Sint Eustatius – Belangrijke documenten over de levensgevaarlijke situatie bij de klif boven Lower Town zijn ten onrechte door de overheid achtergehouden. Dat blijkt uit een vandaag gewezen vonnis van de rechter.
De kwestie draait om een verzoek van een belanghebbende op grond van de wet openbaarheid van bestuur. Formeel is het openbaar lichaam de veroordeelde partij, maar feitelijk is het de Nederlandse regering die zich aangesproken moet voelen. Het is immers Den Haag dat in de tijd waarin het verzoek werd ingediend de dienst uitmaakte.
Eerder al veegden door Nederland op Statia gestationeerde functionarissen onder wie regeringscommissaris Marnix van Rij alarmerende rapporten onder het tapijt.
Inmiddels is het openbaar lichaam (lees: de Nederlandse overheid) in enkele maanden tijd 3 keer op de vingers getikt door de rechter inzake de klif. In december vonniste de rechter dat binnen 3 maanden met het stabiliseren van de klif moest worden begonnen. Die uitspraak werd door Den Haag genegeerd. Een poging om onder de opgelegde dwangsom uit te komen faalde eveneens.
En nu krijgt de staat opnieuw een lesje ‘goed bestuur’, want schrijft de rechter: “Transparant en controleerbaar bestuur is een belangrijke waarde in een democratische rechtstaat.” Reden waarom hij concludeert dat de afwijzing van het verzoek om openbaarmaking van de relevante documenten niet deugt.
Vermoedelijk onder druk van de eerdere vonnissen – en vrees voor schadeclaims – heeft het kabinet Rutte na lang wegkijken plotseling 19 miljoen uit de hoge hoed getoverd om de klif te beveiligen. Op Statia wordt echter nog altijd gewacht op groen licht om met het werk te mogen beginnen.
Lees HIER het nieuwe vonnis