Curacao

Pisas bevestigt: Curaçao redt pensioenen zonder duur geld van Nederland te lenen

Willemstad – De Raad van Ministers heeft het aanbod van Nederland 600 miljoen euro te lenen voor het aanvullen van de pensioenkas van Ennia definitief afgewezen.

In plaats van een extra aflossings- en rentelast kiest het kabinet Pisas ervoor jaarlijks zo’n 30 miljoen gulden bij te storten om de uitbetaling van pensioenen te continueren. Aangezien geen nieuwe verzekerden meer worden aangenomen, houdt Ennia Leven over ongeveer 30 jaar op te bestaan.

Toelichting minister-president Pisas

OVERHEIDSPOSITIE INZAKE ENNIA CARIBE LEVEN N.V

Pensioenverzekeraar ENNIA Caribe Leven N.V. is een privaatrechtelijke verzekeraar die onder toezicht van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (hierna: CBCS) staat en medio 2018 in financiële problemen is geraakt door onregelmatige transacties met gelieerde groepsmaatschappijen. ECL wordt door de CBCS bestempeld als een verzekeraar die van groot belang is voor de monetaire unie tussen Curaçao en Sint Maarten. Dit betekent dat een faillissement van ECL een gezonde ontwikkeling van de financiële sector in gevaar kan brengen in de monetaire unie.  Op grond daarvan heeft de CBCS op 4 juli 2018 het Gerecht in Eerste Aanleg te Curaçao (hierna: het Gerecht) verzocht om de noodregeling, zoals bedoeld in artikel 60 Ltv, van toepassing te verklaren op ECL en de Ennia Groep, welke noodregeling op 6 juli 2018 door het GEAC is uitgesproken.

Ter voorkoming van een faillissement van ECL heeft de CBCS een dringend beroep op financiële bijstand gedaan op de regering van Curaçao (en Sint Maarten). In het belang van de 30.000 polishouders, waarvan 25.000 op Curaçao woonachtig zijn, is het verzoek van de CBCS in welwillende overweging genomen door de regering van Curaçao. Bij de besprekingen is vervolgens uitgegaan van een doorstart (of continuering van de activiteiten) van ECL middels de oprichting van een nieuwe verzekeraar die via een lening van Nederland ten bedrage van NAf 1,2 miljard een kapitaalinjectie zou krijgen.

Nederland heeft de onderhandelingen over de herfinanciering van de Coronaleningen (van NAf 911 miljoen) aan een oplossing voor de Ennia-problematiek gekoppeld. Tijdens de onderhandelingen is, op basis van doorrekeningen van de CBCS, echter komen vast te staan dat het aangaan van twee grote leningen tegelijk (van tezamen ruim NAf 2 miljard) niet door het Land Curaçao gedragen kan worden, omdat zij bij de uitoefening van haar taken of het plegen van broodnodige investeringen voor de economische groei de komende jaren vast zal komen te zitten. Dat is zeker niet de bedoeling, want het Land moet wel financieel regeerbaar blijven. Het College Financieel Toezicht (Cft) heeft daarom in een drietal adviezen gewaarschuwd tegen het aangaan van deze Ennia-lening, omdat de leencapaciteit van Curaçao daardoor zwaar zou worden beperkt met alle financieel-economische en maatschappelijk gevolgen van dien voor het Land.

Op basis van de doorrekeningen van de CBCS en de adviezen van het Cft is door de regering getracht om met Nederland over mogelijke andere goede oplossingen te spreken, waardoor er meer ruimte zou ontstaan om in de toekomst de nodige leningen te doen in verband met investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur, onderwijs en economie. Geen van die oplossingen zijn door Nederland aanvaard, waardoor het voor de regering thans onmogelijk is geworden om op het aanbod voor een lening voor de doorstart van Ennia met Nederland in te gaan.

De regering heeft daarom, in goed overleg met de CBCS besloten, om voor de komende 25 jaar jaarlijks de nodige middelen ter beschikking te zullen stellen om de pensioenen van de polishouders van ECL te kunnen uitbetalen mochten de eigen middelen onvoldoende zijn. Een en ander wordt zodanig gestructureerd dat ook de CBCS een bijdrage levert aan de gekozen oplossing, die de komende maand verder zal worden uitgewerkt tussen de experts van de Centrale Bank en die van Curaçao en Sint Maarten.

Vast staat dat de CBCS en de regering van Curaçao, in samenwerking met de regering van Sint Maarten, een uiterste inspanning zullen plegen om de pensioenrechten van de in totaal 30.000 polishouders en de belangen van de werknemers van ECL zoveel mogelijk te waarborgen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de bevolking van Curaçao. Het vorenstaande heeft geen implicaties voor Ennia Caribe Schade N.V. en Ennia Caribe Zorg N.V., welke entiteiten aan de solvabiliteitseisen van de CBCS voldoen.

Zodra meer informatie beschikbaar is, zullen de polishouders daarvan op de hoogte worden gehouden.

De regering van Curaçao

G. Pisas

Minister-president

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.