6 jaar en 9 maanden nadat orkaan Irma in de nacht van 6 september 2017 ongenadig huishield op Sint Maarten viel er deze week eindelijk weer eens wat te vieren. Niet omdat de wederopbouw klaar is – verre van dat – maar vanwege de opening van een representatief kantoor van waaruit de Wereldbank het Emergency Recovery programma (die titel moet wel bedacht zijn door een onverbeterlijk optimist) nóg professioneler kan managen. De staatssecretaris van Koninkrijksrelaties leukte het bereiken van deze mijlpaal op met haar aanwezigheid. Dat de riant betaalde consultants van de Wereldbank na jaren behelpen een fatsoenlijk dak boven het hoofd hebben, is tenslotte wel wat feestgedruis waard.
Een hoopvol moment ook voor de Sint Maartenaren die gelaten wachten op de reparatie van hun uit elkaar gewaaide huis en de scholieren die uitkijken naar het herstel van hun school. Want nu zal er wel meer vaart komen in Build Better Back, zou je denken. Helaas pindakaas: de Wereldbank verwacht nog zeker 5 jaar nodig te hebben voor de klus geklaard is. Nu maar hopen dat er in de tussentijd niet nog eens zo’n uit zijn krachten gegroeide orkaan op bezoek komt. Het nieuwe ziekenhuis en de luchthaven zijn immers nog lang niet uit de steigers, om van de gevangenis maar te zwijgen.
Dat het zo lang heeft geduurd voordat de ingevlogen regelfetisjisten van de Wereldbank een eigen werkplek op het eiland hebben gekregen, is illustratief voor de ramp na de ramp: na de orkaan sloeg de bureaucratie minstens zo meedogenloos toe. Het wantrouwen van Den Haag in de bestuurders van Sint Maarten had in 2017 dermate groteske proporties aangenomen dat men het niet aandurfde de wederopbouw gezamenlijk ter hand te nemen. Om geen gebakkelei te krijgen over de definitie van zorgvuldig, rechtmatig en doelmatig werd voor de besteding van de donatie van 550 miljoen euro de tussenkomst van een onafhankelijke organisatie noodzakelijk geacht.
De keuze viel op de Wereldbank, maar niet voordat die zijn aanvankelijk verlangde fee had gehalveerd naar 10,4 miljoen dollar. Of het afpingelen er de oorzaak van is dat na een jaar nog geen dak was gerepareerd met geld uit het trust fund, is lastig bewijzen, maar al heel snel werd duidelijk dat de afhandeling van projectaanvragen tergend traag verliep. In zijn verantwoordingsonderzoek over 2019 drong de Algemene Rekenkamer dan ook aan op een “substantieel andere en versnelde aanpak” van het herstellen van huizen, scholen en andere vitale voorzieningen.
Probeer maar eens zo’n moloch in beweging te krijgen. Daarin zal het nieuwe kantoor geen verandering brengen. Dat ligt overigens niet alleen aan de pot stroop die Wereldbank heet. De achtereenvolgende regeringen hebben flink dwarsgelegen, want die vonden het maar neokoloniaal dat ze niet naar eigen believen mochten graaien uit het trust fund. En dan is er nog het tekort schietend uitvoerend vermogen waar overigens – maar dat terzijde – de overheden in alle delen van het Koninkrijk (inclusief het moederland) aan lijden.
Dat laatste valt de ambtenaren minder te verwijten dan bestuurders die geen verantwoordelijkheid durven nemen en liever werkbezoeken afleggen – bij voorkeur in een zo ver mogelijk buitenland – dan te doen waarvoor ze veel te goed worden betaald: besluiten nemen. En dan vooral besluiten in het belang van de bevolking. Neem Curaçao dat op de Caribische ranglijst van landen die aantrekkelijk zijn om te investeren naar de kwakkelende middenmoot is gekukeld. Omdat het kabinet Pisas niet de ballen heeft de noodzakelijke hervormingen door te voeren om het land weerbaar te maken tegen een volgende crisis. Of Aruba waar de economie na corona weer als een tierelier gaat, maar de tweedeling tussen rijk en arm zich steeds scherper aftekent.
Dan heeft Sint Maarten – je zou het een geluk bij een ongeluk kunnen noemen – het nog getroffen: het trust fund houdt de economie kunstmatig overeind. Dus misschien is het juist wel prettig dat de boekhouders van de Wereldbank niet vooruit te branden zijn: daardoor is het moment dat de economie het weer op eigen kracht moet doen tenminste tot 2029 uitgesteld.
Terug naar het openingsfeestje dat plaatsvond daags nadat de Daily Herald het schrijnende verhaal vertelde van een bejaard echtpaar dat bijna 7 jaar heen en weer gestuurd tussen kastjes en muren nog altijd in een ruïne moet zien te overleven. Want rechtmatigheid verdient in kruideniersland uiteraard voorrang boven rechtvaardigheid. Had de staatssecretaris, die prat gaat op haar culturele sensitiviteit, de bobo’s van de Wereldbank niet kunnen influisteren een betere aanleiding voor een party af te wachten? Bijvoorbeeld het moment waarop de leerlingen van de Sister Marie Laurence Primary School eindelijk naar hun oude plek terug kunnen. Of de bibliotheek weer operationeel is…
Nb. Weinigen zullen treuren om de voortijdige val van het vooruitschuifkabinet Rutte IV. Er is werkelijk waar helemaal niets aan verloren. Toch kan het voor de Caribische delen van het Koninkrijk vervelend uitpakken. Het is nu aan de Tweede Kamer te bepalen aan welke dossiers het demissionaire kabinet mag doorwerken. Het kan zomaar gebeuren dat de herfinanciering van de coronaleningen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten controversieel wordt verklaard. Dat lot kan ook de invoering van een sociaal minimum voor Caribisch Nederland treffen. Verder kijkend: met een groeiend deel van het Nederlandse electoraat dat zich in desinformatie wentelt, kan er wel eens een erg rechtse, dus niet Cariben-vriendelijke coalitie uit de bus rollen. Staatssecretaris van mooie praatjes en weinig resultaten Van Huffelen heeft laten weten zich tot die tijd “onverminderd in te zetten voor de inwoners van het Caribisch deel”. We zullen zien.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.