Altijd gedacht dat ‘men’ in de Cariben socialer met elkaar omgaat dan in het kille, zakelijke, egocentrische, betweterige en vrekkige moederland. Dat zelfs degenen die zelf ook niet baden in weelde, bereid zijn desnoods hun laatste brood te delen met eilandgenoten die nog minder te verteren hebben. Want in kleine gemeenschapen is de onderlinge solidariteit immers groot. Althans, dat hoor je eilandelijke bobo’s nogal eens bij officiële gelegenheden verkondigen.
Hoe groot is de bewondering niet voor al die moedige politici die keer op keer Den Haag voor de voeten hebben geworpen niks te doen tegen de sinds 2010 alleen maar uitdijende armoede en hartstochtelijk jaar in jaar uit hebben gepleit voor invoering van een sociaal minimum waardoor minimumloners en uitkeringsgerechtigden verzekerd zijn van een fatsoenlijk inkomen zodat ze niet twee of drie banen nodig hebben om de maand rond te komen.
Helaas, het blijkt een illusie. Of raker gezegd: bedrog. Nu het – met dank aan de Commissie Thodé – wettelijk minimumloon in Caribisch Nederland per 1 juli naar een leefbaar niveau wordt verhoogd, vallen lokale bestuurders lelijk door de mand. In de deze week gepubliceerde Voorjaarsnota is te lezen dat het kabinet 5 miljoen extra uittrekt om de openbare lichamen te compenseren voor hun hogere personeelslasten als gevolg van de stijging van het minimumloon. Hè? Werkgevers worden toch al ruimhartig schadeloos gesteld door een algehele verlaging van de premies?
Het antwoord staat in de kleine lettertjes op pagina honderdzoveel van de Voorjaarsnota: “De verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML) veroorzaakt, ondanks de verlaging van werkgeverslasten, extra kosten voor de openbare lichamen, die niet volledig door de reguliere loon- en prijsbijstelling kunnen worden gedekt. Dit komt doordat de openbare lichamen relatief meer medewerkers aan de onderkant van het loongebouw hebben.” Als werkgever zijn Bestuurscolleges en Eilandsraden dus helemaal niet zo sociaal als je van ze mag verwachten.
In hun praatjes voor de camera tot tranen toe begaan met hun berooide burgers, maar qua daden gewoon harteloze uitbuiters die een groot deel van hun werkvolk jaar in jaar uit met een schamel loontje afscheepten dat ver onder het bestaansminimum ligt. Overzeese ministers beschimpen vanwege hun krenterigheid, maar intussen in eigen huis de shon uithangen. In plaats van andere werkgevers het goede voorbeeld te geven, laten ze het eigen personeel op een houtje bijten. Zet dat eens af tegen de zelfverwennerij van de Rupjes Nooitgenoeg die om een onverklaarbare reden toegelaten zijn tot het ambt van volksvertegenwoordiger.
Terwijl die businessclass en snurkend in vijfsterrenhotels de wereld bereizen, zijn er ambtenaren die uit armoede met drie generaties een gammel huis delen. Maar oh wee als het om de huisvesting van politici zelf gaat, zoals op Bonaire waar Pasanggrahan een grondige opknapbeurt krijgt. Tenminste, dat was de bedoeling. Het lukt de dorpsraad niet een verbouwinkje van het eigen onderkomen voor elkaar te boksen. Het werk is echter, hoe verrassend, met de Caribische slag gedaan: half (alleen de bovenverdieping) en de uitvoering daarvan laat ook nog eens zeer te wensen over. “De renovatie is verre van voltooid en delen die zijn gerenoveerd vertonen gebreken”, kregen raadsleden onlangs tijdens een commissievergadering van voorzitter Daisy – ‘Juffrouw Ooievaar’ – Coffie (M21) te horen.
Veel vertrouwen in een goede afloop is er kennelijk niet, want het contract met de tijdelijke huisbaas is voor het lieve sommetje van 15.000 dollar per maand meteen maar met een jaar verlengd. Of die extra kosten worden verhaald op de falende aannemer is onbekend. Met de geplande uitbreiding van het aantal zetels naar 19 (met in 2027 het eerste stapje naar 11) is het overigens de vraag of het monumentale pand niet nog veel grondiger op de schop moet. Nu maar hopen dat men geen advies inwint bij de experts die de verbouwing van het Binnenhof voor 2 miljard uit de klauwen laten lopen.
Dat bedrag is inclusief de raamloze, naar staatssecretaris Van Huffelen te vernoemen kelder voor het beknorren van Bonairiaanse politici als die weer eens te inhalig zijn. Dit laatste is uiteraard een grapje. Kadushi zegt het er veiligheidshalve maar bij, want voor je het weet slikken andere media het voor waar. Eén etmaal mocht hij op dit digitale winkeltje passen en meteen is het verschrikkelijk misgegaan. Degene die dagelijks op deze plek nieuws over de koninkrijksrelaties post, wilde ook wel eens een dagje vrij en dat werd Tweede Paasdag. Bij afwezigheid van echt nieuws – het koude deel van het Koninkrijk verveelde zich op een meubelboulevard en het andere deel zocht het strand of het casino op – dacht uw columnist die enkele achtergebleven lezer te vermaken met een paar onschuldige 1 aprilgrapjes.
In de overtuiging voldoende hints te hebben verstopt die de wakkere lezer meteen zouden alarmeren, bracht DossierKoninkrijksrelaties de ‘primeur’ dat er aan de formatietafel een akkoord is om van het Caribisch deel van het Koninkrijk een extraparlementaire provincie te maken. Even vergeten dat het op eilanden gebruik is elkaar zonder te verifiëren na te papegaaien, dus vroeg TV Direct een oud-Statenlid een uitgebreide analyse te geven. De copypasters van de Curaçao Chronicle zetten de Daily Herald op het spoor van het grote nieuws. Tijdens haar wekelijkse persconferentie nam een in haar wiek geschoten minister-president Silveria Jacobs (Sint Maarten) uitgebreid de tijd om het provinciemodel af te branden en een prominente politicus vulde er een hele podcast mee.
Tegen kijkers, luisteraars en lezers op de eilanden zegt Kadushi: excuus dat u door zijn toedoen bent misleid. Maar u is nu gewaarschuwd dat uw favoriete radio- en tv-programma, krant en nieuwssite misschien wel vaker de grootste kul zonder nadenken aan u voorschotelen.
____________________________________________________________
(advertentie)
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.