Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn “adembenemend mooi”, maakte minister en danki-dios-net-niet-premier Mona Keijzer de leden van de Tweede Kamercommissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening die nog nooit in de Cariben zijn geweest lekker. Dat de eilanden terra incognita zijn weerhield ze er niet van een debat te voeren over de “wooncrisis” aldaar. Gelukkig maar dat de prima donna van Circus Wilders wel weet waar ze het over heeft. Niet dat de BBB-minister er zelf ooit is gesignaleerd. De wijsheid dat de schoonheid van de BESjes je de adem benemen, ontleent ze aan foto’s, bekende ze. Bovendien had ze ter voorbereiding op het debat via een videoverbinding kennisgemaakt met de gedeputeerden (“zo heet dat geloof ik daar”) die haar “verhelderende input” hadden verschaft.
En zo werd voor de zoveelste keer bevestigd dat het driedubbel van de Haagse pot gerukt is dat de behartiging van de belangen van de inwoners van de bijzonder achtergestelde gemeenten wordt toevertrouwd aan bewindspersonen en parlementariërs die hun kennis vooral op té zonnige reclamecampagnes van reisbureaus baseren. Dat het niet deugt, voelen ze zelf ook wel. Maar in plaats van debatten over Caribisch Nederland over te laten aan de collega’s van de commissie voor Koninkrijksrelaties, wordt het gebrek aan kennis gretig aangegrepen als smoes voor een werkbezoek. Waar buiten zijzelf en de KLM niemand op zit te wachten, want wat kun je van één hit-and-run-tripje opsteken?
De Cariben-experts van de Kamer hebben er kennelijk ook hun twijfels over dat de tropische achtertuintjes zijn geoutsourced aan vakcommissies waarvan de leden misschien iets afweten van ruimtelijke ordening of volksgezondheid, maar geen snars van hoe het er op de eilanden aan toegaat. Daarom heeft de commissie voor Koninkrijksrelaties besloten in kaart te brengen wat vakcommissies “het afgelopen jaar wel en/of niet hebben gedaan op de verschillende Caribische dossiers” om vervolgens “afspraken te maken met vakcommissies over de behandeling van deze dossiers.” Kwestie van ‘waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan’ Je kunt ook besluiten dat Haags beleid dat de Cariben aangaat, thuishoort in de commissie voor Koninkrijksrelaties.
Dan komt er wellicht ook enige beweging in de zakelijke dienstverlening tussen het Europese en het Caribische deel van het land. Zo doet post die over en weer wordt gestuurd er drie tot zes weken (en niet zelden langer) over de bestemming te bereiken. Dat is niet bepaald bevorderlijk voor het zakendoen. Hopelijk gaat de aangekondigde invoering van postcodes op Bonaire, Sint Eustatius en Saba helpen.
Een andere belemmering voor het economisch verkeer tussen de landsdelen zijn de transactiekosten die banken in rekening brengen voor overzeese betalingen. Deze week moest Kadushi 9 dollar overmaken naar een instelling op Bonaire. Het geld was in een vloek en een zucht af- en bijgeschreven, maar pas echt adembenemend: was de prijs voor het verwerken van de betalingsopdracht: 24,72 euro. En dan hebben we het nog niet eens over de inwoners van Saba die regelmatig verstoken zijn van contant geld, omdat de enige geldautomaat om de haverklap de geest geeft.
Het probleem is bekend. Alweer jaren geleden heeft een prestigieuze internationale consultancyfirma ideeën aangedragen om bankdiensten op eilanden en met Europees Nederland uit de middeleeuwen te halen. De oplossing is, zo constateerden de duurbetaalde onderzoekers destijds, met dank aan de technologische vooruitgang buitengewoon simpel: een grotendeels gedigitaliseerde BES Bank. Met een staatssecretaris die zijn sporen heeft verdiend in de IT-sector mag je verwachten dat er nu wel schot in komt. Of zoals Mooie Mona zei: “We moeten gewoon vol aan de bak”.
Dat mooie plaatjes bedrieglijk zijn, kwam deze week aan het licht door een juridische strijd om de ‘Cadushi of Bonaire’, een likeur van de gelijknamige distilleerderij in het voormalige slavendorp Rincon. Populair bij toeristen die graag een fles als souvenir mee naar huis nemen, maar daar – zonder een druppel te hebben genoten – een fikse kater aan overhouden. Want de douane op Schiphol neemt de flessen in beslag en geeft er een boete voor terug in de veronderstelling dat het goedje gebrouwen is van een door EU-regels beschermde cactussoort die is afgebeeld op het etiket. Dat de likeur gemaakt is van de op het eiland veel voorkomende cereus repandus melden de makers in alle promotionele uitingen. Een onvervalste ‘taste of Bonaire’ dus, denk je.
De distilleerderij sleepte de Staat der Nederlanden voor het gerecht en betoogde dat er geen spoortje cactus in de likeur zit. Hoewel twee laboratoriumtesten de juistheid van deze openbaring bevestigden, oordeelde de rechter dat de douaniers zich mogen verlaten op het etiket en de filmpjes op de website van ‘Cadushi’ die suggereren dat het brouwsel toch echt van de cereus repandus is gemaakt. Inmiddels heeft de douane besloten de invoer voorlopig te gedogen. Maar wie weet dat een gealarmeerde Autoriteit Consument & Markt de distilleerderij nog wel gaat beboeten voor boerenbedrog.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.