Amsterdam – Gebrek aan data en budget staat vooralsnog een goed beeld van de corruptie in het Caribisch deel van het Koninkrijk in de weg. Dat heeft directeur Lousewies van der Laan van de Nederlandse vestiging van Transparency International aan staatssecretaris Zsolt Szabó laten weten. De bewindsman had haar uitgenodigd omdat hij inzicht wil in de corruptie op de eilanden.
Transparency publiceert jaarlijks de Global Corruption Barometer, maar vanwege gebrek aan budget ontbreekt daarin het Caribisch deel van het Koninkrijk. Dat komt ook niet voor in de Corruption Percpetions Index van TI omdat er te weinig bronnen zijn. Uitbreiding van de bronnen kan jaren duren dus langs die weg kan Szabó zijn woensdag jl. aan de Tweede Kamer gedane toezegging binnen een jaar te kunnen melden hoe het er voor staat niet nakomen.
Een snellere optie is het Caribbean Public Accountability Mechanisms (CariPAM) dat al in zes Caribische landen bestaat. Deze mechanismen onderzoeken vier thema’s gericht op bestuurlijke transparantie en verantwoordingsplicht: toegang tot informatie, financiële transparantie, belangenverstrengeling en politieke financiën. De CAS-landen zijn wel bekend met zogeheten National Integrity Studies (NIS), maar de meest actuele is die van 2022 over Aruba. De laatste studie over Curaçao dateert van 2013 waarvan aan veel van de aanbevelingen geen opvolging is gegeven.
Persbericht Transparency International-Nederland
Corruptiebestrijding in het Caribisch deel van het Koninkrijk
Amsterdam – Lousewies van der Laan en Bart Vollebergh bezochten vandaag staatssecretaris Szabó (Digitalisering en Koninkrijksrelaties). Hij had TI-NL uitgenodigd naar aanleiding van Kamervragen over corruptie in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De Kamervragen kwamen van PVV-kamerlid Peter van Haasen over de rol van Nederland bij het monitoren van corruptie op de eilanden, inclusief de criteria van Transparency International.
Tijdens de ontmoeting kwam de methodologie van de verschillende TI-indexen aan bod. De bekendste index van Transparancy International, de Corruption Percpetions Index (CPI), neemt de Caribische delen van het Koninkrijk nog niet mee in haar analyse. De CPI wordt opgesteld door het internationale secretariaat van Transparency International (TI) in Berlijn. TI-NL heeft toegelicht dat voor opname in de CPI het noodzakelijk is dat minstens drie van de dertien geraadpleegde bronnen gegevens moeten aanleveren over een land. Dat is voor de eilanden op dit moment nog niet het geval. Onder de geraadpleegde bronnen vallen bijvoorbeeld de Wereldbank, Freedom House en the Economist Intelligence Unit. TI doet zelf geen onderzoek, maar gebruikt al decennia dezelfde methodologie en bronnen, waardoor de CPI de wereld standaard is bij het meten van corruptie in de publieke sector. Indien de regering wil dat alle landen van het Koninkrijk worden meegenomen in de CPI dan kan ze overwegen daarover in gesprek te gaan met de verschillende instellingen.
Omdat dit jaren in beslag kan nemen heeft TI-NL ook uitgelegd wat op de korte termijn haalbaar zou kunnen zijn om corruptie op de eilanden te meten. Een optie is bijvoorbeeld het Caribbean Public Accountability Mechanisms (CariPAM). CariPAM meet de volledigheid van wettelijke kaders in Caribische landen en is al in zes Caribische landen gedaan: de Bahama’s, de Kaaimaneilanden, Guyana, Jamaica, St. Kitts en Nevis, en Trinidad en Tobago. Deze mechanismen onderzoeken vier thema’s gericht op bestuurlijke transparantie en verantwoordingsplicht: toegang tot informatie, financiële transparantie, belangenverstrengeling en politieke financiën.
Daarnaast publiceert Transparency International sinds 2003 ook de Global Corruption Barometer. Dit onderzoek brengt de ervaringen en meningen van burgers over corruptie wereldwijd in kaart. De meest recente versie voor de Caribische regio verzamelde gegevens over corruptie en omkoping in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Het Caribisch deel van het Koninkrijk is nog niet opgenomen in dit onderzoek, vanwege gebrek aan budget. Iedere 5 jaar is Europees Nederland aan de beurt, zie het meest recente onderzoek is van 2021.
Tenslotte zijn er op de CAS-eilanden (Curaçao, Aruba en Sint Maarten) zogeheten National Integrity Studies (NIS) uitgevoerd. Deze studies evalueren de nationale anticorruptiesystemen en leveren belangrijke gegevens over de stand van zaken ten aanzien van corruptie bestrijding. Deze rapporten analyseren nationale integriteitssystemen, zoals instellingen, wetten en praktijken die zorgen voor integriteit, transparantie en verantwoording. Wanneer een National Integrity System goed functioneert, bestrijden ze corruptie en misbruik. Het meest recente NIS-rapport werd in 2022 uitgevoerd op Aruba en presenteert relevante en recente aanbevelingen. De NIS over Curaçao is van 2013, maar helaas zijn veel aanbevelingen nog actueel. Door het grote detailniveau waarop de NIS-rapporten onderzoek doen, bieden zij concrete actiepunten waar de betreffende regering mee aan de slag kan.
Naast het toelichten van de verschillende opties en acties die mogelijk zijn hebben we gewezen op het belang van een sterk maatschappelijk middenveld bij bestrijding van corruptie. Er zijn op de eilanden veel experts, activisten, onderzoekers, journalisten en maatschappelijke organisaties die hard werken aan meer integriteit. Door hen te ondersteunen kan de regering een wezenlijke bijdrage leveren aan een effectief anti-corruptiebeleid.
Omdat de regering ambitieuze doelen heeft gesteld op het gebied van corruptiebestrijding in het regeerakkoord, zal TI-NL druk blijven uitoefenen om te zorgen dat het niet bij woorden blijft. De komende periode zal uitwijzen in hoeverre deze plannen in de praktijk worden gebracht.