Aruba breekt gesprekken over herdenking slavernijverleden af

Oranjestad – De Arubaanse regering heeft het overleg met Nederland over de verdere invulling van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden voor onbepaalde tijd opgeschort. Aanleiding is het besluit van staatssecretaris Van Huffelen Aruba een hoge rente (6,9%) in rekening te brengen over de coronalening.

“Het opleggen van een strafrente is een nieuwe vorm van slavernij”, aldus minister van Financiën Xiomara Maduro tijdens een lezing in Den Haag voor het Genootscha Nederland-Aruba. Zij hield haar gehoor voor dat de hogere rente Nederland, gerekend over de gehele looptijd, een kleine 150 miljoen euro oplevert. “Een behandeling die ons 160 jaar terugvoert in de geschiedenis, naar de tijd waarin de koloniën winst moesten genereren.”

Nederland heft de hogere rente omdat het kabinet Wever-Croes niet meewerkt aan de totstandkoming van een rijkswet om het financieel toezicht te regelen. Aruba wil dat doen via een eigen landsverordening die voor wat betreft de begrotingsnormen voldoet aan de eisen van Den Haag.

Uit de lezing van minister Maduro

Op 19 december bood de Nederlandse staat excuses aan voor de rol in het slavernijverleden. Deze excuses zijn een belangrijke stap in het erkennen van de fouten uit het verleden en het bieden van een vorm van herstel voor de pijn en het leed dat is veroorzaakt. Het is een moment van reflectie voor ons allemaal en een kans om te werken aan een betere toekomst, gebaseerd op wederzijds respect en begrip.

Reactie Aruba

Onze Minister President mevrouw Evelyn Wever-Croes reageerde op de excuses van Nederland door te benadrukken dat een welgemeend excuus altijd welkom is. Haar woorden weerspiegelen de behoefte aan oprechtheid en erkenning in het proces van verzoening. Deze excuses zijn een kans om te werken aan een sterkere en meer verenigde toekomst, gebaseerd op wederzijds respect en begrip. 

Twijfels over oprechtheid excuses

Ondanks de excuses van Nederland, heerst er in Aruba twijfel over de oprechtheid ervan. Deze twijfels worden versterkt door de huidige politieke en economische druk die Nederland uitoefent. Ik refereer hierbij op de manier waarop de landen in het Koninkrijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten door Nederland worden behandeld tijdens de onderhandelingen om de coronaleningen te herfinancieren. Wij voelen dat de excuses niet volledig gemeend zijn en niet volledig de diepte en complexiteit van onze gedeelde geschiedenis erkennen en dat er meer nodig is om deze te herstellen. Zelfreflectie is nodig.

Sigaar uit eigen doos

Bij het verkrijgen van status van Land binnen het Koninkrijk hebben Curaçao en Sint Maarten in 2010 voor 70% kwijtschelding gekregen van de schulden met daarbij een financieel toezichtsorgaan ingesteld bij Rijkswet. De coronacrisis heeft Nederland aangegrepen om nu ook van Aruba te verlangen in te stemmen met een Rijkswet Aruba financieel toezicht, maar nu zonder kwijtschelding van wat voor lening dan ook. Het enige voordeel zou zijn dat de herfinanciering van de coronalening tegen een percentage zou zijn dat Nederland op de kapitaalmarkt zou moeten betalen, te weten 3,4%.

Begrijpelijkerwijs hebben de Staten van Aruba hier moeite mee omdat dit niet alleen hun autonomie aantast maar ook niet nodig is omdat er al voldoende financieel toezicht is. Hoewel we in onderhandeling met Nederland waren, heeft Nederland van Aruba geëist dat de herfinancieringsovereenkomst van de coronaleningen voor 10 oktober van dit jaar moest zijn ondertekend. Daarbij waren er slechts 2 opties:

– 1. Instemmen met de Rijkswet Aruba financieel toezicht waarbij het rentepercentage op 3,4% zou worden gesteld;

– 2. Bij het niet instemmen met de Rijkswet een rente van 6,9%, wat in feite een winst voor Nederland van 3,5% betekent.

Er was zelfs nog een variant waarbij expliciet werd uitgesloten dat onderhandelingen betrekking zouden kunnen hebben op gedeeltelijke of gehele kwijtschelding.

Terugzetten van de klok in het Koninkrijk met 160 jaar

U zult begrijpen dat een dergelijke harde opstelling van BZK bij de herfinanciering van de leningen in het kader van een wereldwijde ernstige crisis de klok binnen het Koninkrijk 160 jaar terugzet, toen de koloniën nog winst moesten opleveren. Met de huidige lening strijkt Nederland over de gehele looptijd van de lening (20 jaar) meer dan 300 miljoen florin op.  Zo ga je niet met elkaar om in het Koninkrijk en Nederland handelt hierdoor in strijd met artikel 36 van het Statuut. Gelet op het democratisch deficit in het Koninkrijk kan Aruba nergens verhaal halen.

Nederland toont weinig begrip

De houding van Nederland, BZK, toont een gebrek aan flexibiliteit en begrip voor onze unieke situatie. Het is belangrijk dat we werken aan een relatie gebaseerd op wederzijds respect en gelijkwaardigheid, erkenning van onze autonomie en capaciteit om onze eigen financiële zaken te beheren. Het zou beter geweest zijn dat Nederland meer begrip had getoond voor de Caribische landen in het Koninkrijk. De onderhandelingen en het opleggen van een ‘strafrente’ weerspiegelt een koloniale houding en is in feite een nieuwe vorm van slavernij. 

We hebben niet genoeg geleerd na 160 jaar

Deze moderne ‘koloniale’ houding brengt met zich mee dat de excuses geen waarde en betekenis meer voor ons hebben. Het blijkt dat Nederland na 160 jaar niet genoeg heeft geleerd van het koloniaal en slavernij verleden. Dit is een enorme teleurstelling, aangezien we als land in het Koninkrijk zouden verwachten dat we elkaar zouden begrijpen en elkaar helpen, zeker gelet op artikel 36 van het Statuut dat zegt dat Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten elkander hulp en bijstand verlenen.

Stopzetting Herdenkingsjaar Slavernij projecten

Het slavernijverleden is een zwaar thema, zo zijn ook de pandemie en de onderhandelingen. Vanwege de ervaren ‘koloniale’ houding die Nederland aanneemt, de beperkte middelen alsmede de uitdagingen die dit onderwerp met zich meebrengt, hebben we besloten al het werk voor het Herdenkingsjaar Slavernij verleden binnen mijn ministerie stop te zetten tot nader orde. Deze keuze is gemaakt in het licht van de recente ontwikkelingen en reflecteert onze huidige standpunten. Zoals eerder gezegd, de excuses geboden door de Nederlandse staat moet worden ervaren als welgemeende excuses. We blijven echter de ontwikkelingen rond dit thema volgen, maar wij zullen vooralsnog niet actief meedoen aan de agenda van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.