Door René Zwart
As we speak verzamelt zich een bont gezelschap van gedeputeerden en eilandsraadsleden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba plus ondersteuning en een legertje ambtenaren van de Directie Koninkrijksrelaties van het ministerie van BZK onder aanvoering van staatssecretaris Van Hufffelen voor een driedaagse ‘werkconferentie’ over de herziening van de WolBES en de FinBES, de wetten waarin de bestuurlijke en financiën verhoudingen van de openbare lichamen met het Rijk zijn geregeld.
Onbekend is of gastvrouw Van Huffelen bewust heeft gekozen voor een vergaderoord buiten Den Haag, in een rustgevende omgeving aan de rand van de bosrijke Utrechtse Heuvelrug en ver van ander afleidend vertier. Zoals ze wellicht ook een hint aan de delegaties wil geven dat je als overheid zuinig moet omgaan met belastinggeld door haar gasten in een Van der Valkhotel onder te brengen. Dat is vooral voor de Bonairianen even wennen, want die logeren tijdens hun ruim 2 weken durend verblijf in Nederland in het 5 sterren tellende Hilton te ’s-Gravenhage.
Een poging om tijdens de werkconferentie als een gesloten front op te treden, mislukte omdat Bonaire zich tijdens de voorbereidende BES-top op Sint Maarten gedroeg als “het nieuwe Curaçao”, Saba het verweet kreeg “te veel aan het handje van Nederland te lopen” en Sint Eustatius wil morrelen aan zijn staatkundige positie. Vandaar dat de eilandelijke politici met eigen wensenlijstjes, overigens ten dele wel overlappend, op het vliegtuig richting moederland zijn gestapt.
De titel ‘werkconferentie’ is door BZK gekozen om duidelijk te maken dat er geen sprake is van onderhandelingen. Dat wordt nog eens onderstreept door de keuze voor een onafhankelijke voorzitter, Hof-president Mauritsz de Kort. Bovendien heeft het ministerie vooraf de bandbreedte aangegeven: “De conferentie is de afronding van het consultatieproces en heeft niet als doel om de constitutionele verhoudingen, het Statuut voor het Koninkrijk en/of de Grondwet te bespreken.”
De herziening van de WolBES en FinBES is bedoeld om de eilanden meer bestuurlijke en financiële zelfstandigheid te geven, de bureaucratie terug te dringen, onverklaarbare verschillen met gemeenten weg te nemen en meer rekening te houden met de verschillen tussen de eilanden. Beide wetten stammen uit 2010, het jaar waarin het land Nederlandse Antillen werd opgeheven en Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbare lichamen in het Nederlandse staatsbestel werden opgenomen. Al in 2011 constateerde toenmalig Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP) dat de eilanden tussen wal en schip dreigden te vallen: op VWS en OCW na stonden ministeries met SZW voorop niet te trappelen zich om hun stukje extra werkgebied te bekommeren.
Van Raak pleitte voor een sterke coördinerende rol van BZK. In de jaren daarna deden de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Inspectie Signalering Begeleiding, de commissie Van Gastel/Thunissen/Johnson en in 2015 de Commissie Spies dat ook. Die laatste stelde dat er een gezamenlijke visie op het voorzieningenniveau ontbrak en drong er op aan een integraal plan voor de ontwikkeling van de eilanden te maken. Minister van BZK Plasterk nam niet eens de moeite het rapport in ontvangst te nemen. Het exemplaar dat hij van zijn ambtenaren kreeg, heeft hij vermoedelijk nooit ingekeken.
In 2017 greep de Commissie van Wijzen (Refunjol/Franssen) haar onderzoek naar bestuurlijke misstanden op Statia aan om het Rijk een draai om de oren te geven voor de onachtzame manier van omgaan met de bijzondere gemeenten. Een jaar later verzocht opvolger staatssecretaris Knops de Raad van State om een zogeheten ‘voorlichting’ over hoe de samenwerking tussen de ministeries en de BES-eilanden in de praktijk verliep. Parallel daaraan vond er een Interdepartementaal Beleidsonderzoek plaats.
Pas toen – met vele kilo’s aan rapporten op tafel over wat er allemaal mis was – drong het tot Den Haag door dat er meer nodig was dan wat lapwerk: in overleg met de Bestuurscolleges en stakeholders als het Cft werd een grondige herziening van de WolBES en FinBES voorbereid. Het resultaat werd een jaar geleden gepresenteerd. De belangrijkste (voorgenomen) wijzigingen:
- De functie van Rijksvertegenwoordiger verdwijnt. Zijn taken worden verdeeld over de gezaghebber en de minister van BZK. Nettobesparing: 4 ton.
- De Eilandsraad krijgt net als gemeenten het recht kandidaat-gezaghebbers voor te dragen.
- Een op te richten Bureau Bestuurlijke Betrekkingen gaat functioneren als belangenbehartiger van de eilanden in de relatie met het Rijk. BZK stelt hiervoor 3 ton beschikbaar.
- De Eilandsraden krijgen structureel 3,5 ton voor versterking van de ondersteuning.
- Het toezicht (door de Rijksvertegenwoordiger) op personeelsbenoemingen vervalt.
- De Eilandsraden worden uitgebreid naar 19 leden op Bonaire, 11 op Statia en 9 op Saba.
- Het aantal gedeputeerden wordt uitgebreid naar 5 op Bonaire en 3 op Statia en Saba.
- Het financieel toezicht en de rapportageplicht worden verlicht.
- Het aangaan van leningen wordt de eilanden nog niet meteen toegestaan, maar de optie wordt opengehouden dit via een nota van wijziging alsnog mogelijk te maken.
De vraag is met welke verwachtingen de delegaties het overleg ingaan. Zij zullen, de staatssecretaris kennende, welwillend worden aangehoord, maar moeten niet denken aan de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de centrale en decentrale overheid te kunnen tornen. Met name een aantal wensen van Bonaire zijn niet realistisch, zoals zelf de omvang van de Eilandsraad te kunnen bepalen, de Eilandsraadsleden een voltijdsalaris te geven en de Vrije Uitkering een vast percentage van de Rijksbegroting te laten zijn.
Misplaatst is het beroep van opnieuw Bonaire op het zelfbeschikkingsrecht om de vervulling van wensen af te dwingen. Dat recht komt niet politici toe, maar de bevolking. Als het de heren en dames politici niet zint, is de aangewezen weg burgers te raadplegen of die het Koninkrijk willen verlaten. Het schermen met het zelfbeschikkingsrecht doet bovendien potsierlijk aan: de Eilandsraad (overigens ook die van Statia en Saba) heeft geen enkele moeite genomen de samenleving bij de herziening van de WolBES en FinBES te betrekken.