Den Haag – “De zes eilanden en gemeenschappen hebben een diepe indruk op mij gemaakt en de connectie die ik met hen heb ervaren zal ik altijd met mij meedragen”, aldus staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties Alexandra van Huffelen in wat leest als een afscheidsbrief.
Met een nog onbekende opvolger in aantocht lijkt de bewindsvrouw haar bureau flink te hebben willen opruimen door in één keer een omvangrijk pakket van 11 documenten en rapportages naar de Kamer te sturen. Zij dat doet aan de vooravond van wat zeer waarschijnlijk haar laatste debat (woensdag) is met de Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties.
Terugblik staatssecretaris Van Huffelen
Als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik ruim twee jaar lang de waarde én complexiteit van de Koninkrijksrelaties mogen ontdekken. Het Caribisch deel van het Koninkrijk is ongekend divers, met stuk voor stuk unieke eilanden en gemeenschappen met hun eigen behoeften en prioriteiten. Als bewindspersoon heb ik mij ingespannen om de band tussen Europees Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk te versterken, op basis van wederzijds respect en vertrouwen. Tegelijkertijd wilde ik concrete, merkbare vooruitgang voor de inwoners van de eilanden realiseren.
Vanuit dat oogpunt ben ik trots op wat dit kabinet de afgelopen jaren heeft bereikt. Er zijn met het verhogen van het minimumloon en uitkeringen zeer substantiële stappen gezet richting een sociaal minimum voor alle inwoners van Caribisch Nederland, om de grote armoede op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te bestrijden.
In het kader van comply or explain is en wordt er gewerkt aan het invoeren van wetgeving en beleid dat echt een verschil maakt in het leven van inwoners van Caribisch Nederland, zoals goede en betaalbare kinderopvang en meer woningen. Het kabinet heeft geld beschikbaar gesteld voor het verduurzamen van de energievoorziening in Caribisch Nederland, het stimuleren van de economische ontwikkeling van de eilanden en het verbeteren van de kwaliteit van de natuur. Met de benoeming van een gezaghebber op Sint Eustatius in april dit jaar is de bestuurlijke ingreep op dat eiland beëindigd.
Met alle drie de eilanden heb ik gewerkt aan de eerste grondige herziening van de WolBES en de FinBES sinds 10 oktober 2010. Bij Voorjaarsnota heeft het kabinet daarnaast voorstellen gedaan om de openbare lichamen van Caribisch Nederland voor hun structurele taken ook van adequate structurele financiering te voorzien.
Met de autonome Caribische landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten heb ik de Onderlinge Regeling Samenwerken bij Hervormingen afgesloten. Met deze Onderlinge Regeling werken de vier landen in het Koninkrijk nu samen aan landspakketten met hervormingen die van groot belang zijn om de economische weerbaarheid van de Caribische landen te versterken, en doen we dat op basis van een gelijkwaardige samenwerking met heldere en controleerbare afspraken.
Ik ben verheugd over het bereiken van een bestuurlijk akkoord met Aruba over de totstandkoming van een rijkswet voor het financieel toezicht en over het akkoord dat Curaçao en Sint Maarten hebben gesloten als oplossing voor de problemen bij pensioenverzekeraar ENNIA. De afgelopen jaren is ook hard gewerkt om samen met Sint Maarten en de Wereldbank de wederopbouw na orkanen Irma en José te realiseren, waarbij een duurzamere toekomst voor de Sint Maartense inwoners voorop stond. Al deze voorbeelden laten zien dat wij met geduld, respect en een gezamenlijk doel voor ogen, de levens van inwoners van de landen zichtbaar kunnen verbeteren.
Een belangrijk moment dat de afgelopen kabinetsperiode een grote impact heeft gehad in de relatie tussen Europees Nederland en de eilanden is het aanbieden van excuses voor het Nederlands handelen tijdens het slavernijverleden, door de minister-president en door de Koning. De rehabilitatie van Tula in het bijzonder markeert een belangrijk moment voor de bevolking van Curaçao. De indringende en confronterende gesprekken die ik over dit onderwerp heb gevoerd maakten veel indruk en hebben mij persoonlijk erg geraakt. Het onderstreept het belang van het voortzetten van de dialoog.
De bijzondere en complexe historische verbinding tussen alle delen van het Koninkrijk is zeer bijzonder en vergt van ons allen een continue inspanning, vanuit vertrouwen en gezamenlijkheid. De talloze contacten en ervaringen die ik tijdens mijn bezoeken de afgelopen jaren aan het Caribisch deel van het Koninkrijk heb opgedaan zijn mij zeer dierbaar. De zes eilanden en gemeenschappen hebben een diepe indruk op mij gemaakt en de connectie die ik met hen heb ervaren zal ik altijd met mij meedragen.
Klik HIER voor de gehele brief en alle meegestuurde documenten