COLUMN – Bericht uit Sint Eustatius

In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag maakt Elaine Marchena haar debuut met het bericht uit Sint Eustatius.

Strandavontuur

Door Elaine Marchena


Gefascineerd staar ik naar wat tot voor kort nog een fraai vulkanisch strand was. Het is zo een plakkerige, windstille middag in augustus en ik ben net op mijn scootertje naar ‘Smoke Alley’ getuft voor een verkwikkende duik in zee.

Wat ik zie is een veld vol gladgeslepen keien, in alle schakeringen tussen antraciet, grijs en steenrood. Alsof reuzen hier hun knikkerspel hebben achtergelaten. Bij wat de waterlijn had moeten zijn, kabbelt het zeewater zachtjes tussen de stenen, waarvan sommige glinsterend oplichten in de gloeiende zonnestralen.

Vergeefs speur ik de kustlijn af voor een pad naar zee. Niente strand! De bruinzwarte laag zand waarover je enkele weken terug nog comfortabel de zee in kon lopen, is totaal verdwenen… Dan dringt tot mij door dat dit natuurlijk een effect is van orkaan Beryl, die niet lang geleden op redelijk veilige afstand Statia en Saba passeerde.

Nou ben ik altijd stiekem toch wat opgelucht als zich in deze snikhete periode een – voor ons niet al te heftige – storm aandient. Ik geniet bij voorbaat al van de koelte die ontstaat met de slagregens, als iedereen gewaarschuwd en voorbereid veilig binnen zit. Ook de verandering van het landschap, van een gelig bruine dorheid naar sappig groen, is een verademing. En tegen de muggen en vliegen die dan verschijnen, kan je je wel verdedigen. Maar een minder leuke bijkomstigheid van zo een verfrissende storm is dus een verdwenen strand…

Vol ongeloof stap ik weer op mijn scooter en rij de Oranjebaaiweg verder af, naar het strandje achter de duikschool, dat iets beschutter ligt. Daar blijkt, op een piepklein strookje na, ook het hele strand weg te zijn! Een duikschoolmedewerker die ik daar tref, reageert gelaten. Voor de business is dit niet best: de beginnende duikers moeten nu met zware flessen op hun rug al struikelend over de keien het water in. En dan te bedenken dat het verdwenen zand enkele tientallen meters verderop op de zeebodem ligt.

Het wachten is nu op voldoende krachtige wind- en zeestromen vanuit het noorden om het zand weer terug te spoelen (Beryl kwam uit het zuiden). Dit kan enkele weken duren. Maar soms ook enkele maanden of nog langer. De week daarvoor was het postzegeltje strand nòg een meter korter, dus het lijkt de goede kant op te gaan. Een kwestie van geduld dus. Bij het minder beschermde ‘Smoke Alley’ deel van de kust kan het zelfs nog enkele jaren duren voordat er weer een substantieel strand ontstaat.

Voor een benedenwindse als ik blijft het wennen dat de meeste stranden aan de Caribische Zee-kant van Statia een tijdelijk fenomeen zijn. “Naar de baai gaan”, zoals we dat op mijn geboorte-eiland Curaçao zeggen, is hier niet altijd vanzelfsprekend. “Yeah mang, here we go with the flow”, hoorde ik laatst een wijze, oudere Statiaanse mijnheer nog zeggen. Gewoon meegaan met het moment dus, accepteren wat er (tijdelijk) niet is en genieten van wat er wel is.

Ik besluit naar het zwembad van het sportcentrum te rijden, om daar lekker nog wat baantjes te trekken.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.