Bonaire

COLUMN – Esthetische toevoeging

Het ritselt niet alleen in de Caribische politiek van de onbekwame bestuurders, ook het verkeer is vergeven van brokkenmakers. Een krant heeft onlangs berekend dat je op Curaçao een drie keer grotere kans (je zou ook van risico kunnen spreken) hebt door een verkeersongeluk aan je eindje te komen dan in Europees Nederland. Op Happy Aruba zal het niet veel veiliger zijn en zelfs op het lieflijke Bonaire (waar je nooit beboet zal worden voor door rood licht rijden) hebben de koddebeiers de handen vol om dronken autobestuurders van wat ze daar wegen noemen te halen.

Het Curaçaose toeristenbureau heeft ooit in een informatiekrant bezoekers voorbereid wat ze te wachten staat met waarschuwingen als: wees in een éénrichtingsstraat bedacht op tegemoetkomend verkeer en: wacht bij groen licht tot je zeker weet dat er van links en rechts geen auto’s meer komen. Kadushi kan zich uit zijn Curaçaose jaren herinneren dat aan het einde van de zondag naar Westpunt rijden een soort Russisch roulette was vanwege medeweggebruikers die zwaar beneveld van de beach barbecue over de volle wegbreedte laverend terugkeerden naar Willemstad.

Niemand die zich er druk om maakte, behalve dan de nabestaanden van slachtoffers. Zelfs rechters toonden in die tijd begrip voor de dodelijke cocktail van drank en verkeer. Een veroorzaker van een gruwelijk ongeluk, die volgens de politie niet meer op zijn slippers kon staan van de White Label, werd vaderlijk toegesproken: “Je weet toch dat je voorzichtig moet rijden als je gedronken hebt”… Een bijzondere vorm van omdenken die je ook nu nog op Bonaire tegenkomt. Als daar weer eens een fietser door een drinkebroer van zijn sokken is gereden, krijgt het eilandbestuur de schuld dat het geen vrij liggende fietspaden aanlegt.

Roekeloos weggebruik is geen kwestie van cultuurverschil, althans niet tussen het Caribisch en het Europees deel van het Koninkrijk. Als overlevende van het Curaçaose verkeersgeweld is Kadushi – na een tussenstop in de Randstad waar het juist heel veilig is omdat je voortdurend in de file staat – enkele jaren geleden verhuisd naar een dorpje op de Veluwe, dat met 1.700 veelal op zelfgestookte brandstof herrie makende bromfietsen zichzelf heeft uitgeroepen tot brommerhoofdstad. Zoals Bonaire – ook als je de tweebenige exemplaren niet meetelt – de ’s werelds ezel-capital is.

Hier loert het gevaar op elke straathoek. Zelfs op de stoep in 30-kilometerzones wordt de knoop van je kontzak gereden. Elke zaterdagavond is het code rood als boerenknechten na een bezoek aan de plaatselijke zuipkeet in hun opgevoerde brommobiel met hun klompen het gaspedaal diep intrappen om op tijd voor het ingaan van de verplichte zondagsrust een hooiberg op te zoeken om hun roes uit te slapen. Maar ook keurig ogende volwassenen scheuren door de smalle Dorpsstraat alsof de duivel hen op hielen zit. Wat in hart van de godvrezende Bible Belt misschien niet eens zo onwaarschijnlijk is.

Vandaag wordt Oud Luntersedag gevierd, zeg maar de tegenhanger van Dia di Boneiru. Het hele dorp loopt er, gestoken in boerenkiel, voor uit om de Reutemeteut – een optocht van tractoren en vaak van dubbelzinnige teksten voorziene boerenkarren – te aanschouwen. Al wekenlang wordt er naar toe geleefd. Bijkans huis aan huis hangt de vlag met het Lunterse Vrouwtje, tuinen worden versierd met lintjes in de geelgroene dorpskleuren, aan waslijnen en boven straten hangt oud-Lunterse kleding en de enige taal die vandaag gesproken wordt is het onnavolgbare Lunters. Vandaar een wat kortere column, want het feest barst zo in alle hevigheid los.

Maar eerst nog het toetje van de week. Na Aruba, Curaçao, Saba en honderden andere platgetreden vakantieoorden heeft Bonaire eindelijk ook wat het toeristenbureau met “trots” presenteert als een “eigen sign”: de naam van het eiland in kleurrijke menshoge letters. Het is “een strategische zet om de merkbekendheid en de bezoekerservaring te verbeteren”, bazelt de Tourism Corporation Bonaire in een snorkend persbericht. Ook de locatie is “strategisch”: het onlangs geopende Isidel Beach Park naast het qua vormgeving door de Bijlmerbajes geïnspireerde Chogogo Resort.

“Dit project is meer dan alleen een esthetische toevoeging aan ons eiland”, aldus TCB-baas Miles Mercera. “Het is een berekende zet om onze bezoekers uit te nodigen ons eiland te verkennen en hen aan te moedigen om de schoonheid van Isidel Beach Park te ervaren met zijn nieuwe Bonaire sign als oriëntatiepunt. Het is een belangrijk onderdeel van de lopende branding projecten, gericht op het vergroten van de visuele aantrekkingskracht van het eiland en het bieden van iconische plekken aan bezoekers om hun herinneringen vast te leggen.”

Tegen zo veel satire legt Kadushi het af. Op naar het feest.

Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.