Den Haag – Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn nog steeds niet voldoende voorbereid op toekomstige rampen en crises, ondanks verbeteringen op het gebied van vervoer en verbindingen. De crisisorganisatie op de eilanden is nog niet robuust ingericht. Dat is zorgelijk want dreigingen van rampen en crisis zijn voor de eilanden reëel.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de eilanden kunnen de crisisorganisatie op de eilanden naar een hoger plan te tillen door samen inzichtelijk maken wat er nodig is aan expertise, middelen en mensen. Om dat goed te kunnen doen is het wenselijk dat de minister van JenV met partijen snel heldere afspraken maakt over wat zij van elkaar kunnen en mogen verwachten. Dit concludeert de Inspectie Justitie en Veiligheid in een vandaag verschenen rapport over de rampenbestrijding in Caribisch Nederland.
De Inspectie JenV onderzocht in 2017, nadat drie orkanen de eilanden1 passeerden, hoe het systeem van rampenbestrijding voor, tijdens en na de orkanen heeft gefunctioneerd. Afgelopen jaar onderzocht de Inspectie in hoeverre haar aanbevelingen uit dat rapport zijn opgevolgd. Ook bekeek ze in hoeverre aangekondigde maatregelen in de Beleidsagenda 2021-2025 tot resultaat hebben geleid.
Robuustheid
Een crisisorganisatie moet tegen een stootje kunnen. In 2017 constateerde de Inspectie JenV dat de crisisorganisatie niet in gevaar is geweest, maar wel onder druk heeft gestaan doordat het uiterste van personeel is gevraagd. De Inspectie JenV deed toen de aanbeveling om de crisisorganisatie meer robuust in te richten. Daarvan is echter nog geen sprake. De eilanden zijn momenteel niet robuust genoeg ingericht om crisis te voorkomen en beheersen. Een regionale pool van functionarissen (als achtervang bij een crisis) is nog steeds niet gerealiseerd en dat is een afbreukrisico. De eilanden hebben niet genoeg middelen om een robuuste crisisorganisatie in te richten. Zij redden het om crisisplannen te maken en oefeningen te organiseren, maar voor de toekomst is onder meer ook de uitbreiding van het aantal vaste crisisfunctionarissen en hun achtervang nodig. Daarbij is het ook onduidelijk wat de eilanden momenteel qua crisis aankunnen. Daarvoor ontbreekt een normenkader. De Inspectie JenV pleit dan ook voor een capaciteitsanalyse per eiland met als doel om hiermee tot een normenkader te komen. Zo’n analyse moet inzichtelijk maken wat de eilanden maximaal zelf qua crisis kunnen beheersen.
Samenwerking
De samenwerking tussen de eilanden en Europees Nederland en met name de informatie-uitwisseling- en deling, waren in 2017 niet op orde. De Inspectie JenV vroeg partijen toen om met elkaar te oefenen om zo elkaar en elkaars rollen beter te leren kennen. Uit het recente onderzoek blijkt dat de drie eilanden allemaal oefenen, maar niet met elkaar. Een intensieve samenwerking tussen de drie eilanden ligt, gezien de geografische ligging, niet direct voor de hand. Het is volgens de Inspectie JenV daarom logischer om de samenwerking tussen Bonaire met Curaçao en Aruba en de samenwerking tussen Saba en Sint Eustatius met Sint Maarten te stimuleren.
Vervoer en verbindingen
Uit het onderzoek van 2017 van de Inspectie bleek dat met name Sint Eustatius en Saba voor wat betreft de aanvoer van goederen, water en medicijnen afhankelijk zijn van de haven en luchthaven van Sint Maarten. De Inspectie gaf toen mee om de afhankelijkheid van Sint Maarten te verminderen. Dat is gebeurd. Op Sint Eustatius is bijvoorbeeld een nieuwe luchthaven geopend en alternatief vervoer over zee is gerealiseerd. Ook is de afhankelijkheid van Sint Maarten op het gebied van operationele communicatie- en informatiedeling aangepakt. Inmiddels is het gsm-netwerk versterkt en is de meldkamer, waar alle 911-meldingen van de eilanden binnenkomen, vernieuwd. Technisch gezien is de meldkamer het neusje van de zalm, praktisch gezien is er nog ruimte voor verbetering in de samenwerking tussen de hulpdiensten.
Stelselverantwoordelijkheid
De Inspectie constateert dat het ministerie van JenV en het ministerie van BZK met elkaar van mening verschillen over elkaars taken en verantwoordelijkheden bij een crisis. Zij dringt er dan ook op aan dat de ministeries daarover snel concrete afspraken maken.
De Inspectie JenV verwacht over 6 maanden een voortgangsrapportage van het ministerie van JenV.
Klik HIER om het gehele rapport te lezen
En lees HIER de Kamerbrief met reactie van minister D. Yeşilgöz-Zegerius