Gemengd beeld in Staat van de rechtshandhaving 2022

Kralendijk – De Raad voor de rechtshandhaving (de Raad) benoemt zowel positieve ontwikkelingen als zorgpunten binnen de rechtshandhaving in zijn recente ‘Staat van de rechtshandhaving’ 2022. De Raad pleit voor een betere sturing door de minister van Justitie en Veiligheid op zowel de opvolging van aanbevelingen als op een effectieve samenwerking in de justitiële keten. Jaarlijks geeft de Raad een overkoepelend beeld van de rechtshandhaving in Caribisch Nederland (CN) in de ‘Staat van de rechtshandhaving’.

Toenemende druk op de keten

De Caribische regio en de landen binnen het Koninkrijk worden in toenemende mate blootgesteld aan transnationale criminaliteit. De criminaliteitsontwikkeling, verslechterde economische situatie en migratieproblematiek zorgen voor een toenemende druk op de rechtshandhavingsorganisaties. Voor Caribisch Nederland geldt bovendien dat er sprake van een sterke bevolkingsgroei (stijging van bijna 40% in 10 jaar tijd op Bonaire), waarvan het einde nog niet in zicht is.  Dit – mede afgezet tegen de kleinschaligheid en kwetsbaarheid – vraagt blijvende aandacht voor de toerusting van de organisaties, zowel ten aanzien van het primaire proces als voor de positionering in de ketensamenwerking. Door het ontbreken van concrete en betrouwbare data is het ingewikkeld om de benodigde capaciteit concreet te kunnen inschatten. Daardoor is de werkelijkheid in de praktijk anders dan op papier.

Sturing op aanbevelingen

Corruptiebestrijding, detentie en jeugd zijn actuele thema’s binnen de ministeriële beleidsagenda voor CN 2021-2025 maar de Raad constateert, ondanks toezeggingen daartoe van de minister van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer, dat er onvoldoende urgentie bestaat ten aanzien van de sturing op de opvolging van aanbevelingen uit inspectierapporten.  De Raad benadrukt het belang van concrete maatregelen in deze. Met het vervolgonderzoek naar de aanpak van corruptiebestrijding binnen CN benoemde de Raad een aantal serieuze integriteitsrisico’s en kraakte een aantal kritische noten over de opvolging van aanbevelingen op het thema corruptiebestrijding. De minister van Justitie en Veiligheid heeft – in samenspraak met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – middels twee beleidsreacties op het rapport haar versterkte aandacht hiervoor uitgesproken.

Positief is dat uitvoeringsorganisaties mede als gevolg van de reguliere gesprekken met de Raad een eigen sturingsproces inrichten in overleg met elkaar en met de betrokken beleidsdirecties. De samenwerking tussen het Politie Korps Caribisch Nederland (KPCN) en het ministerie van Justitie en Veiligheid is daarvan een voorbeeld.

Sturen op samenwerking in de justitiële keten

De Raad benoemt ook ketensamenwerking als een randvoorwaarde voor een effectieve en integrale taakuitvoering. Daarin ziet hij enkele positieve ontwikkelingen. De Raad constateert evenwel nog een disbalans in de (sturing op de) keten-brede samenhang, bijvoorbeeld waar het (de doorwerking van) investeringen betreft. De Raad roept de minister van Justitie en Veiligheid én de vertegenwoordigers binnen het Strategisch Overleg Justitieketen (SOJ) op om te verkennen hoe beleid, ambities en planning- en control-cycli op elkaar afgestemd kunnen raken.

De minister van Justitie en Veiligheid heeft aangegeven in het najaar van 2023 met een beleidsreactie op de Staat te komen.

De Staat van de rechtshandhaving is in zijn geheel te lezen via: https://www.raadrechtshandhaving.com/nl_NL/bonaire-saba-st-eustatius/onderzoeken/staat-van-de-rechtshandhaving-bes/

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.