COHO-wet kan naar het museum van koninkrijksmislukkingen

Den Haag – De concept-rijkswet voor de oprichting van het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling is nu ook in formeel-juridische zin van de baan. Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties heeft het omstreden wetsontwerp vandaag ingetrokken, zo laat zij de Tweede Kamer per brief weten.

De COHO-wet is op een nog grotere mislukking uitgelopen dan de geschillenregeling en is minstens zo illustratief voor de door wederzijds wantrouwen ingegeven verhoudingen tussen Nederland en de Caribische landen. Den Haag wilde COHO, de CAS-landen niet. De CAS-landen wilden een geschillenregeling, Den Haag niet. En dus kunnen beide wetsvoorstellen, ondanks de enorme hoeveelheid tijd die er (ook door ambtenaren) aan is besteed, worden bijgezet in het museum van koninkrijksmislukkingen.

Brief van Van Huffelen aan Kamer

Op 4 april jl. zijn de regeringen van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut een onderlinge regeling overeengekomen voor samenwerking binnen het Koninkrijk ter uitvoering van hervormingen in de publieke sector van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze onderlinge regeling is op 4 april jl. aangeboden aan Uw Kamer.

Met deze onderlinge regeling wordt een juridische grondslag gecreëerd voor een samenwerking die reeds in het jaar 2020, het jaar dat de Covid-19-pandemie uitbrak, is gestart. Voor de juridische vormgeving van deze samenwerking werd aanvankelijk ingezet op een consensusrijkswet. Het voorstel hiertoe, de rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling, is op 9 februari 2022 ingediend bij de Tweede Kamer en gelijktijdig aan de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten gezonden.

In genoemde volksvertegenwoordigingen bleek dit voorstel, gelet op de verslagen die hierover werden uitgebracht, echter op onvoldoende draagvlak te kunnen rekenen. Teneinde tegemoet te komen aan de bezwaren van de volksvertegenwoordigingen, is door de regeringen het afgelopen jaar gewerkt aan een alternatieve opzet voor bovengenoemde samenwerking. Het resultaat hiervan is inmiddels gereed. Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in. Dit betekent dat ik geen nota zal uitbrengen naar aanleiding van de verslagen van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties en van de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

error: Deze inhoud mag niet gekopieerd worden.