Den Haag – Het is volstrekt onduidelijk wat de nieuwe coalitie van PVV, NSC, VVD en BBB in petto heeft voor de Caribische delen van het Koninkrijk. Van niet alle toezeggingen die door het huidige regering zijn gedaan, staat vast dat het nieuwe kabinet die gestand doet, blijkt uit de analyse door ambtenaren van het ‘hoofdlijnenakkoord’.
Ambtelijke analyse m.b.t. de koninkrijksrelaties
Het hoofdlijnenakkoord bevat geen expliciete beleidswijzigingen ten aanzien van de positie van Nederland ten opzichte van de autonome landen binnen het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) of voor het Rijksbeleid ten aanzien van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Ook is het in dit kader relevant dat het hoofdlijnenakkoord niet ingaat op de excuses voor het slavernijverleden.
Onder meer de middelen die tot en met 2027 begroot zijn voor hervormingstrajecten in de Caribische landen blijven behouden. Ook recente intensiveringen ten aanzien van Caribisch Nederland, zoals structurele maatregelen in het kader van bestaanszekerheid en recente toevoegingen aan het BES-fonds bij Voorjaarsnota, blijven staan. Daarmee kan de inzet van BZK op deze terreinen gecontinueerd worden en kan de focus de komende jaren liggen op uitwerking en uitvoering van ingezet beleid. Gelet op de extra taken en middelen die de afgelopen jaren bij DGKR zijn belegd en de bestaande werkdruk binnen de organisatie, is een taakstelling van 22% onverenigbaar met de opgave van het DG.
In het coalitieakkoord van Rutte IV is besloten tot de openstelling van diverse fondsen voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Met de openstelling van het Nationaal Groeifonds zou 2 x € 100 miljoen voor de Caribische landen en € 30 miljoen voor Caribisch Nederland gemoeid zijn. Met de “uitfasering” van het NGF is onzeker of deze middelen – die in nauw overleg met EZK en Fin waren aangemerkt als bestuurlijk verplicht – behouden zullen blijven. Het voorlopige beeld is dat de eerste €100 miljoen voor de landen en €30 miljoen voor Caribisch Nederland blijven staan, maar dat een tweede tranche van €100 miljoen
waarover later nog politieke besluitvorming vereist was onder de €6,8 miljard ombuiging zit. De impact van het hoofdlijnenakkoord voor de middelen voor het Caribisch deel van het Koninkrijk vanuit Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) en de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) is nog onduidelijk. De SDE++-middelen als geheel worden vanaf 2026 jaarlijks met 1 miljard afgeroomd.
Als coördinerend departement voor Caribisch Nederland is het voor BZK van belang hoe Caribisch Nederland door de verantwoordelijke departementen wordt meegenomen in de maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord, zoals de regioaanpak, de inzet op klimaatadaptatie, het verbeteren van infrastructuur en bereikbaarheid, het aanpakken van kinderarmoede en het versterken van de bestaanszekerheid. Vanuit het principe comply or explain zijn alle beleidsintensiveringen en de daaruit voortvloeiende wetgeving en/of financiële consequenties van toepassing op Caribisch Nederland.
Een specifiek aandachtspunt in de bestuurlijke verhoudingen met Caribisch Nederland is ook de uitwerking van een regionalisering van het kiesstelsel voor Caribisch Nederland.
Gelet op de zeer beperkte inhoudelijke agenda voor de Koninkrijksrelaties, biedt het uitwerken van het regeerprogramma kansen om verder te blijven werken aan een meerjarige agenda voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Er zijn procesmatige risico’s, die afhangen van de aard van het regeerprogramma, de tijd die hiervoor wordt uitgetrokken en de portefeuille van de bewindspersoon belast met Koninkrijksrelaties. Indien er op korte termijn een gedetailleerd programma gemaakt moet worden, de bewindspersoon geen achtergrond heeft op het thema en de bewindspersoon een zware portefeuille heeft, zal het moeilijk worden om voldoende gevoel bij en binding met het thema te krijgen voor het opstellen van een regeerprogramma.
Het goed op elkaar afstemmen van de ambities van de departementen voor Caribisch Nederland met het oog op uitvoerbaarheid en haalbaarheid is een speerpunt voor DGKR. Het is van groot belang dat er goede interdepartementale afstemming plaatsvindt over het programma voor Caribisch Nederland.