Amsterdam – Burgers in het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn zich onvoldoende bewust dat zij bij de Europese Unie horen en dus ook een beroep kunnen doen op het EU-recht. Zelfs bij rechters bestaan daarover misverstanden, constateert jurist Wessel Geursen die vorige week aan de Vrije Universiteit in Amsterdam is gepromoveerd.
Geursen deed 15 jaar lang onderzoek naar de territoriale reikwijdte van het EU-recht. Hij signaleerde onder meer dat rechters het EU-recht niet van toepassing verklaarden met als argument dat Curaçao niet op de lijst van EU-lidstaten wordt vermeld. “Maar ook het land Nederland staat daar niet op. Het Koninkrijk der Nederlanden is de lidstaat. De Nederlandse staatsburgers die in de Caribische delen van het Koninkrijk wonen, zijn daarom ook EU-burgers op wie het EU-recht van toepassing is”, aldus Geursen, die naast zijn werk als onderzoeker werkzaam voor de Nederlandse mededingingsautoriteit ACM als senior jurist.
Andersom lijkt Den Haag vaak te ‘vergeten’ de Caribische landen te betrekken bij EU-recht dat hen raakt en ook om nieuwe toetredingsverdragen en EU-wijzigingsverdragen, zoals laatstelijk het Verdrag van Lissabon, namens het gehele Koninkrijk te bekrachtigen; nu gebeurt dat steeds alleen namens Europees Nederland.
Geursen adviseert de eilanden, hun inwoners en bedrijven beter te informeren over hun verbondenheid met de EU en de rechten en plichten die zij daaraan kunnen ontlenen. Wat hem betreft zouden de landen, hun regeringen en Staten door ‘Den Haag’ meer moeten worden betrokken bij het Europese wetgevingsproces omdat EU-regels ook van invloed kunnen zijn op het dagelijkse leven de eilanden.