Den Haag – De Tweede Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties heeft staatssecretaris Van Huffelen gevraagd te reageren op het verslag ‘Relatie Caribisch deel Koninkrijk met de EU’ van de commissieleden Roelien Kamminga (VVD) en Jorien Wuite (D66):
• Kan de staatssecretaris een overzicht bieden van alle EU-fondsen, waarvan de Caribische Koninkrijksdelen alleen of in samenwerking met partnergebieden, in beginsel gebruik zouden kunnen maken?
• Wat zijn de redenen dat de Caribische Koninkrijksdelen (o.a. volgens cijfers van OCTA over 2014-2020) nog beperkt gebruik maken van Europese fondsen en daarnaast nog vooral gefocust zijn op enkele fondsen, zoals het Erasmus+ en het Europees Solidariteitscorps?
• Onder welke voorwaarden, op welke wijze en langs welke procedures ondersteunt Nederland de Caribische Koninkrijksdelen bij de aanvraag van Europese fondsen, met name nu het MFK 2021-2027 hier meer mogelijkheden voor biedt? Welke belemmeringen zijn er geconstateerd en heeft er ooit een evaluatie plaatsgevonden over de rol en ondersteuning van Nederland? Maakt BZK een onderscheid in de ondersteuning voor de BES-eilanden of de CAS-landen en zo ja waarom? In hoeverre kan het ministerie van BZK ondersteuning bieden om de samenwerking tussen LGO’s onderling en tussen LGO’s en UPG’s in dit kader te faciliteren?
• In hoeverre maakt Nederland zelf gebruik of wil het zelf gebruik maken van EU-fondsen voor samenwerkingsprojecten tussen Nederland en de Caribische Koninkrijksdelen?
• Kunnen de Caribische Koninkrijksdelen in geval van een noodsituatie aanspraak maken op EUfondsen? Welke fondsen zijn dit en in welke mate kunnen ze hiervan gebruik maken?
• Van de € 500 miljoen die de EU heeft vrijgemaakt voor de relatie tussen de EU en de LGO’s is € 22 miljoen beschikbaar voor technische bijstand en € 13 miljoen voor onvoorziene omstandigheden. Hoeveel van deze middelen zijn voor het Caribisch deel van het Koninkrijk bestemd?
• Zijn er voorbeelden van concrete projecten die lopen tussen UPG’s en LGO’s en welk budget is hiermee gemoeid?
Klik HIER voor het rapport van Kamminga en Wuite