Tot in de dood tweederangs

Door René Zwart

Een wranger voorbeeld van de tweederangsstatus van Caribisch Nederland is niet te bedenken: zelfs wie in het overzeese landsdeel tijdens zijn werk ten dienste van de samenleving door bruut geweld om het leven komt, telt voor de Nederlandse overheid niet mee. In 2016 werd politieagent Ferry Bakx op Bonaire door een roofovervaller doodgeschoten. Anderhalve week later volgde in Tilburg een indrukwekkende uitvaartdienst. Met korpseer en in aanwezigheid van o.a. minister van Justitie Ard van der Steur en politiebaas Erik Akerboom. Bij de politiebureaus in het hele land hing die dag de vlag halfstok. Maar een plekje in de Tuin van Bezinning is Ferry Bakx als gevolg van typisch Hollandse – van elke menselijkheid gespeend – regelfetisjisme niet gegund.

De uitvaart met korpseer in Tilburg.

Diender in hart en nieren Bakx verhuisde in 2012 met echtgenote Anita naar Bonaire, sinds 10-10-10 een bijzondere gemeente van Nederland. Hij ontpopte zich al snel tot een gewaardeerd lid van het Korps Politie Caribisch Nederland en werd door collega’s geroemd om zijn humor en hulpvaardigheid. Op de avond van 17 augustus 2016 werd hij door de meldkamer op een gewapende overval op een woning afgestuurd. Een van de overvallers opende vrijwel onmiddellijk het vuur. Ferry Bakx was kansloos; getroffen door twee kogels bezweek hij nog diezelfde avond aan zijn verwondingen.

Omgekomen uit plichtsbesef. Net als zijn 165 collega’s die in het nationaal monument Tuin van Bezinning in het Gelderse dorp Warnsveld worden herdacht en geëerd omdat zij het leven hebben gelaten tijdens de uitoefening van hun politietaak. Sinds de opening in 2006 door mr. Pieter van Vollenhoven houdt de politie er jaarlijks een herdenkingsceremonie voor nabestaanden en politieagenten. Dit jaar gaf minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius een toespraak.

Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius sprak op 8 juni bij de jaarlijkse ceremonie in de Tuin van Bezinning.

De speechschrijver van de bewindsvrouw had zijn/haar best gedaan: “Ze zeggen wel dat je er echt niet meer bent, als er niemand meer aan je denkt. Daarom herdenken we met elkaar de dappere politiemensen van wie de namen op dit monument staan. We zullen hen niet vergeten. We zullen niet vergeten wie ze waren en hoe ze zich inzetten voor de veiligheid van anderen. Daar hebben ze met hun leven de hoogste prijs voor betaald.”

De moeder van Ferry Bakx is er elk jaar bij, maar het “we zullen niet vergeten” van de minister geldt niet voor haar zoon. Zo kan zij niet, zoals andere nabestaanden, als onderdeel van de ceremonie een witte roos plaatsen. En ontbreekt de naam van Ferry op het monument: opstaande roestvaststalen banden langs de paden in de tuin waarop de namen van de omgekomen agenten gegraveerd staan. Ruimte is er genoeg: er is plaats voor 500 namen, dus daar ligt het niet aan. Het zijn de statuten van de Tuin van Bezinning die een gepast eerbetoon aan Ferry Bakx in de weg staan.

Een witte roos voor elke omgekomen politieman/vrouw, maar die voor Ferry Bakx mag er niet bij.

De Nederlandse politieman Theo Zomer spant zich al jaren in om het bestuur ervan te overtuigen dat Caribisch Nederland volwaardig deel uitmaakt van het land Nederland en dat de naam van Ferry Bakx dus thuishoort in de Tuin van Bezinning. Maar hij krijgt geen gehoor. Hoe harteloos moet je zijn je achter een aantoonbaar onjuiste regel te verschuilen die met één simpele pennenstreek te corrigeren is? “Ik schaam me voor deze koloniale opstelling en ga door met het vragen om dit onrecht te stoppen”, belooft Zomer die in 2016 teamleider was van het strafrechtelijk onderzoek naar de fatale roofoverval.

Alsof de kwestie al niet schrijnend genoeg is: als stil protest is een zogeheten thin blue line-steen met de naam van Ferry Bakx neergelegd in de Tuin van Bezinning. De thin blue line staat binnen de politie symbool voor de verbondenheid met tijdens de dienst overleden collega’s. De steen is door de beheerder van het monument verwijderd. Toen de moeder van Ferry Bakx bij een herdenking vroeg waar de steen was gebleven, is deze aan haar overhandigd. Bij de herdenking dit jaar sprak zij minister Yeşilgöz-Zegerius aan op de gang van zaken. Die antwoordde zelf ook niet te begrijpen waarom overleden politiemensen uit Caribisch Nederland worden uitgesloten van het nationale eerbetoon. Maar daar is het bij gebleven.

De “illegaal” verklaarde herdenkingssteen heeft nu een plekje bij moeder Bakx, naast de foto van Ferry en de witte roos die evenmin bij het monument werd toegelaten.

Het bestuur van de Tuin van Bezinning onder voorzitterschap van oud-hoofdcommissaris Stoffel Heijsman, korpschef van de Nationale Politie Henk van Essen en de minister moeten zich de ogen uit de kop schamen dat onder hun snufferd zelfs voor een held die zijn leven heeft gegeven om burgers te beschermen het grondrecht dat in Nederland gelijke gevallen gelijk worden behandeld aan de laars wordt gelapt. Tweederangs, zelfs tot in de dood. Het is om razend van te worden.

Het is sowieso de hoogste tijd dat Den Haag een einde maakt aan het stelselmatig discrimineren van landgenoten in de zogeheten bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het bijzondere zit hem vooral in het ontzeggen van grondwettelijke rechten, zoals gelijkebehandelingswetgeving, een sociaal minimum, bescherming tegen huiselijk geweld etc.etc.

De beschamende uitsluiting van Ferry Bakx is illustratief voor de onwil van regering en Kamer Caribisch Nederland fair te behandelen.

Nb. De afdeling Protocol van de Nationale Politie is woensdag een aantal vragen over het bovenstaande voorgelegd. Deze zijn onbeantwoord gebleven.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.