In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Curaçao.
Zwaard van Damocles
Door Raquel Weisz
Het laatste trimester van het jaar is aangebroken en aanstaande dinsdag is het alweer 10 oktober. Een nationale feestdag (10-10), omdat Curaçao op deze dag dertien jaar geleden een autonoom land werd binnen het Koninkrijk. Een dag vol festiviteiten en gezelligheid. Maar tegelijkertijd ook een dag van bezinning.
De afgelopen periode was ik niet op Curaçao. Dat maakte dat ik even afstand kon nemen, de emoties en vibraties van het eiland niet letterlijk voelde en vanuit het buitenland de gebeurtenissen volgde en beschouwde. Curaçao ervoer ik dus via de (sociale) media. Op de een of andere manier voelt dat toch nét even anders. Ook voor mij is 10-10 elk jaar weer een reflectiemoment. Want waar staan we nu als land? En waar gaan we naartoe?
Onder andere de explosief toegenomen armoede, de exodus van mensen die het eiland hebben verlaten, de gezondheidszorg, het Curaçao Medical Center (CMC), ENNIA, het onhoudbare zorgstelsel, en de kwaliteit van het onderwijs maken dat ik dit jaar zeker niet vrolijk werd van mijn reflectie.
Naast bovengenoemde zaken vindt er volgend jaar een Mutual Evaluation plaats, door de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF). Tijdens deze evaluatie moeten we als land, naast vele andere zaken, onder andere kunnen aantonen dat onze wetten gerelateerd aan het tegengaan van witwassen, terrorismefinanciering en proliferatie van kracht zijn. Maar ook dat overige instrumenten in dit kader zijn geïmplementeerd en effectief zijn gebleken. Daarnaast moeten al deze wetten nog in 2023 door de Staten zijn goedgekeurd. En dan is een trimester wel heel kort.
Deze evaluatie is van cruciaal belang voor Curaçao. Want een negatieve evaluatie kan verstrekkende gevolgen hebben voor ons jonge land en al zijn burgers. Dit zou Curaçao plaatsen op de grijze lijst van de FATF en in het ergste geval zelfs op de zwarte lijst, met alle gevolgen van dien voor onze economie. Tevens zouden onze reputatie en integriteit ernstig worden geschaad, wat ook het investeringsklimaat niet ten goede komt.
Internationale geldtransacties, dus internationaal handel drijven, kunnen dan ernstig worden bemoeilijkt of zelfs onmogelijk worden. Niet alleen de grote bedrijven, maar óók kleine ondernemers doen heel vaak zaken met het buitenland. Dit gaat ons allen aan. Ook de gewone burger kan er last van krijgen, doordat simpele dingen als online bestellingen doen met een creditcard of geld overmaken naar familieleden in het buitenland, dan niet meer mogelijk zouden kunnen zijn. Sinds ik dit heb gehoord, slaap ik op momenten door dit zwaard van Damocles echt wel een nacht minder. Want dit zou voor Curaçao natuurlijk desastreus zijn.
Het positieve nieuws is wel dat de overheid, de private sector en overige stakeholders samen hun schouders eronder zetten om dit doemscenario te voorkomen. Dus ik wil op dit moment vooral optimistisch blijven en geloof houden, dat deze evaluatie een positief eindresultaat oplevert. Dat we oplossingen vinden voor alle overige uitdagingen waar we als land voor staan. Wat mij betreft moet 10-10 synoniem blijven staan voor hoop. Net zoals in 2010. Het MOET goedkomen met ons prachtige land. Dus ik zeg: geen paardenhaar, maar een onbreekbaar koord.