Den Haag – Tweede Kamerlid Jorien Wuite vindt dat het door het kabinet beloofde ‘comply or explain-beleid’ voor Caribisch Nederland nog onvoldoende uit de verf komt, zo bleek vandaag uit een tweeminutendebat met staatssecretaris Van Huffelen. Er beginnen daardoor twee rechtsordes te ontstaan, zo hield Wuite de bewindsvrouw voor.
Verslag tweeminutendebat comply or explain
Mevrouw Wuite (D66): Voorzitter, hartelijk dank. Goedemorgen, good morning en bon dia. Vlak voor het zomerreces sprak de Kamer over de wijze waarop het principe van comply or explain werd toegepast voor de drie bijzondere Caribische gemeenten van Nederland. Dagelijks ervaren burgers, bedrijven en lokale politici hoe weerbarstig de uitvoering van dit beleid is. 1.800 wetten en regels die zo vanzelfsprekend zijn in Nederland, zijn dat niet voor de BES-eilanden. Daar beginnen twee rechtsordes te ontstaan. Ik heb me hier door armoede op de eilanden ook vaak over uitgesproken. Een pijnlijk voorbeeld waarover ik recent hoorde en dat weer niet is uit te leggen, gaat over de gevallen politieman Ferry Bakx. Hij werkte en overleed op Bonaire. Zijn naam kan niet worden geëerd in de Tuin van Bezinning, zoals zijn in Europees Nederland gevallen collega’s. Daar heb ik schriftelijke vragen over gesteld. Ik spreek in deze plenaire zaal graag uit dat het diepgevoelde verzoek van zijn moeder dit jaar wordt gehoord.
Ik heb één motie en ook nog een vraag aan de staatssecretaris. Als eerste de motie.
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat de regering weliswaar is gestart met het in kaart brengen van nieuwe wet- en regelgeving, maar dat een overzicht ontbreekt van wat er wel en niet aan regelgeving is voor de Caribische bijzondere gemeenten; overwegende dat het zorgelijk is dat er twee rechtsordes beginnen te ontstaan; van mening dat welke regels van toepassing zijn op de Caribische burger, maatschappelijke organisaties en lokale politici, volstrekt onduidelijk is; verzoekt de regering voor het einde van het jaar een overzicht te maken van welke Nederlandse regelgeving van toepassing is op de drie bijzondere gemeenten en welke aparte regels inmiddels voor hen gelden; verzoekt tevens de burgers actief, bijvoorbeeld via websites, hierover te informeren, en gaat over tot de orde van de dag.
Tot slot heb ik nog een vraag aan de staatssecretaris. Ik ben benieuwd wat de status is van de aanpassing van de aanwijzing voor de regelgeving voor Caribisch Nederland, en wanneer en hoe deze zal worden aangepast.
Staatssecretaris Van Huffelen: Ik zou de motie oordeel Kamer willen geven. Belangrijk is inderdaad dat helder is voor iedereen die actief is en woont, werkt of onderneemt op de eilanden van Caribisch Nederland, welke wetten voor hen gelden. Dat kunnen we ook goed inzichtelijk maken op redelijk korte termijn, omdat dat in alle wetgeving die daar geldt, is vermeld. We zullen dat op een manier doen die voor mensen echt inzichtelijk is, dus niet met een onoverzichtelijk lijstje, maar met een lijstje met daarop duidelijk aangegeven welke wetgeving in welke gebieden geldt. Dat kan ik dus voor u doen.
Wat betreft de status van de aanwijzing voor de regelgeving gaat het er eigenlijk over hoe we ervoor kunnen zorgen dat iedereen die in Nederland wetten maakt, medewerkers en ambtenaren, dat ook doet. We gaan dat voor het einde van het jaar proberen aan te passen, dus wij gaan er hard mee aan de slag om dat zo snel mogelijk te doen, zoals we ook al eerder hebben toegezegd.
Mevrouw Van den Berg (CDA): We hebben in het debat uitgebreid met de staatssecretaris hierover gesproken, en ook over wat er wanneer opgeleverd kan worden. Wij wilden daar als Kamer wat meer haast bij. Aan het eind van het jaar was er van alles nog niet mogelijk. Het moest in stappen en in fasen gebeuren. Dus ik zou aan de staatssecretaris willen vragen wat de reden is dat dit nu blijkbaar in één keer vrij snel allemaal opgepakt kan worden.
Staatssecretaris Van Huffelen: Het is misschien goed om te weten dat we het in stapjes doen. Dit is een vraag die specifiek gaat over “wat geldt er op dit moment al wel?” Dat is relatief snel in kaart te brengen, omdat dat ook apart in de wetten is opgenomen, zoals ik zei. Daarnaast hebben we aangegeven dat we ook gaan kijken naar welke wetgeving er in Nederland, maar niet op de eilanden van Caribisch Nederland geldt. Vervolgens inventariseren we welke wetten daarvan alsnog geldend zouden moeten worden. Dat is een veel groter werk. Dat doen we de komende maanden en daar zullen we pas in de loop van volgend jaar mee klaar zijn. Dat is dus niet zozeer het in kaart brengen van wat er al is, want dat kunnen we redelijk snel doen. Het gaat vooral om de vraag: welke wetgeving geldt op dit moment wel in Nederland, maar niet op de eilanden van Caribisch Nederland, en wat daarvan zou moeten gelden of zouden we wellicht willen aanpassen om het ook geldend te maken? Nogmaals, dat betreft die 1.800 wetten die we in Nederland hebben met bijbehorende AMvB’s en ministeriële regelingen. Dat is gewoon een grotere klus. Die willen we overigens ook uitvoeren, omdat het belangrijk is om op basis daarvan ook te gaan besluiten welke wetten je alsnog van toepassing wil verklaren, al dan niet in enigszins gewijzigde vorm.
Mevrouw Wuite (D66): Oordeel Kamer is natuurlijk hartstikke fijn. Voor de helderheid, ook voor collega Van den Berg: het gaat inderdaad niet om de appreciatie, maar het gaat puur om het overzicht, het inzichtelijk maken. Ook voor ons hier in de Tweede Kamer is dat handig, zeker als je weleens van burgers hoort “alle Nederlandse regelgeving is toch ook daar van toepassing?” Dat blijkt dan niet zo te zijn.
Mijn vraag is als volgt, zeker ook met het oog op de aanwijzing voor de regelgeving. Dat is natuurlijk een ministeriële regeling. Zou het mogelijk zijn om, zeker gezien de bijzonderheden met betrekking tot consultaties en de totstandkoming van regelgeving voor de Caribische gemeenten, bij de aanpassing consultatie aan te vragen bij de Raad van State? Dan kunnen zij meedenken over bijzondere voorwaarden en bestanddelen die je daarin wil opnemen, zodat die aanwijzing op de juiste manier wordt aangepast voor een toch wel heel bijzonder gebied.
Staatssecretaris Van Huffelen:
Inderdaad. Om het duidelijk te maken: het ligt op dit moment al bij de Raad van State voor consultatie. Dus de aanwijzingen voor het maken van wetten hebben we aan hen voorgelegd. We hopen dat zij daar snel op kunnen reageren en wij vervolgens voor het einde van het jaar, zoals ik al eerder aangaf, het ook kunnen afronden.
De voorzitter: Dinsdag, over twee weken, stemmen wij over de motie.