Den Haag – Dat Curaçao en Aruba over hun coronaleningen een hogere rente moeten betalen hebben ze geheel aan zichzelf te wijten. Daar komt het antwoord op neer dat staatssecretaris Van Huffelen in het debat over de begroting Koninkrijksrelaties gaf op de vraag hoe zij terugkijkt op het proces van herfinanciering en welke lessen daaruit te trekken zijn.
Volgens de bewindsvrouw wisten de regeringen al in mei precies wat van ze werd verwacht. “Het heeft me verbaasd dat de landen pas in een laat stadium aan de slag zijn gegaan. Dat heeft geleid tot onnodig veel druk op het proces en uiteindelijk is het mede daarom niet gelukt om alles tijdig rond te krijgen, met als gevolg hogere rentepercentages voor Aruba en Curaçao. Ik hoop dat we hier met zijn allen van hebben geleerd om voortaan niet tot het laatste moment te wachten om belangrijke zaken op te pakken. Dat zal ook de relaties in het Koninkrijk ten goede komen.”
Pas als de kabinetten Pisas en Wever-Croes aan de voorwaarden voldoen, komen zij in aanmerking voor een lagere rente. Die zal – vanwege de internationaal oplopende rente – vermoedelijk wel hoger zijn dan de 3,4% die Nederland eerder heeft aangeboden.
Lees HIER het letterlijke verslag van het debat en de ingediende moties