Met de kletspraat om maar te rechtvaardigen dat de beloofde verlaging van de ouderbijdrage voor de kinderopvang in Caribisch Nederland tot zeker 2027 wordt uitgesteld, was het grote smoezenboek op. De bewindspersonen die een zorgtaak hebben voor hun landgenoten op de BES-eilanden hebben de val van Rutte IV vast als een geschenk uit de hemel verwelkomd. Want nu hoeven zij zich, met de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties voorop, niet langer in steeds Houdini-achtigere bochten te wringen om recht te praten wat krommer dan krom is: het van staatswege discrimineren van Nederlandse burgers louter op grond van hun woonplaats.
De demissionaire status verschaft deze regering het ultieme excuus om het al bijna 13 jaar falen jegens Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot in 2024 te rekken. Ook al adviseert de Commissie Thodé straks nog zo klemmend per 1 januari een sociaal minimum voor de bijzondere gemeenten in te voeren en zal de staatssecretaris zeggen dat ze niets liever wil, het gaat niet, want demissionair. WW of betaalbare verbindingen, ze smacht er net zo hartstochtelijk naar als een zwoele pas-de-deux met de minpres van Curaçao, maar helaas: demissionair.
En oh, wat had ze graag de eilandbesturen wat meer autonomie gegund door het uit Hollandse benepenheid ontsproten wantrouwen uit de wetgeving te snijden. Maar de modernisering van de WolBES en Finbes zal toch echt moeten wachten op het aantreden van een nieuwe regering. Die kan – moet worden gevreesd – wel eens zo rechts zijn dat er helemaal niets meer terechtkomt van het wegwerken van de lange lijst onrechtvaardige verschillen tussen Caribisch en Europees Nederland.
Zelf wil de staatssecretaris ons doen geloven dat ze de val van het kabinet “ontzettend zuur” vindt. “Niet in de laatste plaats voor de inwoners van de Caribische eilanden”, postte ze. Hoezo ontzettend zuur? Als er ooit een kans was een einde te maken aan de stelselmatige achterstelling van de BES-burgers had Rutte IV die, met een overtal aan bewindslieden van de niet-dikke-ikkerige partijen D66, CDA en ChristenUnie en een goedgevulde kas. Van schone beloften in het coalitieakkoord (“gelijkwaardigheid”) hebben zij teleurstellend weinig waargemaakt. Het gevoel op de eilanden tweederangsburger te zijn is nog even groot als onder Plasterk, de meest mislukte portefeuillehouder ooit.
De huidige staatssecretaris denkt er heel anders over. Net als alle andere demissionaire collegae berichtte ze op social media zich tot aan de komst van haar opvolger te blijven inzetten. Nogal wiedes als je vier keer zo veel vangt als het gemiddelde loon in het koninkrijk. Maar de dame in kwestie, die zich nooit heeft laten betrappen op bescheidenheid, kon het niet laten zichzelf nog even uitgebreid te bewieroken. “Met voldoening kijk ik terug op wat wij de afgelopen 1,5 jaar hebben bereikt voor het Caribisch deel van het Koninkrijk”, fabuleerde ze er op los. “Zoals het betaalbaarder maken van de kosten voor levensonderhoud op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.”
In wat voor een parallelle wereld moet je leven om zoiets met droge ogen te durven beweren? Wat heeft de staatssecretaris al die keren dat ze op de eilanden was gedaan? Was ze zo verblindt door haar eigen lawaaijurken dat ze de sinds 10-10-10 alleen maar verder om zich heen grijpende, steeds schrijnender wordende armoede niet zag? Oog voor de camera had ze overigens wel: geen voorganger die zo’n stroom pr-foto’s en filmpjes heeft laten rondsturen. De stas mag nog zo ongegeneerd opscheppen over haar vermeende prestaties, de werkelijkheid is een andere.
“Maar het werk is nog niet klaar. Ik wil – ook in een demissionair kabinet – nog veel dossiers vooruit helpen. Want de inwoners van de Caribische delen van het Koninkrijk en de uitdagingen om iedereen mee te laten doen in de digitale wereld hebben geen tijd om te wachten”, schreef de staatssecretaris. Alsof je lege magen kunt vullen met bits and bytes. Rutte I en II hadden geen interesse voor de BESjes, III besteedde de energie vooral aan het trekken aan dode paarden zoals de geschillenregeling en COHO en IV werd gekenmerkt door het met mooie praatjes maskeren van de onwil het bestaan op de eilanden daadwerkelijk te verbeteren.
“Met Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben we met de onderlinge regeling, een nieuwe en gelijkwaardige vorm van samenwerking”, snoeft mevrouw de staatssecretaris voort, alsof met die onderlinge regelingen niet op slinkse wijze de parlementen buitenspel zijn gezet. Nee, zo blij bijna heel Nederland is met de val van een kabinet dat er moreel gezien nooit had mogen komen, zo weinig reden is er in de Cariben om te treuren. Als de afgang van Rutte IV al voor iemand zuur is, is dat wel voor Pik Pisas nu die zijn dansmaatje zal moeten missen.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.