Van Huffelen: Geen rol RMR bij homorechten CAS-landen

Den Haag – Het is buitengewoon onwaarschijnlijk dat Nederland de regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten via de Rijksministerraad zal proberen te bewegen de rechten van homostellen te eerbiedigen.

De grens die het Statuut daarvoor opwerpt, is in de ogen van staatssecretaris Van Huffelen te hoog. Dat kan worden opgemaakt uit haar reactie op een brief van een burger in Aruba aan de Staten. De bewindsvrouw schrijft “aanmoedigende” gesprekken te voeren met de regeringen en het cassatieberoep van Curaçao en Aruba bij de Hoge Raad tegen invoering van het ‘homohuwelijk’ te volgen.

Reactie staatssecretaris Van Huffelen

Met veel belangstelling heb ik uw brief gelezen, waarvoor dank. Ik ga hieronder in algemene zin in op de door u gestelde vragen. Om te beginnen met een nadere duiding van artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (hierna: Statuut).

Zoals ik al vaker heb aangegeven, betreur ik ten zeerste dat trouwen met een partner naar keuze niet overal binnen het Koninkrijk mogelijk is. De autonome status van de vier landen binnen het Koninkrijk zorgt er echter voor dat er verschillen kunnen ontstaan. Artikel 43, eerste lid, van het Statuut stelt immers dat elk land zelf zorg draagt voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. Er is uitsluitend een rol voor het Koninkrijk weggelegd wanneer een land niet zelf in staat is deze onderwerpen te effectueren, waarbij het inzetten van de waarborgfunctie een ultimum remedium is. Het enkele tekortschieten van een landsorgaan is niet direct een reden voor het optreden door het Koninkrijk. Het moet gaan om een situatie dat in het land zelf geen redres van een ontoelaatbare toestand mogelijk zou blijken te zijn. Dit is een zeer hoge grens die, gelet op de huidige ontwikkelingen, denk alleen al aan de lopende rechtszaken bij de HogeRaad en het ingediende initiatiefwetsvoorstel, op dit moment, mijns inziens niet wordt gehaald.

Natuurlijk zijn er ook verdragsrechtelijke verplichtingen waar de landen binnen het Koninkrijk aan gehouden zijn. Zo volgt uit de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, dat als staten het huwelijk voor partners van gelijk geslacht niet openstellen er een positieve verplichting op hen rust om een volwaardig, wettelijk verankerd, alternatief te bieden. Aruba heeft hiertoe eerste stappen gezet. Ik zal Aruba blijven aansporen dit volwaardige alternatief te bieden.

Ook heeft u verschillende vragen gesteld met betrekking tot het contact dat ik op Aruba heb gehad ten behoeve van de afdoening van de toezegging aan het lid van de Eerste Kamer, de heer Dittrich. Hiervoor verwijs ik naar mijn brief aan de Eerste Kamer waaruit volgt dat ik verschillende gesprekken heb gevoerd met de minister-presidenten van de landen.

Ten slotte wil ik u meegeven dat ik uiteraard de rechtszaken bij de Hoge Raad, die 10 november a.s. met de mondelinge pleidooien aanvang nemen, zal volgen. En daarnaast dat ik u bij een volgend bezoek hoop te ontmoeten.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.