Bonaire – De officiële erkenning ten spijt “zijn de waardering voor en attitude ten opzichte van het Papiamentu nog niet gedekoloniseerd”, schrijft de Werkgroep Papiamentu en de Fundashon Akademia Papiamentu aan de ministeries van OCW en BZK alsmede de Tweede Kamer.
“Ondanks een aantal positieve ontwikkelingen kunnen wij stellen, dat het Papiamentu op Bonaire nog steeds onder grote druk staat. Dit leidt tot een verzwakte positie van de taal in belangrijke sociale domeinen, waaronder het onderwijs, en is in tegenspraak met de doelstellingen in de Bestuursafspraak en het Europees Handvest. De werkgroep roept u dan ook op om alles in het werk te stellen om structurele verandering in deze situatie te brengen”, aldus beide organisaties.
Brief aan ministeries en Tweede Kamercommissies
In de afgelopen jaren is op het gebied van het Papiamentu in het onderwijs op Bonaire een aantal positieve ontwikkelingen gerealiseerd. Zo zijn in 2021 de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Openbaar Lichaam Bonaire gekomen tot een Bestuursafspraak voor het Papiaments op Bonaire.
Hierin is onder andere de ambitie uitgesproken dat per 2030 op Bonaire geen analfabeten Papiamentu van school zullen komen. Ook heeft het ministerie van OCW, vanuit het streven de positie van het vak Papiamentu in onderwijs en maatschappij te borgen en versterken, de opdracht gegeven een referentiekader, leerlijnen, leerlingvolgsysteem en doorstroomtoets Papiamentu te ontwikkelen. Voorts volgt de actualisatie van de kerndoelen op Bonaire voor Papiamentu (en Nederlands) een eigen traject.
Ten slotte is het Papiamentu sinds januari 2024 erkend onder deel III en sinds juli 2024 ook onder deel II van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden.
Daarnaast is er sprake van ontwikkelingen met betrekking tot de positie van het Nederlands in het onderwijs op Bonaire en wel ten behoeve van niet-moedertaalsprekers, wat feitelijk het merendeel van de leerlingpopulatie op Bonaire betreft. Sinds 2019 spreekt de Taalunie van ‘duurzaam kwaliteitsvol onderwijs Nederlands als vreemde taal op Bonaire’. Ook de Regeling toetswijzer doorstroomtoets Bonaire merkt het Nederlands op Bonaire officieel aan als vreemde taal en koppelt het aan het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen (ERK).
Ondanks deze positieve ontwikkelingen staat het Papiamentu op Bonaire nog steeds onder druk en heeft het in het onderwijs nog geen volwaardige positie. Uit zorg rondom recente ontwikkelingen in met name het po, vo en mbo op Bonaire is onlangs dan ook, vanuit de groepen die betrokken waren bij de standaardsetting van de LVS-toetsen voor Bonaire, een werkgroep opgericht, bestaande uit onder andere leden werkzaam in alle schoolniveaus op Bonaire en experts op het gebied van Papiamentu en curriculum- en toetsontwikkeling.
Met betrekking tot het vak Papiamentu in het Bonairiaanse onderwijs constateert deze werkgroep het volgende:
— De WPO-BES regelt dat het vak Papiamentu deel uitmaakt van het onderwijsaanbod in het po en dat Papiamentu tevens kan worden gebruikt als instructietaal. Het Besluit kerndoelen WPO BES formuleert voor Nederlands en Papiamentu dezelfde 12 kerndoelen. Het aantal uren onderwijs-aanbod Papiamentu is in alle po-scholen echter aanzienlijk lager dan dat voor het vak Nederlands.
– In de Regeling toetswijzer doorstroomtoets PO Bonaire is vastgelegd dat ‘het Besluit kerndoelen WPO BES en het Referentiekader Papiamentu het wettelijk kader [vormen] waarbinnen de toetsinhouden voor het terrein Papiamentu in de doorstroomtoets po Bonaire worden beschreven.’ Voor het einde van de basisschool is tot nader order referentieniveau 1F van belang. Aanvankelijk was het de bedoeling aan het einde van het po niveau 1F én 2F te toetsen. OCW heeft echter besloten bij de eerste afname(s) niveau 2F Papiamentu niet te toetsen, onder meer vanwege de belastbaarheid van scholen. Zodra het mogelijk is de doorstroomtoets adaptief af te nemen, zou 2F bij Papiamentu weer worden toegevoegd. De vrees dat van dit uitstel afstel komt, achten wij niet ongegrond. Daar komt nog bij dat bij Nederlands als vreemde taal het hogere niveau B1 niet is geschrapt, terwijl dat op basis van dezelfde argumenten (belastbaarheid scholen en nog geen mogelijkheid tot adaptieve toetsing) toch te verwachten zou zijn. Dit mag op zijn minst vreemd worden genoemd en roept de vraag op vanuit welke leerlingen hierbij is geredeneerd.
– Gezien het huidige aantal lesuren Papiamentu en het ontbreken van voldoende geschikt les-materiaal en van controle op de invulling van het vak door de Inspectie is het bijna onmogelijk de huidige kerndoelen voor het vak en referentieniveau 1F vóór februari 2026 (eerste afname) te realiseren. Dientengevolge is de onrust in po en vo rondom de afname van de doorstroomtoets en de volgtoetsen groot. Er zouden zelfs (bekostigde) scholen zijn die afname van de toets weigeren. Wij vragen ons bovendien af of artikel 2, lid 1 in het Gewijzigde Toetsbesluit (“Het bevoegd gezag bepaalt welke doorstroomtoets op de school wordt afgenomen”) schoolbesturen op Bonaire de mogelijkheid geeft een bepaalde doorstroomtoets niet af te nemen. Wij vrezen dat afname van de doorstroomtoets onder de huidige omstandigheden de positie van het Papiamentu eerder gaat verzwakken dan versterken.
– Artikel 2.13, lid 2 van de WVO 2020 maakt géén melding van het vak Papiamentu in de eerste twee leerjaren van het vo, terwijl artikel 2.15 – 2.17 dat wel voor het Fries doen. Ook in hoofdstuk 11 (Caribisch Nederland) wordt geen melding gemaakt van het Papiamentu. Artikel 9.2 in hoofdstuk 9 (Caribisch Nederland) van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 maakt enkele afwijkingen mogelijk, waaronder Papiamentu als keuzevak in het vrije deel van vwo, havo, mavo en vmbo. Dat het een en ander ter beoordeling van het bevoegd gezag (schoolbestuur) is, bergt het gevaar van willekeur in zich.
-In Bijlage 1 (kerndoelen eerste twee leerjaren vo) van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 zijn geen kerndoelen voor Papiamentu opgenomen en wordt daarvoor verwezen naar de kerndoelen moderne vreemde talen. Dit terwijl het de moedertaal van het merendeel van de bevolking en grootste omgevingstaal betreft. Dit doet af aan de status van het vak in het onderwijs in het bijzonder en de positie van de taal in de gemeenschap.
-Terwijl het vak Papiamentu in het po als moedertaalonderwijs wordt neergezet (zie kerndoelen en Referentiekader), zij het zonder het daarbij passende aantal lesuren, heeft het in het vo de status van vreemde taal. Er is daardoor sprake van een breuk in de doorgaande lijn van po (moedertaal-perspectief) naar vo en mbo (vreemdetaalperspectief).
– De wettelijke positionering van het keuzevak Papiamentu als vreemde taal in de regelgeving voor het voortgezet onderwijs op Bonaire kan bij vervolgstudie in Europees Nederland tot problemen leiden, aangezien men in Europees Nederland geen vreemde taal Papiamentu kent.
– In het mbo wordt voor de beroepsopleidingen gewerkt met kwalificatiedossiers uit Europees Nederland. In de OErs is Papiamentu in leerjaar 1 en/of 2 in een enkel geval opgenomen bij de generieke vakken, maar het vak maakt geen deel uit van het centraal examen. In veel gevallen is Papiamentu slechts een plaats toebedeeld binnen de beroepsvakken of keuzedelen, met een wisselend aantal lesuren. Niveaus worden niet gekoppeld aan het ontwikkelde Referentiekader Papiamentu, maar aan het ERK, terwijl de niveaus voor Nederlands worden gekoppeld aan het Referentiekader taal (Meijerink).
– De Onderwijsinspectie beoordeelt tot dusver de onderwijsresultaten in het po niet, omdat men nog niet beschikt over betrouwbare normen en ondergrenzen voor de eindtoetsing op Bonaire. Het pedagogisch-didactisch handelen wordt wel geobserveerd en beoordeeld, maar niet in de lessen Papiamentu. Het is ook de vraag hoe de Onderwijsinspectie uit Europees Nederland dit bij het vak Papiamentu zou moeten organiseren, aangezien de Inspecteurs veelal geen Papiamentu beheersen. Door het gebrek aan toezicht op het vak Papiamentu dreigt de invulling een soort ‘free for all’ te worden. De leerkrachten Papiamentu in het vo zijn van mening dat in het po geen gemeenschappelijke basis wordt gelegd waarop zij in het vo kunnen voortbouwen.
In overweging nemende dat:
- de wijze waarop Papiamentu en Nederlands momenteel in de wet zijn gepositioneerd, niet bijdraagt aan kansengelijkheid in onderwijs en maatschappij;
- de huidige inrichting van het onderwijs (gezien de positionering van de talen en de instructietaal) nog steeds in het voordeel is van leerlingen met Nederlands als moedertaal en in het nadeel van het Papiamentu sprekende Bonaireaanse kind en van leerlingen met andere moedertalen dan het Nederlands;
- van oorsprong Bonaireaanse kinderen een (taal)minderheid ‘in eigen land’ (i.c. Bonaire) dreigen te worden, wat in strijd is met artikel 30 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind;
- in het po niet alle leerkrachten bevoegd en/of bekwaam zijn het Papiamentu te geven en er in het vo een tekort is aan vakleerkrachten Papiamentu;
- ontwikkelingen ten aanzien van het Papiamentu dreigen te worden beïnvloed door immigratie vanuit Europees Nederland;
- het Engels steeds meer oprukt en een bedreiging vormt voor het Papiamentu (en het Nederlands);
- de Bestuursafspraak impliceert dat het gewenste algemeen maatschappelijk niveau Papiamentu 2F is;
- de erkenning van het Papiamentu onder deel III van het Europees Handvest verplichtingen met zich meebrengt
roepen wij, met een beroep op de Bestuursafspraak, het Europees Handvest, in het bijzonder deel III, artikel 8, en het Verdrag inzake de rechten van het Kind, de ministeries van OCW en BZK op om:
- de discrepantie in de wetgeving op te heffen en het Papiamentu consistent in wet- en regelgeving voor po, vo en mbo te positioneren, op een wijze die recht doet aan de positie van die taal als moedertaal van het merendeel van de leerlingen en grootste omgevingstaal;
- referentieniveau 2F Papiamentu te officialiseren als algemeen maatschappelijk niveau en erop toe te zien dat dit wordt gehandhaafd;
- bij de actualisatie van de eindtermen en examenprogramma’s een eigen traject voor Bonaire te volgen, dat aansluit bij de actualisatie van de kerndoelen Papiamentu (en Nederlands) op Bonaire en recht doet aan de positie van genoemde talen in de Bonairiaanse gemeenschap;
- binnen de weging van de drie doorstroomtoetsen de talen Papiamentu en Nederlands te wegen op een wijze die rechtdoet aan de positie van die talen in de Bonairiaanse gemeenschap;
- erop toe te zien dat bekostigde onderwijsinstellingen zich houden aan hetgeen in wet- en regelgeving voor Papiamentu is en wordt vastgelegd;
- de Inspectie in staat te stellen haar controlerende functie ook bij het vak Papiamentu uit te oefenen;
- geëigende maatregelen te treffen ter verhoging van het aantal lesuren Papiamentu in het po;
- middelen ter beschikking te stellen ten behoeve van ontwikkeling en/of actualisering van methodes en lesmateriaal Papiamentu, op basis van het Referentiekader Papiamentu en geactualiseerde kerndoelen en eindtermen;
- middelen ter beschikking te stellen voor continue opleiding op Bonaire van vakleerkrachten Papiamentu en voor professionalisering van zittende leerkrachten Papiamentu.
Ondanks een aantal positieve ontwikkelingen kunnen wij afsluitend stellen, dat het Papiamentu op Bonaire nog steeds onder grote druk staat. De waardering voor en attitude ten opzichte van het Papiamentu zijn nog niet gedekoloniseerd. Dit leidt tot een verzwakte postie van de taal in belangrijke sociale domeinen, waaronder het onderwijs, en is in tegenspraak met de doelstellingen in de Bestuurs-afspraak en het Europees Handvest. De werkgroep roept u dan ook op om alles, onder andere bovenstaande aanbevelingen, in het werk te stellen om structurele verandering in deze situatie te brengen.