Kralendijk – Het Bestuurscollege wil via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten – waarvan Bonaire lid is – de druk op het kabinet opvoeren om haast te maken met het invoeren van een bestaansminimum voor Caribisch Nederland zoals dat er al decennia is voor Europees Nederland.
De gedeputeerden Kroon, Craane en Thielman hebben daarover gesproken tijdens een overleg met vertegenwoordigers van de consumentenbond UNKOBON. “Ideeën zijn uitgewisseld over hoe we het voor elkaar kunnen krijgen dat het sociaal minimum z.s.m. door het rijk wordt geïmplementeerd. Het Bestuurscollege zal UNKOBON daarin steunen en een oproep doen aan het VNG voor steun en om druk uit te oefenen op de Nederlandse overheid”, aldus de partijen na afloop van het gesprek.
Voordat een sociaal minimum kan worden ingevoerd, moet het eerst nog worden vastgesteld. Het wachten is op het onderzoeksverslag van de Commissie Thodé die juist de afgelopen dagen zijn licht is komen opsteken op de drie eilanden. Die doet het werk over wat het Nibud in 2014 en Regioplan in 2018 al hebben gedaan: berekenen hoeveel inkomen nodig is om rond te komen. Het eerste rapport is door het kabinet terzijde geschoven, het tweede heeft slechts geleid tot een denkbeeldig ijkpunt dat al snel achter de horizon is verdwenen.
Het advies van de Commissie Thodé wordt in het najaar verwacht, vlak voor het debat over de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Partijen als D66, PvdA en GroenLinks zullen dan een poging doen de regering te bewegen het sociaal minimum per 1 januari 2024 ingevoerd te krijgen. Het staat nog niet vast of zij op een meerderheid kunnen rekenen.
Het Bestuurscollege en de Eilandsraad van Bonaire nemen volgende maand deel aan het VNG Jaarcongres, de gelegenheid bij uitstek om te lobbyen. UNKOBON bereidt intussen een rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden om via de rechter de invoering van een sociaal minimum af te dwingen.
Zo’n 500 Bonairianen hebben gehoor gegeven aan de oproep om te demonstreren tegen het uitblijven van een sociaal minimum. Op spandoeken en borden werd het ongenoegen geuit door Den Haag te worden behandeld als tweederangsburgers.