Bonaire

Ministerraad neemt hindernis weg voor aanbieden eurorekening aan BES-burgers

Den Haag – Europees-Nederlandse banken hebben geen aparte vergunning op grond van de Wet financiële markten BES meer nodig om eurorekeningen aan inwoners van Caribisch Nederland aan te bieden. De ministerraad heeft daartoe vandaag besloten.

“Onder ingezetenen van Caribisch Nederland bestaat vraag naar Europees-Nederlandse eurobetaalrekeningen, om uiteenlopende redenen. Iemand kan door bijvoorbeeld studerende kinderen of andere familiebetrekkingen een sterke band hebben met Europees Nederland. Daarnaast kan het voor ondernemers die (mede) op Europees Nederland zijn gericht, handig zijn om een betaalrekening in euro’s te kunnen gebruiken”, aldus de toelichting.

Of banken staan te trappelen om rekeningen voor BES-burgers te openen is de vraag. Zij beschouwen Caribisch Nederland als een “hoog risico-buitenland” en rekenen daarom hogere tarieven. Het ministerie van Financiën studeert al jaren op mogelijkheden het betalingsverkeer tussen Europees en Caribisch Nederland toegankelijker, eenvoudiger en betaalbaarder te maken, maar schuift een besluit telkens voor zich uit.

Aanbieden van eurobetaalrekeningen in Caribisch Nederland

Op grond van artikel 2:1., eerste lid, onderdeel a, sub 1, Wfm BES is het verboden om in Caribisch Nederland betaal- en spaardiensten aan te bieden zonder vergunning op grond van de Wfm BES. Die vergunningplicht geldt ook voor Europees-Nederlandse banken die een vergunning hebben op grond van de Wft. Die laatste vergunning geeft, door de gescheiden rechtsstelsels van Europees en Caribisch Nederland, immers alleen toegang tot Europees Nederland (en de Europese markt).

Onder ingezetenen van Caribisch Nederland bestaat echter vraag naar Europees- Nederlandse eurobetaalrekeningen, om uiteenlopende redenen. Iemand kan door bijvoorbeeld studerende kinderen of andere familiebetrekkingen een sterke band hebben met Europees Nederland. Daarnaast kan het voor ondernemers die (mede) op Europees Nederland zijn gericht, handig zijn om een betaalrekening in euro’s te kunnen gebruiken.

In de praktijk stuit de behoefte om een eurobetaalrekening te kunnen openen echter op een aantal belemmeringen. Zo kunnen aanvragen vanuit Caribisch Nederland meestal niet via de gangbare elektronische kanalen worden afgehandeld omdat voor verplichte velden geen gegevens bestaan (postcode, BSN-nummer) en worden registraties op de BES-eilanden (KvK, bevolkingsregister) niet erkend.

Op dit moment weerhoudt de vergunningplicht uit de Wfm BES Nederlands-Europese banken ervan om deze formele belemmeringen weg te nemen, omdat dit als het aanbieden van diensten in Caribisch Nederland zou (kunnen) kwalificeren en hen zou verplichten tot het aanvragen van een vergunning op grond van de Wfm BES. Een extra drempel vormt daarbij de in artikel 3:1 Wfm BES opgenomen zeteleis, inhoudende dat de aanvrager van een vergunning zijn zetel in de Caribisch Nederland, Curaçao of Sint Maarten moet hebben – zij het dat die drempel ook door een vrijstelling op grond van het tweede lid van genoemd artikel zou kunnen worden weggenomen.

Voor dit laatste is evenwel niet gekozen, omdat hier een principiëler punt aan de orde is: de mogelijkheid voor inwoners van Caribisch Nederland om ook aan het (euro)betalingsverkeer in het Europese deel van hun land te kunnen deelnemen. Om die reden is ervoor gekozen om in de Wfm BES expliciet te bepalen dat de Wfm BES niet van toepassing is als het gaat om het aanbieden van eurobetaal- of spaarrekeningen door Europees-Nederlandse banken aan ingezetenen van Caribisch Nederland.

Aan de hierboven beschreven keuze voor een algemene uitzondering ligt bovendien nog een tweede aspect ten grondslag: de vraag of op het aanbieden van eurorekeningen aan ingezetenen van Caribisch Nederland de gedragsregels van de Wfm BES of die van de Wft van toepassing moeten zijn. Door de nauwe banden tussen beide delen van Nederland kan hier niet worden volstaan met de gebruikelijke uitzondering dat het incidenteel, op eigen initiatief van de persoon die de rekening opent, beschikbaar stellen van een betaal- of spaarrekening op zichzelf nog niet als grensoverschrijdend aanbieden kwalificeert. Daarvoor is het aantal gegadigden te groot. Dat zou betekenen dat het beschikbaar stellen van een betaal- op spaarrekening aan een ingezetene van Caribisch Nederland al snel als ‘aanbieden in Caribisch Nederland’ zou kwalificeren, waardoor niet alleen de vergunningplicht maar ook de gedragsregels van de Wfm BES van toepassing zouden zijn.

Tegelijkertijd moet echter worden geconstateerd dat het zwaartepunt van de activiteit niet in Caribisch Nederland, maar in Europees Nederland ligt. Centraal staat de deelname van ingezetenen van Caribisch Nederland aan het Europees-Nederlandse betalingsverkeer, niet het betreden van de Caribisch-Nederlandse markt van dollarbetaal- en spaarrekeningen door Europees-Nederlandse banken. Passend is dan ook dat op die deelname aan het Europees-Nederlandse betalingsverkeer de gedragsregels vande Wft en niet die van de Wfm BES van toepassing zijn, en dat daarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen Caribisch- en Europees-Nederlandse rekeninghouders. Bovendien zou een dergelijk onderscheid in de praktijk weer een extra drempel kunnen vormen, omdat Europees-Nederlandse banken dan voor een klein deel van hun klantenbestand ook zorg zouden moeten dragen voor de naleving van Caribisch-Nederlandse wetgeving waarmee zij minder vertrouwd zijn.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.