1 januari 2027.
Dit schreef minister Mona Keijzer eerder aan de Tweede Kamer
De woningmarkten van Bonaire, Sint Eustatius en Saba kennen al enige tijd een disbalans in vraag en aanbod. Er is vraag naar betaalbare woningen voor mensen met een laag of middeninkomen, maar het aanbod is beperkt. Dit komt onder meer door de lange bouwtijd als gevolg van de lastige aanvoer van bouwmaterialen, onduidelijkheid over eigendom van grond en de inzet van woningen uit de bestaande voorraad voor toeristische verhuur. Ook speelt de slechte toegang tot financiering een rol. Al met al zijn de wachtlijsten voor sociale huisvesting in Caribisch Nederland lang. In de beleidsagenda Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor Caribisch Nederland is om die reden de ambitie opgenomen dat er meer betaalbare woningen voor mensen met een kleine portemonnee worden gerealiseerd. Dit is een gezamenlijke ambitie van de Openbare Lichamen, woonstichtingen die actief zijn in Caribisch Nederland en het ministerie van VRO en vormt een belangrijk onderdeel van het verhogen van de levensstandaard en de bestrijding van armoede in Caribisch Nederland. In Europees Nederland kennen we in het sociale huursegment een lange traditie met het stelsel van toegelaten instellingen (hierna: TI), waarbij de Woningwet het juridisch kader vormt. TI’s, oftewel de woningcorporaties, zijn in Europees Nederland van groot belang in de opgave om meer betaalbare huurwoningen te realiseren. De Woningwet is echter niet van toepassing in Caribisch Nederland en zodoende kunnen woonstichtingen in Caribisch Nederland ook geen TI worden. Enige tijd geleden heeft een Caribisch Nederlandse woningstichting echter kenbaar gemaakt graag tot het corporatiestelsel toe te willen toetreden. Om (toekomstige) toelatingen tot het stelsel van woningcorporaties mogelijk te maken voor stichtingen of verenigingen actief in Caribisch Nederland, is een drietal beleids- en wetgevingsopties onderzocht. Bij de onderzochte opties is steeds meegewogen wat het meest passende antwoord zou zijn op deze én gelijksoortige toekomstige situaties. Twee van deze opties hebben een geringe slagingskans door juridische en praktische bezwaren. Dat zijn; 1) partijen uit Caribisch Nederland toelaten onder de Woningwet zonder dat deze op de openbare lichamen van toepassing is; of 2) deze woonstichtingen omvormen tot een Europees Nederlandse stichting met een theoretisch werkgebied in Nederland en uitbereiding van het werkgebied naar Caribisch Nederland. De belangrijkste reden om niet voor deze opties te kiezen, is dat de Woningwet vanuit een Europees Nederlands perspectief is opgesteld en geformuleerd. De Caribische woonstichtingen zouden zich in allerlei bochten moeten wringen om hieraan te voldoen, terwijl de lokale context en schaalgrootte eigenlijk vraagt om maatwerk. Als duidelijke voorkeursoptie van de juridische verkenning is daarom het opstellen van een Woningwet-BES naar voren gekomen. De basis hiervoor is de Woningwet, met daarin artikelen die aangepast kunnen worden op de lokale context op de eilanden als dit nodig is. Dit is de meest duurzame oplossing voor het ondersteunen van goede sociale huisvesting in Caribisch Nederland. Voor partijen die actief zijn op het gebied van de volkshuisvesting en die aan de toekomstige voorwaarden voor toelating voldoen, bestaat dan de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag tot toelating. Na toelating worden zij onderdeel van het bestel van woningcorporaties. Daarmee vallen zij onder het toezicht van de Minister, uitgevoerd door de Aw. 6 Die toezichtrelatie versterkt de professionaliteit. Dit wordt steeds belangrijker, aangezien er volop ingezet wordt op de bouw van sociale huurwoningen en het woningbezit van de woonstichtingen toeneemt. Gedegen toezicht, onder andere op financiën en governance, is dan van belang. Toetreding tot het stelsel als TI is bovendien een vereiste voor deelname aan de door de Staat gefaciliteerde borgingsvoorziening: het WSW. Na toelating als TI kan een verzoek worden ingediend om deelnemer te worden van WSW. Bij toelating wordt het mogelijk om tegen gunstigere condities financiering aan te trekken op de kapitaalmarkt en gebruik te maken van geborgde leningen waardoor de investeringscapaciteit groeit. Het aantal sociale huurwoningen zal daardoor toenemen en de beschikbaarheid van sociale huisvesting in Caribisch Nederland wordt verbeterd. Bovendien kan de woningbouwsubsidiëring van het Rijk hiermee op termijn afnemen wanneer de woonstichtingen deze woningen zelfstandiger kunnen realiseren.
Gedurende de voorbereiding van dit wetsvoorstel wordt intensief en continu samengewerkt met de woningstichtingen in Caribisch Nederland, de Aw, het WSW en andere belangrijke stakeholders. Voldoende draagvlak bij de openbare lichamen voor het op te tuigen stelsel is bovendien randvoorwaardelijk voor het traject. Vanwege de gevolgen voor de Openbare Lichamen zijn en worden zij zowel ambtelijk als politiek nauw betrokken. Momenteel wordt voorzien dat dit wetsvoorstel in het tweede kwartaal van 2025 in openbare internetconsultatie kan worden aangeboden. Inwerkingtreding is beoogd voor 1 januari 2027.