Den Haag – Vandaag begint de zomereditie van het Interparlementair Koninkrijksoverleg, de halfjaarlijkse ontmoeting van de parlementen van Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
Het IpKo wordt traditiegetrouw geopend met weinigzeggende openingstoespraken van de delegatieleiders en het, ten behoeve van het thuisfront, maken van een groepsfoto. Het opvallendste aan de gepubliceerde agenda is wat er niet op staat: de geschillenregeling voor het Koninkrijk. Er was er al eens eentje, eenzijdig in elkaar getimmerd door toenmalig minister Plasterk. Die werd echter door zijn opvolger Knops wijselijk ingetrokken toen hem duidelijk werd dat de Eerste Kamer de beoogde ‘consensusrijkswet’ zou wegstemmen omdat er geen consensus was: alleen Nederland stond er achter.
In de Rijksministerraad werd vervolgens de afspraak gemaakt dat Curaçao, Aruba en Sint Maarten het voortouw zouden nemen voor een alternatief dat wel draagvlak zou kunnen krijgen in alle landen. In het vorige IpKo is er zijdelings wel over gesproken, maar in uiterst vage termen. Hoewel de CAS-landen regelmatig hun treurnis uitspreken dat er geen geschillenregeling is, hebben zijn hun alternatief nooit gepresenteerd en dat gaat, gezien de agenda, ook nu weer niet gebeuren.
In het kader van de staatkundige hervorming van 10-10-10 is in het Statuut opgenomen dat er een regeling moet komen om geschillen van juridische aard tussen de landen van het Koninkrijk te beslechten. De gedachte daarachter was toen dat de reguliere samenwerking niet belast zou worden met gesteggel over de interpretatie van het Statuut. Het vooralsnog niet opgeloste dilemma: de CAS-landen willen een onafhankelijke geschillenbeslechter die bindende uitspraken doet, Nederland wil de huidige situatie niet opgeven dat het altijd in alles het laatste woord heeft.
De IpKo-delegaties gaan het de komende dagen wel hebben over o.a. het slavernijverleden-na-de-excuses, klimaatverandering en de hindernissen voor Caribische studenten om in Nederland te studeren. Maandag wordt het IpKo afgesloten met het door de delegatieleiders feestelijk ondertekenen van een, naar doorgaans het geval is, afsprakenarme ‘afsprakenlijst’. Niettemin zullen de deelnemers benadrukken hoe vruchtbaar ook dit IpKo weer geweest is.