Den Haag – Alle moties waarover vandaag door de Tweede Kamer is gestemd en die betrekking hebben op het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn aangenomen. Acht daarvan waren (mede) ingediend door vertrekkend Kamerlid Jorien Wuite (D66).
Motie Wuite – Romke de Jong – Kröger
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de regering per brief op 17 mei jl. heeft aangekondigd financiële middelen vrij te maken voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten die er toe moeten leiden dat de energietransitie versnelt, de levensstandaard en werkgelegenheid verbetert en uiteindelijk zal leiden tot duurzame economische versterking en weerbaarheid; constaterende dat Regionale ontwikkelingsmaatschappijen succesvolle ondernemingen zijn met publieke aandeelhouders, gericht op het versterken van de economie en werkgelegenheid en dat er op dit moment in de Ministeriele regeling geen regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Caribisch Nederland wordt genoemd; overwegende dat in Europees Nederland deze regionale ontwikkelingsmaatschappijen bekend staan als regionale aanjagers van innovatie- en (internationale) concurrentiekracht; van mening dat een regionale ontwikkelingsmaatschappij een wezenlijke bijdrage zou kunnen leveren aan de duurzame sociaal – economische ontwikkeling in het Caribische deel van Koninkrijk; verzoekt de regering een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de mogelijkheid om een regionale ontwikkelingsmaatschappij in het Caribisch deel van het Koninkrijk op te richten, die zich toespitst op lokale business development ten aanzien van digitalisering, klimaat, duurzame landbouw en het (regionale) ondernemingsklimaat en de Kamer voor de zomer van 2024 te infomeren over de uitkomsten; en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Kröger – Ceder – Wuite
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat het Caribisch deel van het Koninkrijk zeer kwetsbaar is voor de gevolgen van klimaatverandering; overwegende dat bestaanszekerheid voor veel inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk nu al niet vanzelfsprekend is en dit verder onder druk komt te staan door stijgende kosten als gevolg van klimaatverandering; overwegende dat vanuit het versterken van bestaanszekerheid en het bouwen van duurzame economische bedrijvigheid, de inzet op duurzame energie en het verduurzamen van de industrie cruciaal is voor de CAS- en BES-eilanden, maar hier nu nog onvoldoende middelen voor zijn; spreekt uit dat de inwoners van de BES-eilanden gelijkwaardig aan andere Nederlandse gemeenten beschermd worden tegen de gevolgen van de klimaatcrisis; verzoekt de regering om voldoende middelen beschikbaar te stellen om voor de BES-eilanden tot een klimaatadaptatieplan te komen; verzoekt de regering tevens in kaart te brengen welke internationale klimaatfinanciering toegankelijk is voor het Caribisch deel van het Koninkrijk en tijdens de COP28 en op andere relevante momenten te ijveren voor meer fondsen voor eilandstaten, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Kröger
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat uit het onderzoek van de commissie-Thodé blijkt dat ongeveer een derde van de inwoners in Caribisch Nederland onder de armoedegrens leeft en er een sociaal minimum noodzakelijk is om de armoede te bestrijden; overwegende dat het daarnaast van belang is om de sociaaleconomische structuur van Caribisch Nederland te versterken; overwegende dat de Sociaal Economische Raad (SER) de regering en het parlement onafhankelijk adviseert over sociaaleconomisch beleid in het Europese deel van Nederland; van mening dat het van belang is ook structurele aandacht te hebben voor het sociaaleconomische beleid ten aanzien van Caribisch Nederland; verzoekt de regering om bij de SER na te gaan op welke wijze de SER de regering, het parlement en zo mogelijk de eilandsraden in Caribisch Nederland van advies kan voorzien ten aanzien van het sociaaleconomisch beleid in Caribisch Nederland en te onderzoeken of meerwaarde wordt gezien in het instellen van een SER-zetel voor Caribisch Nederland, en de Kamer over de uitkomsten te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Wuite – Ceder
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de commissie-Thodé adviseert om vanaf 2024 een sociaal minimum van 1.750 dollar als startpunt te hanteren in combinatie met flankerend beleid om de kosten van levensonderhoud te verlagen; constaterende dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties financiële middelen beschikbaar stelt voor de pilot Bijdrage Particuliere Verhuur (BPV) op Bonaire; overwegende dat er voldoende financiële middelen aanwezig zijn om de BPV uit te breiden naar Sint-Eustatius en Saba, maar dat de openbare lichamen problemen ervaren die betrekking hebben op de invoering, uitvoering dan wel implementatie van de BPV; verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de openbare lichamen over deze problemen om vervolgens gezamenlijk de problemen weg te nemen, zodat de inwoners van Sint Eustatius en Saba met een klein inkomen die noodgedwongen particulier huren, zo snel mogelijk gebruik kunnen maken van deze huurlastenverlaging; verzoekt de regering tevens de Kamer in het eerste kwartaal van 2024 te informeren over de uitkomsten van deze gesprekken, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Wuite – Ceder
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat op basis van het onderzoeksrapport over de verkenning openbare dienstverplichting voor de vluchten Saba en Sint Eustatius in juni per Kamerbrief (31936, nr. 1082) heeft aangegeven dat deze Public Service Obligation (PSO) concreet zal worden vormgegeven; constaterende dat ten behoeve van een PSO voor BES-eilanden een wijziging van de Luchtvaartwet BES in voorbereiding is en met belanghebbende partijen over de concrete vormgeving en overheidsbijdrage wordt gesproken; constaterende dat een PSO leidt tot een verdubbeling van de connectiviteit en een toename van de consumentenwelvaart; van mening dat het vliegtuig van belang is om te voorzien in de behoefte aan vervoer van en naar het ziekenhuis en medisch specialisten, naar onderwijsinstellingen, commerciële diensten en verbindingen ten behoeve van de werkgelegenheid; verzoekt de regering de Kamer voor het einde van het jaar te informeren over de uitkomsten van de gesprekken met belanghebbende partijen over de PSO en de ontwerpwetswijziging Luchtvaartwet BES volgend jaar in procedure te brengen, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Wuite
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de stem van de Caribische jongeren beter betrokken moet worden bij het beleid omtrent koninkrijksrelaties in de breedste zin van het woord; van mening dat Caribische jongeren dé toekomst zijn van hun eiland en vanzelfsprekend dat de stem van jongeren niet mag ontbreken in de besluitvorming; verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Nationale Jeugdraad over de wijze waarop een jongerenvertegenwoordiger Caribische Zaken kan worden aangesteld, en hier de Kamer voor het eerste kwartaal van 2024 over te informeren; en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Van den Berg
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat er veel leefstijl- en gezondheidsproblemen zijn op de BES; constaterende dat er daarnaast veel ouderen dementie hebben; verzoekt de regering bij het uitwerken van rapport Sociaal minimum BES dit mee te nemen in de oplossingen, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Van den Berg – Ceder – Kamminga – Wuite
De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de Algemene Rekenkamer aangeeft dat de coördinatie van de minister van BZK op de rijksuitgaven nog steeds tekortschiet; overwegende dat regering in de brief van 18 oktober 2023 schrijft dat de coördinatie wordt betrokken bij de uitwerking van het rapport van IdeeVersa over de uitkeringen; verzoekt de regering voor het jaarverslag 2023 een voorstel naar de Kamer te zenden over hoe de coördinerende rol/regierol van BZK wordt versterkt, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie Ceder – Wuite
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat een brede Kamerdelegatie vorig jaar de aanbeveling deed te komen tot een Koninkrijkscanon; verzoekt de regering samen met de eilanden te verkennen of men meerwaarde ziet in het opstellen van een Koninkrijkscanon en indien dit het geval is in gezamenlijkheid daartoe over te gaan, en gaat over tot de orde van de dag.
Motie – Wuite
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat er nog steeds onrust, onduidelijkheid en gebrek aan middelen zijn rondom de archeologische opgravingen en erfgoedparticipatie rondom de Golden Rock begraafplaats op Sint-Eustatius; constaterende dat er nog steeds gezocht wordt naar een geschikte locatie voor herbegraving en het oprichten van een monument; van mening dat dit onderwerp onvoldoende prioriteit heeft genoten; overwegende dat er een Monumentenwet BES in 2010 is overgenomen die sindsdien niet is geëvalueerd op basis van het Nederlandse erfgoedbeleid; verzoekt de regering in 2024 een evaluatie uit te voeren naar de werking van de Monumentenwet BES; verzoekt de regering in gesprek te gaan met Sint Eustatius en BZK om te inventariseren wat de stand van zaken rondom het oprichten van een monument is, en bij te staan met expertise waar het gaat om archeologisch onderzoek, erfgoedparticipatie rondom UNESCO-beleid en administratieve lasten, en de Kamer daar voor de OCW-begrotingsbehandeling over te informeren, en gaat over tot de orde van de dag.