Toespraak minister-president Mike Eman bij Dodenherdenking op Aruba
Vanavond staan we stil. Terwijl de zon zakt aan de hemel, en het licht langzaam wijkt voor de nacht, vallen ook onze stemmen stil. We staan stil bij hen die hun leven verloren in oorlog. Bij hen die vochten voor vrijheid. Bij hen die werden vervolgd, gedeporteerd, vermoord—om wie ze waren. We herdenken… En in het zachte licht van deze zonsondergang voelen we hoe broos vrede is. Hoe kostbaar menselijkheid blijft.
Namens de Regering van Aruba spreek ik mijn grote waardering en diep respect uit voor al diegenen die voor onze vrijheid hebben gestreden. Die het mogelijk hebben gemaakt dat wij vandaag hier, in alle rust en vrijheid, bijeen kunnen zijn. In het bijzonder spreek ik mijn dankbaarheid uit aan de familieleden van onze verzetsheld Boy Ecury. Aan de leden van Camarada Aruba. Aan de leden van de Arubaanse Schutterij. U bent hier vanavond. U bent niet vergeten. U vertegenwoordigt allen die gestreden hebben voor vrede. Voor recht. Voor menselijkheid.
Mijn moeder was Joods. Ze overleed in 2006. Ze heeft de oorlog zelf niet meegemaakt, maar ze droeg het verdriet van haar volk. Ze voelde in haar botten de haat die tegen haar mensen was gekeerd. Ze leefde met de echo van onuitgesproken pijn. Een van de dierbaarste vriendinnen van mijn moeder was een overlevende van de Holocaust. Mevrouw Engels. Wij noemden haar Tante Jet. Ze kwam vaak bij ons thuis. Met haar zachte stem, haar warme blik — en tegelijk met de stilte van een geschiedenis die zwaarder was dan woorden konden dragen.
Tante Jet droeg de pijn van de Holocaust in hart en ziel. Niet als iets van het verleden, maar als iets dat nog steeds leefde in haar. Op haar arm, zoals bij zoveel overlevenden, stond een nummer getatoeëerd. Een kille reeks cijfers, die haar menselijkheid ooit had willen uitwissen. Maar zij was méér dan dat nummer. Veel meer. Ze was liefdevol. Dapper. En vol overgave aan het leven dat haar was gegund. Door haar leerde ik — nog als kind — dat vrijheid niet vanzelf spreekt. Dat menselijkheid een keuze is. Elke dag opnieuw.
Dat is het verwoestende van haat: het reist door generaties heen. Het laat sporen na in het hart, in de ziel, in het vertrouwen tussen mensen. Vandaag leven we in een wereld waar opnieuw de taal van dreiging klinkt. Waar de logica van de wapenwedloop terugkeert alsof we niets geleerd hebben. Waar het lijkt alsof wapens onze bescherming zijn. Maar dat zijn ze niet. Niet wapens beschermen ons.
Wat ons werkelijk beschermt, zijn de deugden die we delen. Geloof. Hoop. En liefde. Naastenliefde. Gemeenschapszin. Het vermogen om in de ander een medemens te blijven zien — ook als die ander anders is. Juist dat is onze echte verdediging. Die deugden moeten weer wortels schieten in alle lagen van onze samenleving. In de klaslokalen. Op het sportveld. Aan de keukentafel. In de politiek. Laten we de universele menselijkheid weer centraal durven stellen. Laten we elkaar aankijken en zeggen: we kunnen beter dan dit. We móéten beter dan dit.
De zon mag dan ondergaan, maar de nacht hoeft niet donker te blijven. Licht leeft voort in herinnering. En uit herinnering groeit richting. Want het licht mag bij ons niet doven. Het is aan ons om het verder te dragen. Om het aan de volgende generatie door te geven —helder, warm, en zonder verlegenheid voor zachtheid.
Tot slot wil ik mij richten tot de jonge generatie. Jullie zijn de hoeders van morgen. Laat je niet verleiden door cynisme of onverschilligheid. Durf zacht te blijven in een harde wereld. Durf rechtop te staan voor vrede, ook als dat betekent dat je tegen de stroom in moet gaan. Jullie dragen het licht verder. Niet in woorden alleen, maar in daden. In keuzes. In hoe je omgaat met elkaar. En hoe je de wereld vormgeeft.
De toekomst is geen erfenis, zij is een opdracht. En ik heb vertrouwen. Omdat ik in jullie geloof. In de geest van mijn moeder, in de geest van allen die het licht in donkere tijden bewaarden, zeg ik: Laten we opnieuw kiezen voor het goede. Voor wat ons mens maakt. Voor de kracht van liefde boven angst en voor het vertrouwen dat wij samen een andere wereld kunnen bouwen.
