Door Armand Hessels
In de editie van Bon Dia Aruba van 18 mei jongstleden leverde de partij MEP (MEP) hevige kritiek op mij als voorzitter van de Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba (SDBA). De reden daarvoor zijn de brieven die de SDBA aan de Minister van Integriteit heeft gestuurd met vragen over (mogelijke schendingen van) integriteit.
Allereerst reageert de SDBA chronologisch op de punten die de MEP naar voren heeft gebracht.
BIA is het belangrijkste instituut voor de bevordering van integriteit binnen het overheidsapparaat. Daar propageert de Premier al vanaf het begin van haar eerste kabinet mee. Vanzelfsprekend is het een belangrijk initiatief dat het Bureau Integriteit Aruba (BIA) werd opgezet, maar… na meer dan 5 jaar propaganda, is er nog steeds geen wet afgekondigd opdat BIA legaal kan functioneren. BIA heeft dus (nog) niet de wettelijke bevoegdheid om onafhankelijk te kunnen opereren. Dat wekt de indruk dat het veeleer een kwestie van ‘window dressing’ is…
Hetzelfde geldt voor de landsverordening Corporate Governance (Code). Ook dit is een goed initiatief, maar zolang deze wet niet behandeld wordt en formeel in werking treedt, kan men slechts spreken van een goed initiatief. Het zou meer vertrouwen wekken in de intenties van de regering als die, ter voorbereiding op de officiële aanname van de wet, zou handelen volgens de geest van die wet. Dat lijkt echter niet het geval, gezien de benoeming van ‘vertrouwenspersonen’ als directeuren (bijv. Utilities) of in de Raad van Commissarissen van belangrijke entiteiten (bijv. WEB) in plaats van de juiste procedure te volgen zoals beschreven in de Good Governance Code.
Hetzelfde geldt voor het eindresultaat van de Commissie voor de onafhankelijkheid van onze hoge staatsorganen. Dat had al decennia geleden moeten plaatsvinden. Hopelijk blijft dit niet slechts in de commissiefase hangen, zoals het geval is met de commissie voor de herziening van de Comptabiliteitsverordening, die al decennia ‘bezig is’ zonder dat het eindresultaat in zicht is.
Ook de introductie van een (onafhankelijk en objectief gekozen) ombudsman in Aruba, – die als enig land binnen het Koninkrijk nog steeds geen ombudsman heeft- is een kwestie die al decennia lang op de wachtlijst staat.
Hoewel er (nog) twijfels bestaan over de effectiviteit van de screening- en integriteitswet voor ministers, is het initiatief op zich een verbetering ten opzichte van de vorige situatie met onvoldoende criteria hiervoor.
De invoering van de Wever-Croes-norm is onder druk van Nederland tot stand gekomen om een eind te maken aan de overdreven financiële compensatie voor (verschillende) directeuren van (semi-) overheidsinstanties.
De regering van Aruba heeft NIET financieel bijgedragen met Afl. 100.000, – aan de ‘National Integrity Scan’ (NIS), die op initiatief van SDBA is uitgevoerd. De regering heeft Nederland om toestemming gevraagd om Afl. 100.000,- van de ‘restgelden’ VAN NEDERLAND in de Fondo Desaroyo Aruba daarvoor te bestemmen. Nederland heeft toestemming gegeven om dit bedrag voor het NIS-project te gebruiken. Dus de regering/bevolking van Aruba heeft zelf NIET één cent betaald voor deze analyse!
Volgens MEP zijn op basis van deze initiatieven van de Premier ‘de aanvallen van Hessels niet op hun plaats’!
Auto-kolonialisme
Wegens de grote financiële ‘schade’ waar beide grote partijen verantwoordelijk voor zijn (weliswaar met de AVP in -veel- grotere mate, kwalificeert SDBA het bestuur door beide partijen als ‘suto-kolonialisme’. Want net zoals de kolonisatoren eeuwen geleden de rijkdommen van (ei)landen weg haalden om zichzelf of hun land te verrijken, zo hebben in onze tijd de nodige politici/politieke partijen een beleid gevoerd dat voor een belangrijk deel niet in het voordeel was van ons land. Geld, terreinen en privileges kwamen vooral in handen van een klein groepje ‘familie en vrienden’. Dit werd heel normaal in de Caribische regio (en vele andere landen).
De speerpunten van kabinet Wever-Croes 1-2
Het kabinet Wever-Croes-1 was zich zeer bewust van de slechte kwaliteit van het bestuur van de voorgaande decennia. Daarom waren haar belangrijkste aandachtspunten: goed bestuur, transparantie en integriteit. Dat heeft de SDBA meerdere keren publiekelijk toegejuicht. Maar… dat betekent NIET dat de Minister-President/regering van MEP automatisch immuniteit en/of straffeloosheid krijgt voor al hun acties. Het feit dat ik altijd goed heb kunnen samenwerken met de premier en dat zij mij in onze laatste ontmoeting dankte voor het ‘kritisch toezicht op het bestuur gedurende bijna 30 jaar’, betekent niet dat er geen kritiek/melding kan zijn van mogelijke daden van ondeugdelijk bestuur. En dat is precies wat de SDBA heeft gedaan. SDBA observeert en analyseert de kwaliteit van het bestuur op objectieve wijze, los van partijen of personen. De analyse van incidenten vindt plaats op basis van criteria van deugdelijk bestuur en de betrokkenen worden via de aangegeven actoren geïnformeerd. In dit geval (volgens de brief over de LNG-zaak) zijn de minister van Integriteit en het Parlement geïnformeerd en werd de minister van Integriteit verzocht om eveneens een en ander te analyseren volgens de criteria van deugdelijk bestuur. Daarbij werd er bijvoorbeeld geen klacht ingediend bij het Openbaar Ministerie! Aangezien het publieke functionarissen betreft, is ook de Arubaanse gemeenschap geïnformeerd, want die draagt uiteindelijk de gevolgen van al het bestuurlijk handelen.
Het feit dat de MEP deze procedure beoordeelt als gebaseerd op ‘leugens en gebrek aan respect’ geeft duidelijk aan dat de MEP de inhoud en het doel van de brief, noch zijn eigen ‘strijd voor integriteit’ begrijpt. Het is recentelijk duidelijk geworden dat corruptie niet beperkt is tot één partij of tot bepaalde personen. Dit moet een serieus signaal zijn voor de MEP dat integriteit in het bestuur continu toezicht vereist, ongeacht de politieke kleur. In plaats van het initiatief van de SDBA te bekritiseren, zou de MEP haar daarom juist moeten danken voor haar kritische rol. Dat is een verantwoordelijkheid die de eigen parlementsleden hebben verwaarloosd. Bovendien moet de MEP zich de volgende vragen stellen:
Hoe is het mogelijk dat zo’n groot contract met vergaande gevolgen verborgen is gehouden voor het parlement?
Hoe is het mogelijk dat alleen familie en leden van een ‘bevriend’ advocatenkantoor betrokken zijn in deze miljardendeal? Zou de MEP ook stil zijn gebleven en de SDBA op dezelfde manier hebben aangevallen als het om dezelfde deal ging, maar met als enige betrokkenen de familie van Mike Eman en hun bevriende advocatenkantoor?
En als de MEP zo pro-integriteit is, waarom is hij dan tegen het verkrijgen van meer informatie over de MOGELIJKHEID (!) dat er een aanzienlijke ‘finder’s fee’ bij betrokken is? Of is dit voor de MEP volledig acceptabel omdat het gaat om exponenten van alleen de MEP? Met andere woorden: worden verdachte zaken alleen genoemd en onderzocht als ‘de andere partij’ daarbij betrokken is?
Hoe beoordeelt de MEP de houding van de minister van Integriteit en van Economische Zaken (beiden van Raiz), samen met de parlementsleden van dezelfde politieke coalitiepartij Raiz, die zich hebben gedistantieerd van deze deal? Waarom is de reden hiervoor (ook!) verborgen gehouden? Hebben zij dit misschien ook gedaan op basis van dezelfde ‘leugens’?
In zijn artikel beschuldigt de MEP mij ervan geen respect te hebben voor de premier en dhr. Hendrik Croes. Alleen omdat ik de ‘MOGELIJKHEID’ noemde dat het in de LNG-zaak een ernstig geval van nepotisme betreft? Hoe zou de MEP precies dezelfde situatie beoordelen, maar met alleen betrokkenen van de AVP?
MEP richt al haar woede op mijn persoon met emotioneel geschreeuw ZONDER ENIGE argumentatie. Dit maakt deel uit van het traditionele systeem van politiek bedrijven, namelijk met persoonlijke aanvallen in het kader van de ‘angstcultuur’. Dit is overigens een zeer populair en veelgebruikt instrument door criminele organisaties. Aan de andere kant doet de MEP geen enkele moeite om echt te analyseren wat naar voren is gebracht om eventuele tekortkomingen in het bestuur te verbeteren. Want ik ben niet de enige die verbaasd was over de LNG-overeenkomst. In het afgelopen jaar heb ik GEEN ENKELE exponent uit de commerciële, vakbond, financiële, enz. wereld gehoord die de LNG-overeenkomst heeft beoordeeld als ‘niet-verdacht’. Bij velen bestaan de nodige twijfels over de overeenkomst, maar deze ‘angstcultuur’ die politici hebben gecreëerd en met veel succes in stand hebben gehouden, leidt tot een totaal stilzwijgen van de gemeenschap hierover. Het totale gebrek aan transparantie, zonder meer geaccepteerd door het parlement, heeft hier zeker een belangrijke rol in gespeeld. Het is derhalve raadzaam dat de MEP een objectieve instantie aanwijst/ benoemt om de mening van de bevolking te peilen en/of een parlementair onderzoek over dit onderwerp op te starten in plaats van puur op basis van emotie te blijven schreeuwen.
Armand Hessels is voorzitter van de Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba.