Willemstad – Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft minister van Financiën Javier Silvania op de vingers getikt. De bewindsman kondigde begin dit jaar op de hem gebruikelijke wijze (via Facebook) aan dat alle belastingschulden van voor 2018 werden kwijtgescholden.
Nadat duidelijk werd dat het om een bedrag van 5 tot 6 miljard gulden ging, krabbelde de bewindsman terug. Met een persbericht d.d. 3 april probeerde het ministerie van Financiën de schade te repareren met de melding dat bepaalde categorieën vorderingen uitgezonderd waren van de opschoningsoperatie.
In antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Roelien Kamminga (VVD) sprak staatssecretaris Van Huffelen – onder verwijzing naar de uitzonderingen – tegen dat alle vorderingen verscheurd zouden zijn. Betrokken belastingplichtigen werden inderdaad door de Belastingdienst gemaand alsnog oude aanslagen te voldoen, maar een aantal ging in beroep.
Met succes, want vandaag heeft het Hof bepaald dat de belofte van Silvania onvoorwaardelijk was en dus betrekking heeft op álle vorderingen van 2017 en eerder. De later afgekondigde uitzonderingen gelden pas vanaf 3 april, benadrukt het Hof in een persbericht. Ondanks het voor hem pijnlijke vonnis verklaarde de minister tevreden te zijn.