Den Haag – De rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling is nu ook officieel voltooid verleden tijd. De Rijksministerraad heeft zojuist besloten het omstreden wetsvoorstel in te trekken. De weg daarvoor werd op 4 april vrijgemaakt met de ondertekening door Curaçao, Aruba en Sint Maarten van een onderlinge regeling met Nederland.
Nadat in het voorjaar van 2020 de economieën van de Caribische landen als gevolg van de coronacrisis volledig instortten sprong Nederland bij met humanitaire hulp en begrotingssteun in de vorm van leningen. De voorwaarden zoals ingrijpende hervormingen werden vastgelegd in zogeheten landspakketten. In juli 2020 presenteerde toenmalig staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Knops de consensusrijkswet COHO waarmee hij het toezicht op de uitvoering van de landspakketten wilde regelen.
De regeringen in Willemstad, Oranjestad en Philipsburg vonden dat hun autonomie werd aangetast, maar gingen met de rug tegen de muur (de kas was leeg) akkoord. Gesterkt door het vernietigende oordeel van de Raad van State van het Koninkrijk gooiden de parlementen de kont tegen de krib. Staatssecretaris Van Huffelen liet daarop doorschemeren open te staan voor een alternatief. Dat werden de onderlinge regelingen. Inhoudelijk heeft dat weinig veranderd, maar het toezicht door Nederland op de uitvoering is geschrapt.
Op voorstel van Van Huffelen stemde de Rijksministerraad er vanmorgen mee in de COHO-wet in te trekken.
Uit de besluitenlijst van de Rijksministerraad
Op 4 april 2023 zijn de regeringen van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
Nederland op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut een onderlinge
regeling overeengekomen voor samenwerking binnen het Koninkrijk ter
uitvoering van hervormingen in de publieke sector van Aruba, Curaçao en Sint
Maarten. Met deze onderlinge regeling wordt een juridische grondslag gecreëerd
voor een samenwerking die reeds in het jaar 2020, het jaar dat de Covid-19-
pandemie uitbrak, is gestart. Voor de juridische vormgeving van deze
samenwerking werd aanvankelijk ingezet op een consensusrijkswet. Het voorstel
hiertoe, de rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO), is
op 9 februari 2022 ingediend bij de Tweede Kamer en gelijktijdig aan de Staten
van Aruba, Curaçao en Sint Maarten gezonden. In genoemde
volksvertegenwoordigingen bleek dit voorstel echter op onvoldoende draagvlak te
kunnen rekenen. Om tegemoet te komen aan de bezwaren van de
volksvertegenwoordigingen, is door de regeringen het afgelopen jaar gewerkt
aan een alternatieve opzet voor bovengenoemde samenwerking. Nu het resultaat
hiervan ondertekend is, is de weg vrij om het voorstel van rijkswet COHO in te trekken.