Den Haag – De Arubaanse regering heeft haar dreigement het Herdenkingscomité Slavernijverleden te boycotten gestand gedaan. Als het comité zich later deze maand officieel presenteert is dat zonder Arubaanse afgevaardigde. Het kabinet Wever-Croes geeft zo uiting aan zijn boosheid over de hoogte van de rente die Nederland in rekening brengt over de coronalening.
Aruba betaalt een hogere rente dan Curaçao en Sint Maarten omdat het lang heeft geweigerd mee te werken aan een Rijkswet financieel toezicht. Inmiddels is dat verzet gestaakt en is de rente een trede verlaagd, maar pas als de wet bij de parlementen is ingediend gaat deze verder omlaag. Op het hoogtepunt van de ruzie verweet minister-president Wever-Croes Nederland van koloniaal gedrag, waaraan ze toevoegde dat de destijds door premier Rutte gemaakte excuses hun betekenis hadden verloren.
Minister van Financiën en Cultuur Xiomara Maduro deed er tijdens een toespraak voor het Genootschap Aruba-Nederland een schepje bovenop door te stellen dat Aruba “160 jaar in de tijd werd teruggeworpen naar een periode waarin de koloniën wingewest waren”. Zij maakte de aanwezigen tijdens wat bedoeld was als een feestelijke bijeenkomst deelgenoot van het besluit de medewerking aan de herdenkingsagenda van de afschaffing van de slavernij op te schorten.
Nu blijkt dat Aruba definitief is afgehaakt. Mogelijk dat daarbij ook de aankondiging van staatssecretaris Szabó Transparency International onderzoek te laten doen naar de corruptie in het Caribisch deel van het Koninkrijk een rol heeft gespeeld. Een door dat nieuws overvallen Wever-Croes reageerde woedend.
Eerste subsidieronde in voorbereiding
Wie namens de andere eilanden zitting nemen in het herdenkingscomité wordt op 27 januari bekend gemaakt. Taak van het comité is o.a. het vergroten van kennis en bewustwording over het slavernijverleden. De beoogde comitéleden hebben inmiddels – zonder een vertegenwoordiger van Aruba – op Curaçao een werkweek bijgewoond. Het herdenkingscomité zal worden ondersteund door een werkorganisatie met vestigingen in het Nederlandse en het Caribische deel van het Koninkrijk.
Voor maatschappelijke initiatieven op de zes eilanden is door het vorige kabinet in totaal 33 miljoen euro uitgetrokken. In het voorjaar worden informatiebijeenkomsten gehouden waarin potentiële aanvragers te horen krijgen hoe het verdere proces verloopt.