Den Haag – Voor de Eerste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties kan er nog geen punt worden gezet achter de discussie over de herfinanciering van de coronaleningen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
De senatoren Alexander van Hattem (PVV) en Peter Nicolaï (Partij voor de Dieren) gaven vandaag in een procedurevergadering aan behoefte te hebben aan een schriftelijke vragenronde met staatssecretaris Van Huffelen.
Eerder op de dag werd de commissie achter gesloten deuren bijgepraat door Aruba’s minister-president Wever-Croes. Die verwijt de Nederlandse regering over de rug van de Arubaanse bevolking te willen verdienen door een rente van 6,9% te heffen over de coronalening van 915 miljoen. Dat percentage wordt naar 3,4% verlaagd zodra Aruba zijn verzet staakt om het financieel toezicht via een rijkswet te regelen.
Commissievoorzitter Rosenmöller en minister-president Wever-Croes (Foto Eerste Kamer)
Persbericht Eerste Kamer
Dinsdag 31 oktober heeft de minister-president van Aruba Evelyn Wever-Croes een bezoek gebracht aan de Eerste Kamer. Zij werd ontvangen door de Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) onder leiding van commissievoorzitter Paul Rosenmöller (GroenLinks-PvdA). Gevolmachtigde minister van Aruba, Juan Thijsen was ook bij dit bezoek aanwezig.
Het bezoek stond in het teken van recente discussies over de herfinanciering van de coronaleningen aan Aruba en de voorwaarde van een Rijkswet Aruba financieel toezicht. Omdat Aruba tot op heden niet heeft ingestemd met het regelen van financieel toezicht, betaalt Aruba een risico-opslag op de rente bij deze leningen.
Voorgeschiedenis financieel toezicht Aruba
Op dit moment gelden voor Aruba m.b.t. het financieel toezicht één Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) en twee protocollen. Het eerste protocol dateert uit 2015 en biedt de basis voor de onderlinge samenwerking in de Landsverordening. Het tweede protocol dateert uit 2018 en bevat de inkadering van het pad richting solide, transparante en houdbare overheidsfinanciën van Aruba. Hierin zijn onder andere de normen opgenomen voor de begrotingsjaren 2019 tot en met 2021 en verder. Dit tweede protocol bleek noodzakelijk nadat in die tijd een herziening van de (tijdelijke) Landsverordening Aruba financieel toezicht in de Staten van Aruba werd geamendeerd, op een wijze waarvan de Nederlandse regering van mening was dat dit onvoldoende garanties bood voor afdoende onafhankelijk financieel toezicht.