In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Bonaire.
Integraal en toch geïsoleerd
Door Burney el Hage
Er zijn al verschillende redenen genoemd waarom Bonaire deel wilde gaan uitmaken van Nederland. Maar uitsluitend één reden is de juiste. De initiatiefnemers van de beweging die Bonaire uiteindelijk onderdeel heeft gemaakt van het Nederlands staatsbestel wilden de mensen van Bonaire een reële kans bieden op een “acceptabel welvaarts/welzijnsniveau”. Zij wilden dat Bonaire deel ging uitmaken van een groter geheel dan de Nederlandse Antillen om zo de kans vergroten op een “acceptabel welvaarts/welzijnsniveau”. Natuurlijk was dat groter geheel vanwege de historische banden Nederland. In theorie had het echter ook Canada kunnen zijn. Bonaire moest onderdeel worden van een “economie/gemeenschap van schaal”.
De termen economie van schaal en welvaartsniveau zijn vrij gebruikelijk in economische kring. Politici die de kans krijgen om mensen van een acceptabel welvaartsniveau te voorzien, denken echter zelden in termen als schaalvoordelen of beperkingen. Basale voorzieningen die uiteindelijk het verschil maken voor een acceptabel niveau, zoals vrij toegankelijk, betaalbaar en kwaliteitsonderwijs, zorg, water, energie, telecommunicatie, vervoer, ouderdomsvoorzieningen, kinderopvang, huisvesting etc. zijn kostbaar en niet te realiseren voor de niet-rijken anders dan uit schaalvoordelen. Ondanks deze rationele en realistische benadering denkt menig eilandelijke politicus dat welvaart/welzijn met een toverstok te realiseren is.
Ook het vaste land van Nederland ziet vooralsnog niet in dat duurzame ontwikkeling van welvaart/welzijn op Bonaire onlosmakelijk verbonden is met het bereiken van schaalvoordelen. Het is een kwestie van tijd en dan realiseren beleidsmakers in Nederland zich dat schaalvoordelen creëren voor Bonaire de oplossing is voor structurele armoedebestrijding en verhoging van de welvaart/welzijn. Andere positieve maatregelen zoals versterking van de internationale economische positie van Bonaire door en via Nederland zijn tot nu toe niet eens in beeld gekomen. Denk bijvoorbeeld aan handelsrelaties in de regio voor mogelijkheden van betaalbare en kwalitatieve voeding. Zelfs het halen van meer voordelen voor Bonaire uit de Europese Unie, sinds Bonaire onderdeel is van Nederland, is niet op het vizier van Den Haag.
Het tot nu toe toegepaste alternatief, namelijk subsidiebeleid, heeft niet geleid tot de gewenste resultaten. Bovendien ben ik bang dat langzamerhand een achterovergeleunde gemeenschap gecreëerd wordt als gevolg van de subsidiegelden. Goede inkomens en sterke koopkracht in de overheids- en gemengde sector, maar armoede versterkende voorwaarden in de productieve sector. Ook omdat het subsidiebeleid zeker nog niet gericht is op het creëren van instrumenten die duurzaamheid en kostenvoordelen kunnen opleveren. Bijvoorbeeld openbaar vervoer, betaalbare lucht- en zeeverbindingen tussen Bonaire en Nederland en Bonaire en regio, betaalbare woningen, haven, luchthaven, betaalbare en betrouwbare telecommunicatie, duurzame economische activiteiten, etc. Het geld van subsidie zit voornamelijk in lonen en arbeidsvoorwaarden van personeel/expertise uit Nederland en op het eiland (ook broodnodig trouwens, begrijp mij niet verkeerd).
Er is natuurlijk ook een gezonde angst bij lokale organisaties op het eiland tegenover maatregelen die schaalvoordelen opleveren. “We worden dan overgenomen”, vindt men. Of dat huidige marges (soms zelfs woekermarges) veel minder zullen worden. Maar uitsluitend marktregulering ter realisatie van schaalvoordelen gaat duurzame oplossingen brengen voor Bonaire. Het beste voorbeeld van integratie in Nederland en het toch geïsoleerd zijn met alle gevolgen van dien, onder andere schaalnadelen, is het Pensioenfonds Caribisch Nederland. Een fonds dat opgezet is na 10-10-10 en elke vorm van schaalvoordeel wordt onthouden.
Peperduur voor de deelnemers, pensioenen zijn in 13 jaar drastisch versoberd, pensioen wordt uitsluitend opgebouwd bij een salaris tussen US$ 20.000 en 50.000, hoge franchise en dus bouwen lagere salarissen weinig op, hogere salarissen zijn zwaar benadeeld, etc. Naast dit voorbeeld zijn ook alle andere belangrijke voorzieningen in een kleine markt van om en nabij 25.000 mensen volledig op zichzelf aangewezen.
Binnenkort, althans dat is de wens van eenieder op het eiland, wordt een nieuw realistisch sociaalminimum vastgesteld voor Caribisch Nederland. Een en ander heeft natuurlijk positieve consequenties aan de inkomstenzijde, maar zal ook de nodige impact hebben aan de prijszijde. Als wij per saldo duurzaam positieve effecten willen ten aanzien van armoedebestrijding en welvaarts-/welzijnsverbetering dan moeten er flankerende maatregelen genomen worden met verregaande positieve impact op de economie van schaal.
Door een Nederlandse bril werden in het verleden vaak achterstanden en armoede op de eilanden gezien als logisch gevolg van falende lokale politiek. Langzamerhand wordt ingezien dat een acceptabel welvaarts- en welzijnsniveau voor de meerderheid van de eilandbewoners een zeer ingewikkelde exercitie is. Niet onmogelijk, maar wel zeer complex.