Hoe vaak zal Wilders degene hebben vervloekt die ruim 4 eeuwen geleden de dure vergissing beging te veronderstellen dat die eilanden in de Caribische Zee waardevol zijn en besloot de West-Indische Compagnie op te richten? Nog maar een paar jaar geleden taxeerde de PVV-leider ze op 1 euro. En nu heeft hij, om de baas van Den Haag te worden, zijn handtekening gezet onder een ‘hoofdlijnenakkoord’ waarin de zin is opgenomen dat “Nederland het Caribisch deel van het Koninkrijk als waardevol beschouwt”. Dat moet wel even slikken geweest zijn: door toedoen van de WIC zit het moederland opgescheept met een geldvretend hoofdpijndossier waar het – bij wijze van terechte straf, dat wel – nooit meer vanaf komt.
De kwalificatie ‘waardevol’ – verstopt in 25 pagina’s vol onfrisse symboolpolitiek en financieel dan wel juridisch niet waar te maken beloften – is dan ook in het gunstigste geval een leugen om te voorkomen dat ze zich in de West op voorhand al door het in de maak zijnde rariteitenkabinet van PVV-BBB, VVD en NSC op de uitschuifbare tenen getrapt voelen. Want wat zou je – vanuit Hollands koopmansperspectief – waardevol kunnen vinden aan de voormalige koloniën?
Dat de koninkrijksrelaties geen bron van onverdeeld genoegen vormen, wordt duidelijk als je de oogst van deze week beziet. Staatssecretaris Van Huffelen stuurde de uitkomsten van een grondige evaluatie van de samenwerking naar de Tweede Kamer. En wat – surprise surprise – blijkt? Er bestaan grote twijfels over de doelmatigheid van de honderden miljoenen die jaarlijks door Nederland in de autonome landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten worden gepompt. Ondanks een Rijkswet, feestelijk ondertekende protocollen en andere plechtig gedane toezeggingen is het financieel beheer door de landen niet verbeterd. Het College financieel toezicht kan een ruim bemeten pakhuis vullen met in de wind geslagen adviezen.
Op Aruba schrikt regeringspartij MEP er niet voor terug de beginselen van de parlementaire democratie buitenspel te zetten om te voorkomen dat een meerderheid in de Staten si zou zeggen tegen het openstellen van het burgerlijk huwelijk voor stellen van gelijk geslacht. Een pyrrusoverwinning, want over enkele weken zal de Hoge Raad de regeringen van Aruba (en Curaçao) per vonnis opleggen het homohuwelijk toe te staan. Waarmee het naleven van andere basale mensenrechten nog allerminst zeker is gesteld, maar dat terzijde.
Op Curaçao opende de minister van Financiën Javier Silvania de aanval op de Algemene Rekenkamer. Die had het gewaagd bij de Jaarrekening 2022 een kritische kanttekening te plaatsen over een onrechtmatigheid van meer dan een half miljard: er is ruim 300 miljoen meer uitgegeven en 200 miljoen minder ontvangen dan begroot. Op de hem geëigende wijze – via Facebook – gelastte de minister de toch echt onafhankelijke Rekenkamer de kritiek in te slikken. Niet dat instituties onfeilbaar zijn: deze week stond de oud-president van de Centrale Bank van de Nederlandse Antillen terecht op verdenking een greep in de kas te hebben gedaan.
Op Sint Maarten is het verlies van de verkiezingen voor de ‘eeuwige’ regeringspartijen National Alliance en United People’s Party zo zuur dat ze de installatie saboteren van twee Statenleden die de zetels van hun naar het kabinet doorgeschoven partijgenoten moeten opvullen. Tot drie keer toe strooide de nieuwe oppositie zand in de parlementaire motor dus is het wachten op een ordebevel van de gouverneur en anders een gang naar de rechter. Wellicht dat de overzeese politici rechtstatelijkheidsexpert Pieter Omtzigt een keer moeten consulteren.
Dat geldt zeker ook voor de leden van de Eilandsraad van Bonaire. Die lapten de eigen regels aan de laars door met één hamerslag een griffier en een waarnemend interim-griffier te benoemen plus de aanstelling van de huidige interim-griffier te verlengen. Gelijktijdig kreeg de Eilandsraad van Van Huffelen op zijn kop dat de eerder vastgestelde begrotingswijziging niet rechtsgeldig is als gevolg van procedurele fouten. Misschien dat de uit een langdurige coma ontwaakte dienst Toezicht & Handhaving in plaats van ondernemers te pesten de pijlen eens op de dorpspolitiek kan richten.
Bonaire valt meer te verwijten: daar liep Geert Wilders vorig jaar tijdens zijn vakantie Ronald Plasterk tegen het gebruinde, al dan net in een speedo lijf. In het bijzijn van de echtgenotes volgde er een geanimeerd diner wat weer leidde tot de promotie van Plasterk tot informateur. En nu is hij Wilders’ favoriet voor het premierschap. Dat ze elkaar in het verleden grof beledigd hebben, is kennelijk vergeven en vergeten. Plasterk twitterde ooit dat VVD en CDA zich kapot moesten schamen om met Wilders als gedoger in zee te gaan. En Wilders maakte Plasterk onder meer uit voor ‘amateur’.
Naar dat laatste had Plasterk het dan ook gemaakt met twee weinig indrukmakende ministerschappen waaraan hij de titels ‘minister van feesten en partijen’ en ‘minister van lege dozen’ dankt. D66-leider Pechtold noemde hem de minister tegen Koninkrijksrelaties omdat hij voortdurend ruzie maakte met de eilanden. Dat valt meer bewindspersonen aan te wrijven, maar feit is dat praalhans Plasterk er op het gebied van de koninkrijksrelaties helemaal niets van heeft gebakken. Symbolisch daarvoor is de foto van zijn vlucht via de achterdeur van het Bestuurskantoor op Bonaire omdat het hem dun door de broek liep vanwege een handjevol luidruchtige, maar vreedzame demonstranten.
Of Nederland daadwerkelijk een held op sokken (en ook nog eens niet te overtreffen ijdeltuit) als minister-president krijgt, is nog even de vraag. Tegen Plasterk loopt een onderzoek of hij zich heeft verrijkt door een patent dat hem niet toekomt te verzilveren en zo 32 miljoen te toucheren. En mocht het Kabinet Plasterk toch binnenkort op het bordes staan, dan kan de oppositie altijd nog de Statiaanse politicus Clyde van Putten inhuren om de nieuwe premier het leven zuur te maken.
Een op de vlucht geslagen Plasterk (foto: Stephan Kogelman)
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.