Bonaire

ANALYSE – Kortzichtig

Door René Zwart

Op Bonaire is met onbegrip gereageerd op het verzet van de Business Federation Bonaire (de werkgeverskoepel van Bonaire Hotel and Tourism Association, Bonaire Business and Employers Association, Bonaire Hospitality Group en Bonaire Innovation and Commerce Council) tegen de verhoging van het wettelijk minimumloon naar een bedrag dat gezinnen nodig hebben om de maand rond te komen.

Misschien nog wel onbegrijpelijker is het dat de vakbonden (shame om you) zich gewillig voor het karretje van het bedrijfsleven hebben laten spannen. Zij hebben de brief mee ondertekend waarin de Centraal Dialoog op aandringen van de werkgevers minister voor Armoedebeleid Carola Schouten verzoekt het minimumloon voorlopig een paar honderd dollar onder het niveau te houden dat burgers nodig hebben om in hun noodzakelijke levensonderhoud te voorzien.

Het morele oordeel daarover laat ik aan de lezer over. Maar ook puur inhoudelijk getuigt de ‘visie’ van de werkgevers van kortzichtigheid. Zo waarschuwen ze voor een loonprijsspiraal: het stijgen van de personeelslasten dwingt ondernemers tot verhoging van de prijzen waardoor het minimumloon al snel weer te weinig is om de boodschappen te kunnen betalen, is de redenering. Hebben die lui het rapport van de Commissie Thodé wel gelezen, vraag je je af. Begrepen zeker niet.

De Commissie Thodé doet immer degelijk onderbouwde voorstellen voor ‘flankerend beleid’ om dat risico plus andere mogelijke ongewenste bijeffecten in te dammen. De weerstand van het bedrijfsleven wordt nog onbegrijpelijker als je de door de Tweede Kamer aangenomen motie Palland erbij pakt en weet dat het kabinet heeft toegezegd deze te zullen uitvoeren: het synchroon met het verhogen van het minimumloon verlagen van werkgeverslasten. Wat kun je je als baas beter wensen dan tevreden personeel zonder dat het je iets kost?

Het amendement Ceder/Wuite waarover de Kamer morgen stemt, is nog veel concreter: gelijktijdig met de invoering per 1 juli 2024 van een minimumloon van 1.750 dollar worden werkgevers voor de extra kosten gecompenseerd. Daarvoor wordt, zo is in het amendement vastgelegd, 4,2 miljoen euro in de rijksbegroting gereserveerd. ‘Den Haag’ heeft er dus miljoenen belastinggeld voor over om eindelijk de armoede in Caribisch Nederland serieus aan te pakken en dat ook nog eens zonder de rekening bij de bedrijven te leggen. Wat wil je nog meer?

Ondernemers zouden juist de vlag moeten uitsteken. Is het niet omdat zo’n achtduizend medeburgers zicht krijgen op een waardig bestaan, dan wel omdat ze zelf volop meeprofiteren. Want de extra koopkracht komt terecht bij delen van de bevolking die nu buiten noodzakelijke boodschappen, de huur en energie geen cent overhouden om uit te geven. De gehele samenleving vaart wel bij meer koopkracht. Die levert immers de overheid minder uitgaven (aan sociale voorzieningen) en meer inkomsten (uit belastingen) op waardoor er budget vrijkomt voor investeringen.

Dus is het de vraag: wat bezielt de werkgevers? Bij henzelf zijn inmiddels, zo lijkt het, ook twijfels gerezen. Als DossierKoninkrijksrelaties naar aanleiding van het persbericht van de BFB enkele vragen stelt, belooft de voor mediacontacten aangewezen vicevoorzitter Luite Berkenbosch deze nog dezelfde dag te beantwoorden. Wanneer hij een dag later aan zijn toezegging wordt herinnerd, reageert hij gepikeerd en weigert hij de vragen te beantwoorden. Er moet kennelijk eerst nog worden bedacht hoe (nog meer) gezichtsverlies te voorkomen.

Donderdag arriveert minister Schouten in Kralendijk om met o.a. de sociale partners te spreken over het rapport van de Commissie Thodé. Een mooie gelegenheid voor de werkgevers om onder het motto ‘beter ten halve gekeerd, dan ten heele gedwaald’ hun gratis bijdrage te leveren aan het welzijn van al die eilandgenoten – inclusief hun eigen werknemers – die al veel te lang in armoede leven.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.