Door René Zwart
Is het vinden van een Vertegenwoordiger van Nederland in Willemstad als zoeken naar de spreekwoordelijke speld in een hooiberg waardoor bijna anderhalf jaar na de start van de werving nog altijd geen benoeming heeft plaatsgevonden? Of speelt er iets heel anders? Feit is dat uitermate gekwalificeerde kandidaten zijn afgewezen, of hun bedenkingen hebben over de koers van de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties jegens de regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten en zich daarom niet hebben gemeld, dan wel omdat ze – begrijpelijkerwijs – geen trek hebben in samenwerken met lokale bestuurders die niet de gave bezitten zich aan afspraken te houden.
De Directie Koninkrijksrelaties van het ministerie van BZK houdt het er op dat de lange zoektocht wordt veroorzaakt door de zwaarte van de functie. “Dit betreft een cruciale functie waar veel inzet is gaan zitten in het vinden van de juiste kandidaat.” Maar anderhalf jaar, voor een vacature bovendien waarvan al veel langer vaststond dat deze zou ontstaan, duidt niet op een heel erg voortvarende aanpak. Zeker als je bedenkt dat de werving en selectie in handen is van een ervaren club als de Algemene Bestuursdienst, die via zijn netwerken uit een reservoir van potentiële uitblinkers kan putten.
Als we BZK mogen geloven is er wel een kandidaat, zelfs al een maand of twee. Eind maart meldde het ministerie immers dat de wervingsprocedure was afgerond en dat de uitverkorene alleen nog moest worden gescreend. Die screening duurt nu dus al ruim zeven weken. Een politiecommissaris gaat minder uitgebreid door de molen. Maar BZK – opnieuw – noemt het “niet ongebruikelijk” dat de screening langere tijd in beslag neemt, want het moet “bij een vertrouwensfunctie van deze zwaarte en aard zorgvuldig”.
Zeven weken lang binnenste buitengekeerd worden, zou dat een beoogde baas van de AIVD overkomen? De rol van de Vertegenwoordiger – ook een beetje spion – is niet onbelangrijk, maar overdrijven is een vak. Justitie, de Belastingdienst en de AIVD kunnen echt wel binnen enkele weken vertellen wat een kandidaat al dan niet op zijn/haar kerfstok heeft. Of het moet om iemand gaan die alle sporen achter zich heeft gewist en drie keer van identiteit is veranderd.
Alles wijst er op dat de beoogde kandidaat in elk geval voor politiek Den Haag een onbeschreven blad is. Dat is dan wel weer een pluspunt, want vaker komt het voor dat er een ‘bekende’ over is waarvoor een plekje, liefst ver uit de buurt, moet worden gezocht. Zo zijn er al vele met alle bijbehorende emolumenten ‘uitgezonden’ naar de zonnige kant van het Koninkrijk en met een gezonde kleur – en soms een Latijnse partner – zijn teruggekeerd zonder potten te hebben gebroken.
Stel dat BZK dit keer zijn oog heeft laten vallen op een zwaargewicht zonder Haagse kruiwagens, dan is dat natuurlijk een verademing. Maar zou een echte topper het pikken zeven weken lang aan het lijntje te worden gehouden? De screening mag dan “zorgvuldig” zijn, de rol van het ministerie is dat allesbehalve.