“Gezamenlijk voelen wij ons verantwoordelijk voor de toekomst van het Koninkrijk der Nederlanden.” Wat een pracht van een beginselverklaring! Vooral als je bedenkt in welk belangrijk proces deze zin een rol speelt en wie met ‘wij’ worden bedoeld. De stelling is afkomstig uit het ‘fractievoorzittersmanifest’ dat ter ondertekening is voorgelegd aan de leiders van PVV, VVD, NSC en BBB die gaan pogen een nieuw, hoogst onaangenaam rechts kabinet in elkaar te flansen. Of Geert Wilders daadwerkelijk zijn handtekening eronder gaat zetten – en dus bereid is zijn wens Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten het Koninkrijk uit te schoppen, in zijn met ander onrechtstatelijk gedachtegoed gevulde ijskast te parkeren – moet nog blijken.
Als de Orbán van de Lage Landen het manifest al tekent, is de vraag wat zijn handtekening waard is. Geen twijfel dat hij blijft willen wat hij al bijna 20 jaar predikt, maar dat nu even niet meer hardop zegt om zijn kans minister-president te worden niet te verknallen. Spijt van zijn haat zaaiende, discriminerende, racistische en de rechtstaat ondermijnende uitspraken heeft hij niet, zo onderstreepte hij woensdag in het Kamerdebat over de verkiezingsuitslag.
Op het gevaar af een Calimero-syndroom aangemeten te krijgen: jammer dat geen Kamerlid zich geroepen voelde te vragen of premier Wilders van plan is het Koninkrijk te splijten, is het niet in daad dan toch zeker wel in woord. Het is dus afwachten of hij het manifest gaat tekenen. Het is overigens wel vreemd dat de beoogde coalitiegenoten het nodig achten vast te leggen zich “verantwoordelijk te voelen voor de toekomst van het Koninkrijk”. Kennelijk nemen zij de eed die zij bij hun aantreden als Kamerlid afleggen trouw te zijn aan het Statuut voor het Koninkrijk en – in die volgorde! – de Grondwet niet heel erg serieus.
Maar ook de Grondwet lijkt niet veilig in handen van het dreamteam van het op hol geslagen electoraat. Want waarom anders zag verkenner Plasterk zich genoodzaakt te adviseren dat PVV, VVD, NSC en BBB – voordat zij over de inhoud gaan onderhandelen – het erover eens moeten zien te worden de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat te respecteren. Als dat al niet vanzelfsprekend is, hoeveel zekerheid bieden dan nog internationale verdragen zoals die voor de rechten van de mens? Of – om een ander niet willekeurig voorbeeld te noemen – het VN Handvest over dekolonisatie.
Hoe ver Nederland is afgedwaald van het land dat ooit door de rest van de beschaafde wereld als een lichtend voorbeeld van fatsoenlijk bestuur werd gezien bleek nog maar eens in het debat woensdag over de verkiezingsuitslag. Nadat Wilders, Omtzigt en Yeşilgöz (u weet wel, de mevrouw die van mening is dat het plegen van integriteitsschendingen politici en ambtenaren op de BES-eilanden in het DNA zit) urenlang de rechtstaat heilig hadden verklaard, diende die laatste mede namens boerenbijpaard-en-wagen BBB een motie in die door neutrale waarnemers als staatsrechtelijk vandalisme werd bestempeld.
De boodschap werd niet gehoord: een dag later volgde een tweede aanslag op het democratisch ethos. Hoewel de helft van de Kamerleden niet voor hem stemden, werd Martin Bosma, de PVV-ideoloog voor wie kwetsen een tweede natuur is, tot Kamervoorzitter gekozen. De man die collega-volksvertegenwoordigers, die zijn onzindelijke denkbeelden (bijvoorbeeld over de Curaçaose verzetsheld Tula en het slavernijverleden) niet delen, met sardonisch genoegen verbaal vierendeelt. Vraag maar aan oud-Kamerlid Jorien Wuite. Bosma’s verkiezing bevestigt dat de rot zich sluipenderwijs tot in de haarvaten van het bestuur van het grootste land van het Koninkrijk heeft binnengevreten.
Daarom: een statement als “Gezamenlijk voelen wij ons verantwoordelijk voor de toekomst van het Koninkrijk der Nederlanden” kan nog zo hoopgevend klinken, trap er niet in! De beoogde coalitie heeft er in zijn eerste week geen misverstand over laten bestaan wat haar vertrekpunt is: het begin van een hellend vlak.
Misschien hoeft Wilders straks niet eens zijn handen vuil te maken om de banden met de Caribische landen te verbreken omdat deze – geef ze eens ongelijk – zelf besluiten geen Koninkrijk te willen delen met een moederland waarvan het morele kompas is dolgedraaid. Als Curaçao, Aruba en Sint Maarten kun je je een betere partner voorstellen…
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.