In de zondagse estafette-rubriek ‘Bericht uit…’ belichten columnisten uit de Caribische delen van het Koninkrijk bij toerbeurt de kanten van hun eiland waarvan zij vinden dat die de aandacht van alle koninkrijksburgers verdienen. Vandaag komt het bericht uit Curaçao.
De harde realiteit
Door Raquel Weisz
De minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) heeft recent een presentatie gegeven in de Staten, waarin zij door middel van cijfers de huidige situatie beschreef. Curaçao, ooit het meest veelbelovende eiland van de voormalige Nederlandse Antillen, is nu het armste land in het Koninkrijk.
Per 1 januari 2023 heeft Curaçao ruim 148.000 inwoners (komend van ruim 160.000 inwoners). Vorig jaar hebben weer ruim 2.000 inwoners het eiland verlaten. Ook gaf de minister aan dat 60% van de werkende bevolking onder de vastgestelde armoedegrens verdient en 42% van de werkende bevolking zelfs het minimumloon of minder verdient. Dit alles met een inflatie van 7,4%.
Hoe vertalen deze cijfers zich nu naar het dagelijkse leven? Graaiende volwassenen in vuilnisbakken op zoek naar eten. Steeds meer daklozen. Vrouwen die zichzelf prostitueren om hun kinderen te kunnen onderhouden. Kinderen die op de vuilnisbelt op zoek gaan naar eten. Huishoudens zonder water en stroom. En nog veel meer schrijnende situaties.
Onlangs vertelde een dame mij dat ze werd aangehouden in een middenstandswijk door een jongetje van tien jaar op een fiets, met de vraag of ze iets te eten voor hem had. Want, zo vertelde hij, als z’n moeder de maandelijkse lasten heeft betaald, is er geen geld meer om eten te kopen voor hem en zijn zusje. Deze dame is boodschappen met hem gaan doen en ging nog geregeld langs om eten voor dit gezin te brengen. Ook heeft zij aangeklopt bij verschillende instanties om te proberen ervoor te zorgen dat dit gezin hulp krijgt. Nul op het rekest. Geen onwil, maar blijkbaar lopen de instanties over en zijn er wachtlijsten.
Het gezin moet wat. Daarom is dit jongetje van tien jaar in het weekend aan het werk om extra inkomen te genereren, zodat ze kunnen eten. En hij zal zeker geen uitzondering zijn. Curaçao kent dus ondertussen ook kinderarbeid.
De dame in kwestie verlaat binnenkort voorgoed het eiland met haar gezin. Ze heeft een baan gevonden in het buitenland. En zo trekt de middenstand snel en zeker weg. Voor deze groep zijn mogelijkheden genoeg in het buitenland.
De middenstand, die voor een belangrijk deel de economie draaiende moet houden, de belastingen moet ophoesten voor onder andere de verschillende sociale premies en de premies voor de pensioenen. De minister gaf aan dat de beroepsbevolking op dit moment 39,7% is. Dit percentage zal alleen maar blijven dalen als we het tij niet keren. Een steeds kleinere groep die alles moet bekostigen. Een onhoudbare situatie.
Waarom verruilt deze stroom mensen Curaçao voor een land binnen of buiten het Koninkrijk? Beter en moderner onderwijs voor de kinderen speelt vaak een belangrijke rol. In de openbaarheid uiten mensen zich veelal niet als zodanig. Maar tijdens gesprekken tonen zij hun emoties, frustraties en boosheid. Curaçao is afgegleden. Ze zien geen oplossingen en kiezen voor een betere toekomst voor zichzelf en hun kinderen. Naar landen waar niet elk uur ‘Breaking news’ is, omdat er weer een rel is ontstaan. Rust, stabiliteit en vertrouwen. Het is er niet. Een essentieel gemis, want niets is zo explosief als een onrustige bevolking, die als een kat in het nauw is gedreven door nijpende sociaaleconomische omstandigheden.
Laat u vooral niet in de luren leggen door alle populistische politieke praatjes en social media-uitingen. Het vertrouwen in de politiek is laag. Zijn we in staat om onszelf uit deze algehele malaise halen? Velen geloven er niet meer in en verlaten hun geliefde eiland. Terwijl een groot deel van de bevolking, die niet in staat is om Curaçao te verlaten, wegkwijnt. Met alle gevolgen van dien.
Dít is de harde realiteit van het dagelijkse leven op Curaçao. En het lijkt erop dat het dieptepunt nog niet is bereikt.