Den Haag – Voorzitter Edgard Vrolijk van de Staten van Aruba heeft in zijn toespraak bij de opening van het Interparlementair Koninkrijksoverleg de titel van het Nederlandse formatie-akkoord doorvertaald naar het gehele Koninkrijk.
Openingsspeech Statenvoorzitter Vrolijk
Nadat het IPKO in het Caribisch deel is uitgesteld, is het voor mij een groot genoegen om u weer te kunnen toespreken hier in Nederland. Ik kijk om mij heen en zie vele nieuwe gezichten, met name in de Nederlandse delegatie alsook in de delegatie van Sint Maarten. Ik kijk er naar uit om gedurende deze dagen kennis met u allen te maken en goede en constructieve gesprekken te kunnen voeren ter zake koninkrijksaangelegenheden die ons aandacht als volksvertegenwoordigers vergen. Laten wij gebruik maken van dit duurzame contactplatform om onze zorgen, vooruitzichten en ‘best practices’ met elkaar te delen.
Een druk programma vergt mijnerzijds een korte toespraak. De geagendeerde onderwerpen: zoals de armoedebestrijding, het onderwijs, de criminaliteit en het bestrijden daarvan, de veiligheid en leefbaarheid van onze samenlevingen dienen op grondige wijze besproken te worden en eisen onze aandacht. Samen moeten wij deze problemen aanpakken. Het zijn maatschappelijke problemen die een brede aanpak nodig hebben. Dat kost allemaal tijd, een goede planning, geld en expertise. Een belangrijk component is ook het luisteren naar de bestaande behoeften van onze respectievelijke samenlevingen. Het zou idealistisch zijn om te zeggen dat elk land zelfstandig deze problemen zou kunnen aanpakken, maar ik ben overtuigd dat indien wij samenkomen en onze krachten bundelen, er positieve resultaten bereikt kunnen worden. Als volksvertegenwoordigers wordt dit ook van ons verwacht: geen bestwil, maar daden.
Ik haak dan ook direct in op het Hoofdlijnenakkoord 2024 – 2028 dat recentelijk bekend is gemaakt. Het akkoord stoelt op drie woorden: HOOP, LEF en TROTS. Hoewel het akkoord hoofdzakelijk vanuit Nederlands perspectief geschreven is, wil ik het belang van die drie woorden voor het Koninkrijk in het geheel benadrukken.
Een ieder van ons die vanochtend aanwezig is, is het wel eens dat wij allemaal trots zijn op onze landen, op onze gemeenschappen, onze eigen identiteit en cultuur waar wij ons allemaal voor inzetten. Vanuit Caribisch perspectief kan ik alleen beamen wat het Hoofdlijnenakkoord 2024 aangeeft, namelijk dat het Caribisch deel van het Koninkrijk waardevol is en waarmee wij als leden van het Koninkrijk met trots moeten omgaan.
Uitgaande van voornoemde trots spreek ik ook de hoop uit, omdat wij gezamenlijk onze verschillen bespreekbaar kunnen maken, niet als verwijt maar als voornemen om een sterkere rechtstaat te creëren met gelijkwaardigheid (niet gelijkheid) en respect als essentiële bouwstenen binnen het Koninkrijk .
Laten we met lef het ingebouwde democratisch deficit daterend uit een koloniaal verleden openhartig bespreekbaar maken. Het onderwerp staat permanent op de agenda van het IPKO, laten wij gezamenlijk komen tot reële en werkbare afspraken. Uitgangspunt binnen het Koninkrijk is dat elk land zijn eigen belangen zelfstandig moet kunnen behartigen. Dit betekent dat geen land binnen het Koninkrijk zelfstandig kan bepalen wat goed of effectief is voor een ander land, zonder voorafgaande consultatie met het desbetreffende land, althans niet op basis van gelijkwaardigheid maar vanuit een historisch ongelijke machtsverhouding. Zo stelt artikel 43 van het Statuut wat ik hierboven aankaartte dat elk der landen zorg draagt voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en deugdelijkheid van bestuur, maar niet voor de waarborging daarvan. Dat wordt aan het Koninkrijk overgelaten.
De kans om deze discussie te voeren wordt ons door het IPKO verleend en laten wij van die gelegenheid goed gebruik maken. Een eerder plan om deze discussie tijdens een Koninkrijksconferentie te voeren is tot heden niet verwezenlijkt. Laten wij dan samen als forum met concrete voorstellen en vragen komen gericht aan de Koninkrijksregering en aan onze eigen regeringen over dit onderwerp en hoe wij denken hiermee verder om te kunnen gaan.
Ik dank U allen voor Uw aandacht en wens U een zeer productief IPKO toe.