Het allerbeste wat het jonge land Curaçao is overkomen, is de sluiting van de Isla raffinaderij. In 2019 nam het Venezolaanse staatsolieconcern PdVSA de benen als exploitant van de ooit door Shell op zwaar vervuilde grond achtergelaten bak roest. Natuurlijk, pijnlijk voor de nog slechts paar honderd werknemers die eerdere saneringen hadden overleefd, maar goed voor de gezondheid van de omwonenden. PdVSA trok zich immers – met stille medewerking van achtereenvolgende regeringen – niets aan van gerechtelijke vonnissen zich aan milieuregels te houden. De timing kon niet beter: wereldwijd was het besef doorgebroken dat fossiele brandstoffen zo snel mogelijk in de ban moeten om de aarde nog een beetje leefbaar te houden voor komende generaties.
Vooruitziende geesten – geen politici dus, maar gewone burgers – hadden al ver voor de roemloze aftocht van PdVSA een baanbrekend plan ontwikkeld voor het gebied aan het Schottegat. Na het ontmantelen van de installaties uit het jaar kruik en het opruimen van de in de bodem doorgedrongen smeerboel zou in het hart van het eiland Green Town verrijzen. Een stad gebouwd volgens de jongste innovatieve duurzame inzichten. U raadt het al: bestuurders en de meeste volksvertegenwoordigers zagen er geen heil (of eigen voordeel, want Curaçao blijft Curaçao) in.
Terwijl fraaie artist impressions die investeerders hadden moeten verleiden liggen te verstoffen, opende de regering de zoektocht naar een onderneming die bereid is 5 tot 10 miljard dollar te steken in het weer aan de praat krijgen van de museumrijpe raffinaderij, maar dit keer dan wel zonder de halve bevolking te vergiftigen. In de afgelopen jaren is een bonte stoet van soms ronduit louche olieboeren de revue (want daar had het veel van weg) gepasseerd. Intussen is al 6 of 7 keer het predicaat preferred partner verleend en weer even vaak afgenomen.
Telkenmale werd plechtig een heel gewichtig Memorandum of Understanding getekend en was het nog een kwestie van de puntjes op de i. Herinnert u zich het Chinese Guandong Zhenrong Energy nog? Achter de imposante façade ging een lege huls schuil, maar toen dat werd ontdekt had het Curaçaose onderhandelingsteam al een paar miljoen gemeenschapsgeld verstookt. Serieus was de belangstelling van het Amerikaans/Saudische Motiva/Amraco. Dat haakte echter af nadat het hoofd van de Curaçaose delegatie had gepolst hoeveel steekpenningen er voor hem klaarlagen.
Dan was er nog de Duitse Klesch-groep die er, na de kansen op succes gründlich te hebben onderzocht, als een door een meute windhonden opgejaagde haas vandoor ging. Niet getreurd: de volgende kandidaat diende zich alweer aan: Caribbean Petroleum Refinery oftewel – daarover moet zijn nagedacht – CPR. Hoewel alles erop wees dat het een hol, met gebakken lucht gevuld vat was, werd de rode loper uitgerold. Nadat overlegde bankgaranties waren doorgeprikt als goedkope vervalsingen was het ook met dit stelletje laaielichters over en uit.
Dus begon de speurtocht van voren af aan. Dat het winnende bid van de Oryx Petroleum Group uit Hong Kong is, zegt alles over het allooi van de 18 afvallers. Is er nu werkelijk niemand in Forti die met voldoende gezond verstand is gezegend om te begrijpen dat geen enkele te vertrouwen investeerder zo gestoord is ook maar een cent te steken in een verzameling oud ijzer dat – net als destijds de vloot van Inselair – hooguit schrootwaarde heeft?
Oordelen op grond van herkomst hoort niet, maar die van Oryx moet alle alarmbellen doen rinkelen. Hoeveel tot schade en schande wijs geworden landen doen er niet juist alles aan hun afhankelijkheid van handelsrelaties met Chinese bedrijven af te bouwen? Niet alleen vanwege voortdurende mensenrechtenschendingen of het risico van intellectuele diefstal, maar zeker ook om de sluwe wijze waarop China zijn invloed in de wereld probeert te vergroten.
Veiligheidsdiensten hebben er herhaaldelijk voor gewaarschuwd dat de Volksrepubliek tegenwoordig ook naar het Caribisch gebied lonkt. Onlangs, bij het debat over de begroting Koninkrijksrelaties, sprak Tweede Kamerlid Roelien Kamminga (VVD) nog haar zorgen uit over de toenemende invloed van China op de eilanden. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen beaamde dat waakzaamheid geboden is, maar moest ook erkennen dat de rol van ‘Den Haag’ richting de autonome landen slechts signalerend en adviserend is.
Wat de achterdocht alleen maar versterkt, is het antwoord op de vraag: wie of wat is Oryx werkelijk? Van de website word je niet wijzer. Een rondje surfen over het worldwide web levert evenmin informatie om de uitverkorene beter te leren kennen. Misschien doen het Curaçaose onderhandelingsteam, het kabinet Pisas en de Staten er verstandig aan de documentaireserie ‘De wereld van de Chinezen’ van China-kenner Ruben Terlou eens te bekijken. Dan zien en horen ze dat zakendoen met door Peking aangestuurde bedrijven de snelste weg is om je autonomie te verliezen.
Beter is het de plannen voor Green Town af te stoffen en een beroep te doen op het potje met 200 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds die Nederland heeft gereserveerd voor projecten die de economie van de CAS-landen een impuls geven.
NB. Deze column heeft uiteraard geen betrekking op de Chinese gemeenschap die al decennia harmonieus deel uit maakt van de Curaçaose samenleving.
Kijk HIER naar ‘De wereld van de Chinezen’
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.