Veel politici zijn net als water, dat zoekt ook altijd de weg van de minste weerstand. Wat was in de Caribische delen van het Koninkrijk ook al weer de les van de coronacrisis? Juist: investeren in verbreding van de economie zodat de eilanden minder afhankelijk worden van het toerisme. Een volgende pandemie zal dan niet zo’n ontwrichtende uitwerking hebben op de samenleving als covid. Diversificatie was het toverwoord dat politici economen na papegaaiden. Het omgekeerde is gebeurd: Aruba, Curaçao en Bonaire zijn meer dan ooit overgeleverd aan buitenlands bezoek.
De grenzen waren nog niet heropend of luchtvaartmaatschappijen werden verleid snel terug te keren door ze financiële compensatie in het vooruitzicht te stellen voor elke niet verkochte stoel. Deze zogeheten legestoelengarantie levert dubbel verlies op: je betaalt voor het ticket van een toerist die niet komt en dus ook niets op je eiland uitgeeft. Zo hebben toeristenbureaus miljoenen cadeau gedaan aan bedrijven waarmee je echt geen medelijden hoeft te hebben. Geld dat nuttiger besteed had kunnen worden aan het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid. Intussen rolden Curaçao en Bonaire ook nog de rode loper uit voor een luchtvaartmaatschappij die vooral handdoekjesleggende budgetreizigers aanvoert die wel eens wat anders believen dan de Turkse riviera. Wilde Bonaire niet een transitie maken van massa- naar kwaliteitstoerisme?
Aruba Curaçao en Bonaire breken bijna elke maand bezoekersrecords. Dat wordt uitbundig gevierd. De vraag is: hoe lang nog? Hoe veel meer gasten kunnen de eilanden aan voordat ze aan het veronderstelde succes ten onder gaan? Hoe lang duurt het nog voordat de bevolking zich niet meer thuis voelt op het eigen eiland? Her en der in de wereld komen burgers in verzet. Op de Canarische eilanden demonstreerden duizenden, in Barcelona worden toeristen bij wijze van protest met waterpistolen beschoten. Op Aruba (dat hard op weg is het Benidorm van de Cariben te worden), was er vorig jaar een begin van verzet, maar dat werd de kop ingedrukt met de arrestatie van de aanjager.
Destructiever dan geen toeristen is overtoerisme. Zodra roodverbrande vetschorten het vrije uitzicht belemmeren op de authentieke kanten die een bestemming aantrekkelijk maken, verdwijnen vakantiegangers ook weer als sneeuw voor de zon, het eiland kaalgevreten achterlatend als na een sprinkhanenplaag. Het Aziatische Bhutan wil dat voorkomen met een visitor tax van 200 dollar per dag. Het land heeft sindsdien geen last meer van toeristen waar het niet op zit te wachten. De 75 dollar die Bonaire vraagt voor het gehele verblijf – of dat nu een week, een maand of langer is – is, zo blijkt uit de groeicijfers, te weinig om het kaf van het koren te scheiden.
75 dollar is eveneens bij lange na niet voldoende om wat een toerist de gemeenschap kost te dekken. Nadat geleerde koppen eerder al hebben uitgerekend dat cruisepassagiers een bestemming soms meer kosten dan opleveren (als Bonaire niet meer dan één schip tegelijk toelaat, hoeft er geen tientallen miljoenen te worden gestoken in een nieuwe haven) wijzen steeds meer economen op de verborgen rekening van het verblijfstoerisme. De extra drukte jaagt de overheidsuitgaven aan publieke voorzieningen als infrastructuur, politie en afvalverwerking flink omhoog. De grootste opbrengsten gaan daarentegen vaak naar buitenlandse investeerders. De toegevoegde waarde voor de werkgelegenheid wordt zwaar overschat. Het gaat om laaggeschoold werk tegen het minimumloon waarvoor arbeidskrachten uit de regio worden geïmporteerd die op hun beurt het tekort aan betaalbare huisvesting vergroten.
Nu we het toch over vakantiegangers hebben: de onthulling – waarvoor een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur nodig was – dat de Eilandsraad van Bonaire bovenop de toch al niet kinderachtige fractievergoeding van een kleine miljoen in een jaar tijd voor bijna 700.000 dollar aan reiskosten heeft stukgesmeten zorgt voor heel wat gemor onder de bevolking waarvan een groot deel nauwelijks kan rondkomen. Zelf vinden de dames en heren volksvertegenwoordigers zo’n reisbudget afgezet tegen hun prestaties heel erg verantwoord. Maar toen was nog niet bekend dat de Staten van Curaçao met zijn 21’en nog niet eens de helft verreizen en dat zelf al te veel vinden. Je hebt nu eenmaal luxe ezels en werkpaarden, zullen we maar denken.
Deze week zijn de laatste van de midden juni uitgevlogen Eilandsraadsleden teruggekeerd naar Bonaire. Ze moesten wel, want een of andere onverlaat heeft bepaald dat de nieuwe gezaghebber John Soliano vandaag – midden in het reces – wordt geïnstalleerd. Waarnemer Nolly Oleana heeft vast naar dit moment uitgekeken. Nu kan hij eindelijk zijn droom waarmaken: een boerenbedrijf met als doel op een duurzame wijze voedsel produceren en zo een bijdrage leveren aan de zelfvoorzienendheid van het eiland. Dat maakt boodschappen goedkoper, verser en gezonder.
Landbouw is typisch zo’n sector die tot een bloeiende economische tak kan uitgroeien die niet meteen instort door een aanwaaiend virus. Misschien een idee wat minder miljoenen in toeristische promotie te steken en met dat geld groene initiatieven van lokale (startende) ondernemers te stimuleren. Vele, vele coalities geleden adviseerde uitvinder van de Blue Economy Gunter Pauli (lid van de Club van Rome) alle zwerfgeiten achter een hek te zetten en hun melk te gebruiken voor allerlei zuivelproducten tot en met ijsjes die met lokaal geteelde vruchten van een smaakje worden voorzien. Het was tegen politieke kwarteloren gericht. Als er wel naar hem was geluisterd, had schrijver Arnold Grünberg deze week in zijn column in de Volkskrant Bonaire niet kunnen afschilderen als een dorre ellende.
Dan – tot slot – kwam Kadushi nog een gerucht ter ore over de aanvoerder van de coalitie in de Bonairiaanse Eilandsraad, Daisy Coffie. Volgens doorgaans welingelichte kringen heeft zij de dienstreis naar Nederland benut om op huizenjacht te gaan. Kennelijk verwacht zij op korte termijn te worden aangesteld als eerste BES-bruggenhoofd in de residentie, zeg maar de tegenpool van wnd. rijksvertegenwoordiger Jan Helmond. Wellicht dat het per direct beschikbare voormalige Curaçaohuis aan de lommerrijke Badhuisweg in Scheveningen voor een prikkie – 7 ton of zo – kan worden overgenomen.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.