Kersttoespraak gouverneur George-Wout

Op kleine afstand van dit Gouverneurspaleis, in het monumentale Punda en Otrabanda, staan de kathedraal van Pietermaai, de Kalifar Omar moskee, de oudste nog in gebruik zijnde synagoge op het Amerikaanse continent; de MikvIsraël-Emanuel snoa en de katholieke kerken Santa Famia en Santa Ana. En dat is slechts een klein deel van de gebedshuizen die ons eiland rijk is.

We kunnen hier met evenveel gemak en smaak van een bananensoep, samosa, loempia  of bruine boterham met oude kaas genieten. Op Curaçao worden Chanoeka, Divali, het Suikerfeest en vandaag ook het Kerstfeest, allen op hun eigen wijze en volgens de eigen tradities, gevierd. Feestdagen met verschillende namen maar de boodschap is universeel; het zijn feesten van licht, hoop en vrede.

Op ons eiland leven talloze gemeenschapen vreedzaam samen, gebedshuizen worden gerespecteerd en we kunnen van mening verschillen zonder dat dit wordt afgestraft. Belangrijke zaken waar veel andere landen een voorbeeld aan mogen nemen. Ik ervaar dat als een grote rijkdom, iets waar we trots op mogen zijn. Wat voor ons zo vanzelfsprekend is, is dat voor heel veel mensen op veel plekken in de wereld, deze dagen, helemaal niet.

Dat werd ook duidelijk op dia di pais Korsou, 10 oktober jongsleden, verschillende geestelijke leiders stonden gebroederlijk naast elkaar om hun afgrijzen en zorgen te delen over de -toen nog recente- ernstige escalatie van het Israëlisch-Palestijns conflict.

Helaas laten dat conflict en alle andere gruwelijke, zinloze oorlogen die wereldwijd uitgevochten worden, zich niet makkelijk oplossen. Maar we staan niet machteloos. We kunnen ons medeleven en onze gevoelens van verbondenheid overbrengen aan de families die getroffen zijn door de gewelddadigheden. Aan zovelen is en wordt een onbeschrijfelijk leed aangedaan. Weet dat er ook op Curaçao aan jullie wordt gedacht, met jullie wordt meegeleefd en dat er voor jullie wordt gebeden. Ook mijn echtgenoot Herman en ik doen dat met ons hele hart.

De Curaçaose geschiedenis heeft ook zijn donkere periodes gekend. Onze Koning, Willem-Alexander schreef het treffend aan u allen in zijn brief over de rehabilitatie van Tula door de Nederlandse regering; “De rehabilitatie van Tula betekent eerherstel van een groot man die weigerde te buigen en te zwijgen. Zijn stem klinkt door en herinnert ons eraan dat vrijheid uiteindelijk het laatste woord heeft.” Ik twijfel er niet aan dat de toekomst zal uitwijzen dat vrijheid en vrede inderdaad het laatste woord krijgen. Vreedzaam samenleven op ons eiland is iets om te koesteren en te blijven beschermen, maar ook wij kennen nu nog onze uitdagingen.

Bij het dienen van u allen, houd ik vooral het volgende kompas aan: hoe willen we onze Curaçaose samenleving doorgeven aan de volgende generaties. Op wat voor eiland groeien de volgende generaties op?Is dat een eiland waar we omkijken naar elkaar, en vooral naar hen die net wat extra zorg nodig hebben? Of dat nu jongeren zijn die onderwijs krijgen in een gebrekkig schoolgebouw, mensen in medische nood, vluchtelingen die rekenen op een menswaardige behandeling of een hele generatie die ons land heeft helpen opbouwen en nu al lang, misschien wel te lang, in grote onzekerheid leeft omdat de door hen opgebouwde pensioenen ter discussie staan.

Willen we een eiland zijn waar we uitsluitend met elkaar samen wonen, eten en feesten of willen we een eiland zijn waar we naar elkaar omkijken en zoals de geestelijke leiders al lieten zien, zij aan zij staan als het er op aankomt. Een eiland waar er geen sprake is van een “wij” tegenover “zij”. Niet onder de bevolking maar ook niet onder de landen van het Koninkrijk waar we deel van uitmaken.

Zoals u inmiddels van mij gewend ben sluit ik mijn kersboodschap graag af met een persoonlijke boodschap. Lieve Curaçaoënaars, We hebben de afgelopen tien jaar samen veel meegemaakt. We hebben crisissen getrotseerd naar ons beste vermogen- soms met gewenst resultaat en soms ook niet, laat ik daar duidelijk over zijn. Gedurende al die jaren viel me steeds op dat er in ons land een diepe verbondenheid bestaat.

Geheel in de geest van het Kerstfeest, ben ik daarom hoopvol gestemd. Hoopvol omdat ik na 10 jaar Gouverneurschap ontwikkeling op veel verschillende gebieden zie; met ons rijke gemeenschapsleven, creatieve verenigingen en een dynamisch vrijwilligerswerk. En ja, die ontwikkeling gaat met horten en stoten en zeker niet met de voortvarendheid die ik graag zou zien. Echter, tegenslag kan ook als inspiratie dienen. Inspiratie om zaken anders aan te pakken of de toon aan te passen. Grofheid, zowel in woord als in daad, tast niet alleen verdraagzaamheid en verbondenheid aan maar kan ook zorgen voor afstand en in het ergste geval voor uitsluiting. Onze geschiedenis geeft ons een boodschap van vertrouwen mee. Ze leert ons dat we in staat zijn de zwaarste crisissen te doorstaan, op voorwaarde dat we dat samen doen.

Ik ben ervan overtuigd dat we samen zoveel meer kunnen bereiken als we inzetten op onze verscheidenheid en onze krachten blijven bundelen. Dát is de troef waarmee we de uitdagingen waar we voor staan het hoofd kunnen bieden: klimaatverandering, opvang van migranten, vergrijzing en het gebrek aan vertrouwen in onze instellingen en in onze democratie.

Er ligt een grote opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om mensen houvast en hoop te bieden. Van het openbaar bestuur mag u verwachten dat zij, net zoals voor onze vrede en veiligheid waar zo voor gestreden is, ook over uw bestaanszekerheid waken. U vindt hier mij aan uw zijde; als hoofd van uw regering en als hoeder van het verbond van het Koninkrijk.

Herman en ik wensen u- waar u zich ook bevindt en hoe uw persoonlijke omstandigheden ook zijn- een zalig en gezegend Kerstfeest.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.