Den Haag – Het financieel beheer van Aruba, Curaçao en Sint Maarten is in de periode 2016-2022 ondanks de Rijkswet financieel toezicht, het College financieel toezicht en andere ‘beleidsinstrumenten, niet verbeterd. Dat is de conclusie van een in opdracht van het ministerie van BZK uitgevoerde evaluatie.
“Te overwegen valt om het realiseren van adequaat financieel beheer als (sub)doelstelling te benadrukken. Financieel beheer is reeds onderdeel van de Rft maar krijgt vooralsnog te weinig aandacht. Belangrijk is om ervoor te zorgen dat deze doelen ook worden bereikt en structureel op de beleidsagenda staan. Dit speelt in de driehoek van (1) het betreffende land zelf, (2) BZK waaronder de TWO en (3) het C(A)ft, waarbij elke partij een eigen verantwoordelijkheid en rol heeft. Er ligt daarbij een grote verantwoordelijkheid bij de landen zelf om het financieel beheer te verbeteren en de werkwijze en cultuur te realiseren die passen bij adequaat financieel beheer”, aldus de onderzoekers.
In reactie op het evaluatieverslag zegt staatssecretaris Van Huffelen dat “er middels de landspakketten reeds afspraken zjn gemaakt over het doorvoeren van verbeteringen op deze onderwerpen. Daarbij ligt een grote verantwoordelijkheid bij de landen zelf.”