Den Haag – Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Van Huffelen houdt vol dat Sint Eustatius niet gedupeerd is door een begrotingsfout van haar ambtenaren cq. ingehuurde consultants. Dat blijkt uit haar reactie op de motie waarin het Tweede Kamerlid Joba van den Berg (CDA) het kabinet verzoekt de onder verantwoordelijkheid van BZK gemaakte fout à 2 miljoen dollar te compenseren.
Volgens de bewindsvrouw (die in haar brief aan de Kamer de suggestie legt dat de blunder door het openbaar lichaam zelf zou zijn gemaakt) lijdt Statia geen schade omdat er reserveringen zijn vrijgevallen en de algemene reserve wordt aangesproken. Het is de vraag of dit voor Van den Berg voldoende is om haar motie voor de stemming van dinsdag in te trekken.
Motie Joba van den Berg
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het Openbaar Lichaam Sint-Eustatius over 2022 een tekort heeft van 2,2 miljoen dollar doordat kosten voor elektriciteit, water en de vuilnisophaaldienst abusievelijk niet in de begroting 2022 waren opgenomen; constaterende dat de eilandsraad van Sint Eustatius in 2022 geen budgetrecht had; verzoekt de regering voor de begrotingsbehandeling van 2024 met een oplossing te komen voor het ontstane begrotingstekort en deze niet in mindering te brengen op de reserves van het openbaar lichaam, en gaat over tot de orde van de dag.
Reactie Van Huffelen op motie
In het tweeminutendebat Verzamel-commissiedebat BES van 17 mei jl. heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over het verwachte resultaat over het boekjaar 2022 van het openbaar lichaam Sint Eustatius.
Bij het opstellen van de begroting 2022 zijn door het openbaar lichaam abusievelijk enkele kosten (voor elektriciteit, water en de vuilnisophaaldienst) niet in de begroting opgenomen. Dit betreffen reguliere uitvoeringskosten die het openbaar lichaam altijd maakt. Het probleem is tijdig door het openbaar lichaam geïdentificeerd en het openbaar lichaam heeft actie ondernomen om het probleem op te lossen. Dit is niet ten koste gegaan van andere eilandelijke taken.
Het openbaar lichaam laat een bestemmingsreserve Covid en een algemene voorziening – welke niet meer nodig zijn – vrijvallen. Daarnaast zijn dubbele boekingen en fouten in de administratie weggewerkt. Hierdoor is het verwachte negatieve resultaat over boekjaar 2022 gedaald van 2,2 miljoen dollar (in de vierde uitvoeringsrapportage 2022) naar 1,1 miljoen dollar. Hiermee is het verwachte tekort over 2022 nagenoeg gelijk aan het tekort uit de vastgestelde begroting 2022 van 0,7 miljoen dollar. Het tekort over 2022 gaat ten laste van de algemene reserve van het openbaar lichaam. Dit is in lijn met de reguliere begrotingssystematiek van de openbare lichamen.
De externe accountant van het openbaar lichaam voert op dit moment zijn controlewerkzaamheden uit. Het resultaat over 2022 is daarom nog voorlopig. Uiterlijk 15 juli a.s. stelt het openbaar lichaam de jaarrekening en het jaarverslag 2022 vast.
Ik wil benadrukken dat er geen sprake is van een structureel probleem. De kosten voor elektriciteit, water en de vuilnisophaaldienst zijn opgenomen in de begroting 2023 en meerjarenraming. Daarnaast is de begroting 2023 sluitend en toont de begroting en meerjarenraming voor de jaren 2023 tot en met 2026 overschotten van tussen de 0,1 tot 0,2 miljoen dollar.