Qua inkomende werkbezoeken kan geen stad of dorp in Europees Nederland zich meten met Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Zelfs 020 wordt niet zo intensief gefrequenteerd door bewindspersonen als de BESjes. En welke andere gemeenten kunnen zich verheugen in zo veel koninklijke aandacht? Dat klinkt mooi, maar is het dat ook? Vorige maand hekelde kwartiermaker van de Klimaattafel Bonaire Ed Nijpels het bestuurlijk toerisme en deze week waarschuwde de Inspectie Leefomgeving en Transport ervoor dat de openbare lichamen zodanig worden belast door werkbezoeken, stuurgroepen en taskforces dat hun eigenlijke werk er bij inschiet.
De dienstreis wordt door velen gezien als een bonus op het bestaan als bestuurder, parlementariër, ambtenaar of (door de overheid ingehuurde) consultant. Kadushi ziet de lol niet in van al dat heen en weer gevlieg. Ook al kunnen de bevoorrechten via de VIP-room alle ongemakken op de luchthaven omzeilen, de vlucht zelf wordt er – zelfs in de businessclass – niet minder eindeloos en ongezond door. De jetlag, het vreemde bed, de brommende airco en al die verplichte beleefdheden moeten worden getrotseerd om vervolgens te constateren dat er sinds het vorige bezoek weinig vooruitgang is geboekt.
Alweer een jaar of vijf geleden beloofde het kabinet een rem te zetten op het gereis naar ‘s lands zonovergoten achtertuintjes. Aanleiding was het na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (de WOB die inmiddels is vervangen door de WOO, de Wet open overheid) vrijgegeven overzicht van wat het rijk sinds 2010 had gespendeerd aan tickets to the tropics. Het ging jaarlijks om miljoenen. Als bijvangst werd duidelijk dat de hand werd gelicht met de regel dat je alleen businessclass mag reizen als je meteen al op de dag van aankomst aan de slag zou moeten. Dus ontsnapt menig ambtenaar er aan tien uur tussen het voetvolk opgevouwen te zitten door een voorbespreking bij een beachclub te agenderen.
Het voornemen kritischer te kijken naar de noodzaak van werkbezoeken bleef, zoals veel in Den Haag, een voornemen. Pas na het uitbreken van corona kwam er een gedwongen einde aan de jacht op Flying Blue-punten. De efficiency van het videovergaderen werd alom bejubeld. Bovendien deed het fenomeen vliegschaamte zijn intrede. De veronderstelling dat het virus korte metten zou maken met slechte gewoonten, bleek wensdenken, zo onderstrepen de observaties van Nijpels en de ILT. De ene minister heeft zijn/haar/hen hielen nog niet gelicht of de volgende staatssecretaris is al onderweg. Rijksambtenaren met de BES in hun portefeuille hebben meer kans elkaar op de eilanden tegen het lijf te lopen, dan in Den Haag.
De belangrijkste vraag is natuurlijk: schieten de eilanden er iets mee op? Of om preciezer te zijn: hebben de burgers er iets aan? Hoe veel airmiles er ook gemaakt zijn ten behoeve van bestuurlijke afspraken, ambtelijke overleggen, stuurgroepvergaderingen, consultaties, verkenningen en onderzoeken, de sociaalmaatschappelijke ongelijkwaardigheid tussen Europees en Caribisch Nederland is nog altijd beschamend groot. Je zou bijna denken dat die louter en alleen in stand wordt gehouden om een excuus te hebben voor een volgend werkbezoek.
Overigens: ook Caribische bestuurders lijden aan grenzeloze reisdrift. Dezer weken vertoeven de Eilandsraden en Bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het kille deel van het land, officieel om deel te nemen aan het VNG Jaarcongres. De exotische gasten worden met alle egards ontvangen door de Tweede Kamer, de Raad van State en andere instituties waarvan de deuren voor gewone gemeenten niet zo makkelijk openzwaaien. Het enige tastbare dat deze ontmoetingen opleveren, zijn de overdadig op sociale media geposte selfies om voor de achtergebleven sponsors de schijn op te houden dat men zich een slag in de ronde werkt.
Voor de Bonairiaanse delegatie was een retourtje Den Haag kennelijk nog niet genoeg, want die knoopte er een uitstapje naar het Finse Ǻland aan vast om zich te laten informeren over de vergaande autonomie die de eilandengroep geniet. Alsof je met het opgraven van een reeds in de aanloop naar de staatkundige hervorming van 10-10-10 niet levensvatbare verklaard bestuursmodel de rammelende magen kunt vullen van de 40% Bonairianen die onder de armoedegrens leven.
Begrijpelijker was het bezoek aan Schiermonnikoog. Bij afwezigheid van een vliegverbinding maakte het gezelschap de overtocht naar het Waddeneiland per veerboot. Na het warme welkom door burgemeester Ineke van Gent (voormalig woordvoerder Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks en trouw lezer van deze column) werden ervaringen gedeeld hoe als klein eiland uitdagingen het hoofd te bieden zoals bereikbaarheid, gezondheidszorg, (betaalbare) huisvesting, toerisme en verduurzaming. Dat kan nuttig zijn, mits er iets met de opgedane kennis zou worden gedaan.
Echte frequent flyers vind je overigens op Curaçao. Bij wijze van spreken dan, want de ministers zijn vooral uitlandig. Onder het motto ‘niet voor, maar van het volk’ reist Piks vliegende brigade alle records aan flarden naar plekken op aarde waar ze weinig te zoeken hebben, althans niets dat in het belang van de bevolking kan zijn. Regeringspartij MFK heeft bedacht ministers voortaan bij elk tripje een betaalpas met 25.000 gulden saldo mee te geven zodat ze onderweg niet op een houtje hoeven te bijten.
Ooit beschikten globetrottende Curaçaose bestuurders over een credit card van de zaak. Daar kwam, aldus de overlevering, een einde aan toen de echtgenote van een net van een dienstreis teruggekeerde minister tussen diens vuile was aankoopbonnen aantrof van sieraden en dure lingerie die hij voor zijn buitenvrouwen had meegenomen.
Kadushi is het buitenbeentje van DossierKoninkrijksrelaties.nl: een stekelige rubriek die soms wel eens ‘au’ kan doen.